Opleiding aan Nederlandse Filmacademie
wordt vierjarig
Cabaretier-tekstschrijver Ben Rowold
heeft tijdens de filmweek als
explicateur opgetreden.
Het publiek was er enthousiast over en
concludeerde dat hij waarschijnlijk
te laat geboren is.
Overigens, pas veertien dagen na de
filmweek kon Rowold weer normaal
spreken.
Bij de opening van de bijeenkomst in Krasnapolsky, waar
de sluitingszitting van het studiejaar 1964-1965 van de
Nederlandse Filmacademie plaatsvond, deelde de voorzitter
van het Curatorium, de heer E. J. Verschueren, mede dat
de studieduur aan de Filmacademie zal worden uitgebreid
tot vier jaar. Het derde jaar wordt een praktijkjaar dat
de leerlingen in het filmbedrijf zullen doorbrengen. Hij kon
bovendien in uitzicht stellen dat de Filmacademie binnen
afzienbare tijd een eigen gebouw zal kunnen betrekken, dat
een alleszins bevredigende outillage krijgt voor praktische
oefeningen. Er is in het nieuwe gebouw ruimte voor een
projectiezaal, twee kleine studio's, lokaliteiten voor ge
luidsopnamen, montagekamers, een fotografie-afdeling en
voor alle verdere leslokalen die nodig zijn.
De directeur van de school, Dr. J. M. L. Peters, reikte
de diploma's uit aan 17 geslaagde eindexamencandidaten
(3 candidaten werden afgewezen) met i candidaat wordt
het examen nog voortgezet. In zijn toespraak bracht hij
verslag uit over het afgelopen jaar waarin voor het eerst,
sinds de oprichting van de academie, de practische oefe
ningen volledig tot hun recht kwamen. Het arsenaal aan
leermiddelen kon aanzienlijk worden uitgebreid en de fi
nanciële positie van de school verbeterde aanmerkelijk.
Dank zij de steun van het Prins Bernhard-Fonds konden
dit jaar zelfs meer korte films gemaakt worden dan de
leerlingen eigenlijk aankonden.
De directeur wees voorts op de enorme toeloop van nieuwe
leerlingen. Ondanks de zeer beperkte mogelijkheden om
na het eindexamen een werkkring te vinden in het film
bedrijf of bij de televisie, stijgt de belangstelling voor de
studie aan de Filmacademie van jaar tot jaar. Dit jaar
zullen niet minder dan 80 jongelui toelatingsexamen doen.
Maar daarvan kunnen er maar ongeveer 20 worden ge
accepteerd.
Als slot van de bijeenkomst, die door zeer vele persoon
lijkheden uit het filmwezen werd bijgewoond, werden vier
van deze films vertoond:
een korte speelfilm „HUUH HUUH", gemaakt door: Pa-
trick Lebon, scenario, draaiboek, regie, hoofdrol; Albert
v.d. Wildt, camera; Frank Oosthoek, licht, geluid; Eric
Rebel, geluid; Bob de Graaff, produktieleiding, montage;
Peter Vink, mixage; Rob Schreuder, drumsoli; Teresa van
der Hallen, meisje; Will van Roosmalen, pastoor en butler,
een film over het „MIME-THEATER WILL SPOOR",
gemaakt door: Syb Houten en Nico Paape, scenario en
draaiboek; Nico Paape, regie; Benno Ticheler, produktie;
Pieter van Paridon, camera; Hans de Ruyter en Ron
Nieuwenhuis, camera ass. en licht; Hans Hylkema, geluid
en script; Ron Nieuwenhuis, montage. Spelers: Mary Duy-
vendak en Niek Pancras. Leider van het mime-theater:
Will Spoor.
Vervolgens „109 PUNTEN", over de fanfare-korpsen in
Groningen,gemaakt door: Cees Maaswinkel, regie, mon
tage en scenario; Albert van der Wildt en Fred Mekenkamp,
camera; Maarten Kloek, geluid en Dirk Jan van Haren
Noman, produktie.
En „KASTEEL ZUYLEN", gemaakt door: Robert de
Graaff, camera en montage; Hans Evers, geluid; Patrick
Lebon, licht en script; Bartel Berben, licht en ass. scenario;
Rob Warning, produktie; Pjotr van Dijk, regie en scenario.
De makers van de beide laatste films ontvingen een prijs
van 500,die beschikbaar was gesteld door de firma
REGENETO te Den Haag en die door een jury, bestaande
uit de gecommitteerden bij de eindexamens, aan deze werk
stukken was toegekend.
De namen van de geslaagde eindexamencandidaten zijn:
In de A-afdeling („Scenario en draaiboek"): P. Lebon -
B. Berben - M. Kloek - N. Paape. In de B-afdeling („Ca
mera en montage"): P. van Dijk - R. de Graaff D. J.
van Haren Noman - H. Hylkema - C. Maaswinkel - F.
Mekenkamp - R. Nieuwenhuis - A. Rebel - J. de Ruyter -
T. Steeman - B. Ticheler - R. Warning - A. v. d. Wildt.
439