<r*f rx, Oostenrijkse volk, in 1959 naar M. Robert Schuman en Dr. Karl Jaspers, in 1960 naar de schilders Mare Chagall en Oskar Kokoschka, in 1962 naar professor Romano Guardini, in 1963 naar Martin Buber en in 1964 naar de Union Acadèmique Internationale. Dank zij de autoriteit van de stichters en bestuurderen van de Praemium, dank zij ook haar financiële betekenis, maar nog meer om haar doelstelling, de gelukkige keuze van de onderscheiden personen en instellingen en het grootceremonieel waarmede zij wordt uitgereikt, is de toekenning van de Erasmusprijs als een uitzonderlijk hooggekwalificeerd eerbetoon te beschouwen. Dat zij voor het eerst aan de filmkunst wordt toegekend, is uiteraard iets bijzonders. Het betekent een erkenning als zodanig, maar ook een rang schikking onder de beoefenaars van kunsten en wetenschappen, een rangschikking die bijvoorbeeld de Académie Francaise al jaren kent. Daarom is zij voor ons land, dat bij de bovenste helft van de leeftijdsgroepen filmisch onderontwikkeld is, van initiërende betekenis. Bovenal wekt het voldoening, dat de uitverkiezing zonder enigerlei beïnvloeding van uit de filmwereld, bij wijze van verrassing als het ware, voor het eerst door instanties buiten alles wat met film van doen heeft, om, heeft plaats gehad, een omstandigheid die de Minster van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk terecht onder de aandacht heeft gebracht bij gelegenheid van de plechtige uitreiking. Zoveel licht straalt af op de gehele filmgemeenschap, inzonderheid op de kleine Nederlandse, die het gebeuren in haar midden vieren mocht. De duizendkoppige menigte van hoge vertegenwoordigers van onderscheiden naties, van overheid, van kunsten en wetenschappen, van alle maatschappelijke geledingen, die, voorgegaan door het Koninklijk Huis, bij de huldiging van de laureaten aanwezig was en op indrukwekkende wijze van haar instemming blijk gaf, zal zonder twijfel op de zeer vele landen van onze organisatie, die de plechtigheid hebben bijgewoond een diepe indruk hebben gemaakt. De insiders zal het daarbij niet ontgaan zijn de discrepantie tussen de motieven, die aan de prijstoekenning ten grondslag liggen enerzijds en de simpele belijdenis van de grand old Chaplin alsook het huiveringwekkende credo van Bergman anderzijds. Als er ooit een afgrond zichtbaar is geworden tussen de beoordeling en de benadering van de kunstenaar, zoals deze vooral ook in ons land wordt gecultiveerd, en de geestelijke en lichamelijke tormenten, waarmede de waarlijk grote kunstenaar tenslotte bij zijn creatieproces te worstelen heeft, dan is het wel op deze gedenkwaardige dag. De spanning hierdoor opgeroepen bleef nochtans in een milde sfeer dank zij Ustinov, die met een eigentijdse lof der zotheid onze maatschappelijke hebbelijkheden op Erasmiaanse wijze benaderde en het officiële Nederland wat gechoqueerd om zichzelf en alle betrekkelijkheden van dien liet glimlachen. Het Hoofdbestuur heeft het historisch gebeuren na zeventig jaar film 's avonds gastheerlijk gevierd in het Amstel Hotel, waar het naast Prinsen en hoge functionarissen de fine fleur uit de kunstenaarswereld en het film- en bioscoopbedrijf mocht begroeten. De uitreiking van de Zilveren Roos en de ontroering van Charles Chaplin qp dat ogenblik waren hoogtepunten, die wij niet licht zullen vergeten. De bundeling van wat er op de 24ste juni in het Amsterdamse Congresgebouw zowel als in het Amstel Hotel allemaal gezegd en gedaan is, moge dienen als een herinnering aan een voor ons bedrijf historisch gebeuren. 450

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1965 | | pagina 37