CC Majesteit, Koninklijke Hoogheden, Excellenties, Dames en Heren, Via diverse wegen weet U allen nu dat de heer Ingmar Bergman wegens ernstige ziekte verhinderd is naar Amsterdam te komen. Enkele weken geleden toen onze directeur de heer Sluizer hem in Stockholm bezocht was hij er van overtuigd dat hij in staat zou zijn deze plechtigheid bij te wonen en daar bijzonder mee ingenomen. ^J Het zou voor ons een voorrecht zijn geweest hem en mevrouw Bergman vandaag in ons midden te hebben. Wij zouden hem graag persoonlijk hebben gecomplimenteerd en U zoudt hem ongetwijfeld gaarne Uw bijval hebben betuigd. De verbetering van ^Q zijn gezondheid is helaas minder bevredigend verlopen dan de doktoren en hij zelf m hadden gehoopt. Op hun dringend verzoek heeft hij tenslotte Stockholm niet mogen verlaten. Ik wens daarom voor alles persoonlijk mijn beste wensen te uiten voor zijn snel en volledig herstel en ik zou dat ook namens U willen doen. Ik hoop dat het fl^ Uw instemming zal hebben dat wij hem onze gevoelens per telegram zullen laten weten. De heer Bergman heeft zijn beste vriend, de heer Kenne Fant, directeur van de „Zweedse Filmindustrie", met wie hij twintig jaar heeft gewerkt, verzocht om hem bij deze gelegenheid te vertegenwoordigen. Ik heet daarom U, mijnheer Fant en tV\ mevrouw Fant welkom en gaarne dank ik U voor U komst naar Amsterdam vanwaar U, met de prijs, de gevoelens van deze vergadering persoonlijk aan de heer en mevrouw Bergman kunt overbrengen. U hebt enkele ogenblikken geleden gehoord op welke gronden wij de Erasmusprijs 1965 aan Ingmar Bergman verleend hebben. Onder die verschillende redenen, die alle mijn fl^ volle instemming hebben, is één mij bijzonder opgevallen omdat deze alleen al het hoge niveau van zijn werk kwalificeert, namelijk: dat hij bij voortduring hoge eisen iJJ gesteld heeft aan de ontvankelijkheid van het publiek en wat van grote betekenis is dat dit publiek in zijn begrip, in zijn vermogen om zich in problemen van de geest en de ziel in te leven, ten volle aan zijn verwachtingen heeft beantwoord. ^J Dit is op zichzelf een bekroning waarbij de Erasmusprijs eigenlijk verbleekt. Onge twijfeld is voor een deel van het zo dikwijls gemakzuchtige publiek „een avondje uit" niet synoniem met een film van Ingmar Bergman. Maar het feit dat zijn films over de LnJ gehele wereld volle zalen getrokken hebben en horen tot de films die velen 2 of 3 fl^ maal gaan zien, bewijst dat het dieper indringen in het geloof, de onzekerheden, de twijfels en de ambities van de moderne zoekende mens, niet alleen een kleine bovenlaag van intellectuelen boeit, maar zeer, zeer velen tenminste als de problemen zo kunstzinnig en zo menselijk worden gepresenteerd als door Bergman. Door zijn werk geheel in te stellen naar zijn eigen eisen en criteria, is Bergman een pionier geweest op een terrein waarop vele jongeren hem zijn gevolgd, zoekend naar ade expressie van eigen gedachten, naar een eigen nieuwe vormgeving voor deze „septième art" die daardoor inderdaad bezig is tot een zelfstandige kunstvorm uit te groeien, met haar hoogtepunten, haar teleurstellingen, haar tasten, haar aarzelingen. Hierin, in wat wij wel kunnen noemen de tweede phase van het medium „film", vormt ULJ Ingmar Bergman's werk een geheel van grote betekenis, zowel door zijn eigen kunst zinnige waarde, als door de stimulans die het gegeven heeft aan een derde geslacht ff\ van filmmakers om op de door hem ingeslagen weg voort te gaan. In de wat zuiderlijker landen en in het geval van Zweden horen wij bij uitzondering ^Jb tot de zuidelijken zijn wij nogal eens geneigd de Scandinavische instelling tegen- bb over de problemen van de menselijke ziel, de menselijke verhoudingen, als wat zwaar- op-de-hand te beschouwen. De drama's van Ibsen en Strindberg hebben dat wel in de hand gewerkt. Toch bleek de kracht van hun probleemstelling, de menselijkheid ^L van hun conflicten onze terughoudendheid te kunnen overwinnen. 454

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1965 | | pagina 41