Openingsrede Arnhems Burgemeester Excellenties, Dames en Heren, Het verheugt mij U als Burgemeester van deze stad en mede namens het Stichtingsbestuur van de Internationale Filmweek Arnhem 1965 hier welkom te mogen heten. In het bijzonder begroet ik U, Mijnheer de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, die zo bereidwillig bent geweest om ondanks Uw zeer drukke werkzaamheden deze filmweek te openen. Daarmee geeft U blijk van Uw belangstelling voor deze manifestatie, die immers een belangrijk onderdeel betreft van Uw ministeriële zorg, namelijk de film. Ik begroet hier voorts ook de Ambassadeur van Frankrijk, de vertegenwoordiger van de Ambassadeur van Italië, de Commissaris der Koningin van de Provincie Gelderland, alsmede het Hoofdbestuur van de Nederlandsche Bioscoop-Bond. Ik doe niemand tekort, wanneer ik releveer, dat het welslagen van een internationaal festijn, zoals dat hier plaats heeft, voor een groot deel afhangt van de medewerking van deze bedrijfsorganisatie, niet slechts om haar financiële bijdrage, maar vooral omdat zij haar gehele apparaat en haar deskundige medewerkers ter beschikking heeft gesteld en zeer in het bijzonder nog, omdat zij in deze filmweek een culturele en kunstzinnige bijdrage ziet in het geheel van de filmontwikkeling. Het Bestuur van de Stichting Internationale Filmweek Arnhem heeft met ware bezieling en met de medewerking van departementale en gemeentelijke instanties wederom een program samengesteld, dat Arnhem gedurende een week in het middelpunt van de filmbelangstelling zal plaatsen en dat de verschillende facetten van de film zal belichten. Deze filmweek onderscheidt zich van de gebruikelijke filmfestiviteiten, doordat hier zonder competitie-element als 't ware een show wordt gegeven van uitgekozen werken uit de hedendaagse filmkunst, werken die gezamenlijk een inzicht geven in de stand van de cinematographie, doch zodanig, dat zij bijdragen tot de filmvorming en dat zij de kunstzinnige en sociale filmbelangstelling initiëren en bevorderen. Daarom juich ik het ook zo toe, dat tijdens deze filmweek niet alleen plaats is voor een serie voor aanstaande hoofdfilms, geselecteerd uit de grote filmproducerende centra als Amerika, Engeland, Frankrijk, Italië en Zweden, maar ook een Nederlandse hoofdfilm op het programma prijkt en tal van korte Nederlandse films die de laatste tijd zijn vervaardigd, dit programma sieren. Het is verblijdend, dat vooral het woord wordt gelaten aan de jongeren onder de filmmakers. Men heeft zelfs een bijzondere handreiking verricht aan deze jongeren door een kleine commissie uit hen een speciaal, in het Saskia Theater te vertonen, programma te doen samenstellen, wat een nieuw element is in de filmweek. De culturele en sociale betekenis van deze manifestatie wordt verhoogd, en ik mag wel zeggen verdiept, doordat de voorstellingen worden begeleid door een aantal samenkomsten van onderscheiden levensbeschouwelijke aard, waarin de verschillende taken van onze filminstituten en -verenigingen worden uiteengezet en over de film in de ruimste zin van gedachten wordt gewisseld. Een goed denkbeeld vind ik het, dat men vele duizenden schoolkinderen een speciale filmvoorstelling bereidt, dat tentoonstellingen worden gehouden die voor het publiek in het algemeen en de middelbare schooljeugd in het bijzonder van grote betekenis zijn en dat ook het Nederlands Filmmuseum ons wederom laat genieten van de eerste capriolen van dit nog altijd jeugdige en zich blijkbaar telkens vernieuwende medium. Het filmbedrijf moge het moeilijk hebben als gevolg van de huidige maatschappelijke veranderingen, het feit, dat het tot een manifestatie als deze in staat is in samenwerking met overheidsinstanties en zovele maatschappelijke instituten, getuigt van een jeugdig fris élan en van innerlijke kracht. Met de positieve wil om het eenmaal veroverde terrein tegen alle moeilijkheden in te handhaven kan ik U alleen maar feliciteren. Ik roep graag de Arnhemse bevolking en tallozen buiten Arnhem op om deze dagen aan de vele activiteiten die de filmweek biedt deel te nemen en in het bijzonder een kijkje te komen nemen in het Rembrandt Theater. Ook de vele congresgangers en alle buitenlandse bezoekers wens ik prettige dagen in deze stad toe. Excellentie, moge ik U thans verzoeken de opening van deze filmweek wel te willen verrichten. 420

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1965 | | pagina 6