Speech van minister
Vrolijk bij opening
'De Overheid En De Korte film' is de
titel van de tentoonstelling die door
de Rijksvoorlichtingsdienst in liet Huis
der Provinciën werd ingericht. Hel
publiek dat de tentoonstelling bezocht
kreeg een gedocumenteerd overzicht
aangeboden van de huidige stand van
zaken op het gebied van de korte film
en van de rol die de overheid hierin
speelt.
Dames en Heren,
U staat mij toe, dat ik alvorens mij te wijden aan het meer officiële gedeelte van mijn openingsverplichtingen
mijn bewondering uitspreek voor de vanzelfsprekende en uitstekend in het gehoor liggende wijze, waarop
de Burgemeester van Arnhem het Excellentie-gebruik vervangen heeft door het Mijnheer de Minister.
Ik zeg dat daarom even, omdat ik dezer dagen in het stuk van een televisiecriticus, de heer Scheep
maker, mocht lezen, dat het nu al twee keer was gebeurd, dat voor de televisie dit nieuwe spraakgebruik
was geïntroduceerd en ik kon mij nauwelijks vleien met de hoop, dat het al zo snel in dit officiëlere
verband eveneens zou gebeuren. Ik zou zeggen wij maken dus school.
Dames en Heren, Deze avond is wel een zeer bijzondere, omdat het Holland Festival morgenavond
officieel zal worden geopend. Naar goede traditie gebeurt dat in ons land op de 15e juni. Maar wij zijn
hier vanavond bijeen voor de opening van een gebeuren dat een onderdeel van het Holland Festival
wil zijn, maar daarvan tevens een verlenging als het ware naar voren betekent, omdat Uw Filmweek in
het programma van het Holland Festival is opgenomen. Burgemeester Matser heeft al gememoreerd, dat
in tegenstelling met vele min of meer vergelijkbare manifestaties in het buitenland de Arnhemse Filmweek
niet de naam festival in haar vlag voert. De naam van alleen maar Filmweek lijkt in zekere zin bescheiden,
maar zij kan ook, en daarop heeft Uw Burgemeester gedoeld, beschouwd worden als te zijn onder-
421