IN MEMORIAM
Op 18 februari overleed na een langdurig en zwaar
ziekbed de heer E. C. A. Kaposi in de leeftijd van 64
jaar. De heer Kaposi was adjunct-directeur van de
Maatschappij Tuschinski en genoot in het film- en bio
scoopbedrijf grote bekendheid. Hij was met hart en ziel
aan dit bedrijf verknocht en heeft daarin sedert 1920
tal van functies vervuld.
De laatste jaren kon hij als gevolg van de ernstige kwaal
waaraan hij bleek te lijden, zijn werkzaamheden niet
meer voortzetten. Zijn heengaan was voor hem tenslotte
een verlossing.
De crematie van zijn stoffelijk overschot geschiedde op
22 februari op Westerveld. Talrijke vrienden en bedrijfs-
genoten deden de heer Kaposi op zijn laatste tocht uit
geleide. Namens de Mij Tuschinski sprak de heer W. F.
Dubbeldeman woorden van waardering en afscheid,
daarbij memorerend de zware taak die Mevrouw Kaposi
door de ziekte van haar man kreeg te vervullen. Namens
het Hoofdbestuur werd het woord gevoerd door de heer
H. W. Hagenberg die de grote toewijding van de over
ledene voor zijn werk loofde, welke hem zoveel vrienden
en achting hadden bezorgd.
Namens de familie dankte de heer W. M. Kaposi voor
de aan zijn broer bewezen eer.
In de hoge ouderdom van 83 jaar overleed in Tilburg
op 14 februari de heer August de Laat, die in de jaren
van 1929 tot 1956 lid was van de Nederlandsche Bio-
sccop-Bond als reizend bioscoopondernemer en die
daarnaast vooral vóór de oorlog bekendheid genoot als
zanger van volksliedjes. De heer De Laat was in zijn
tijd een rasechte vertegenwoordiger van de cinematogra
fie zoals die zich in haar beginperiode presenteerde. Als
zodanig gedenken wij te dezer plaatse zijn verscheiden.
Het Hoofdbestuur heeft de familie De Laat schriftelijk
van zijn deelneming doen blijken.
De teraardebestelling van de overledene vond plaats op
16 februari op het R.K. Kerkhof „Blerickse Bergen" na
een plechtige requiemmis, in de St. Antoniuskerk te
Blerick.
De plaatselijke collega's, de heren M. J. W. Peters en
de Firma Caubo bewezen de laatste eer. De heer Peters
bracht de condoleance over van het Hoofdbestuur en de
Afdeling Het Zuiden, welke Afdeling tevens een krans
had gezonden.
Dat zij rusten in vrede.
17
de publiekwerving dient de leiding van
het theater contacten te leggen met alles
en met iedereen. Met verenigingen, met
middenstanders, met winkelmagazijnen,
met sportverenigingen, met bedrijven en
personeelsverenigingen, met plaatselijke
persorganen, met scholen, met kerk, met
café's, dancings, bars, met tandartsen en
doktoren, met leeszalen, met, kortom
nogmaals alles en iedereen. De bioscoop
exploitant en zijn medewerkers zullen
anno 1966 deze contacten zelf moeten
leggen, zullen er zelf op uit moeten
trekken, zullen het publiek eventueel uit
huis moeten sleuren. Om deze werving
te doen slagen moet aan een groot aan
tal voorwaarden worden voldaan. Een
belangrijke voorwaarde is dat de pro
gramma's voor zover dat mogelijk is,
rekening zullen dienen te houden met
de eisen en de smaak van dit nieuw
aan te trekken publiek. Dit betekent
n i e t, dat slagen alleen mogelijk is met
première-films. Dit betekent w e I, dat
aan de programmering zeer veel aan
dacht en tijd besteed dient te worden.
Dit betekent bovendien dat de vraag
gesteld mag worden, of het geleidelijk
aan niet noodzakelijk zal worden tot
een hechtere samenwerking te komen
van gelijksoortige zaken.
Het bovenstaande klinkt allemaal een
voudig, maar een ieder die er daadwer
kelijk bij betrokken is, weet dat het ge
makkelijker neer te schrijven valt dan
in de praktijk te realiseren. Een over
vloedige dosis interesse, vechtlust, ken
nis van zaken en enig financieel armslag
zijn ondermeer voor de uitvoering nood
zakelijk.
Wat er in de practijk gebeurt en boe,
illustreren we met enige voorbeelden in
liet volgende orgaan. En om met een
variant op de kopregel uit dit artikel
deze inleiding af te sluiten: Er is leven
in de brouwerij. Niettegenstaande alles!
In de ouderdom van 70 jaar overleed te Blerick in de
gemeente Venlo op 13 februari mevrouw A. C. A. Zum-
dick-Hally, directrice van de N.V. Royal Theater „Irene"
aldaar. Mevrouw Zumdick werd directrice na het over
lijden van haar echtgenoot in 1960.