vraagstuk niet opzijgelegd. Integendeel, hij heeft zich
er aanstonds intensief mee beziggehouden en organi
seerde begin augustus een gesprek met het Hoofdbe
stuur. De minister heeft toen ronduit toegegeven dat
wat hij in de stukken had gevonden geen opwekkend
beeld vormde voor een snelle oplossing. Als mogelijkheid
voor het bedrijf wordt een verhoudingsgewijze compen
satie nagestreefd via een door het rijk te creëren over
bruggingsfonds, waaruit tegelijkertijd de financiering zou
kunnen geschieden van het complex van maatregelen tot
sanering en ontwikkeling van het film- en bioscoop
bedrijf. In dit plan opgenomen zijn de restauratie en
verbetering van bioscopen, uitbreiding van propaganda,
research en voorlichting, financiering van produktie en
journaal alsmede enige filmculturele activiteiten. Inder
tijd heeft ons eigen Hoofdbestuur dit plan ontworpen en
aan de vorige regering overhandigd. De minister heeft
in het vroege voorjaar zijn ambtgenoot van financiën
concrete voorstellen gedaan en op dit ogenblik zijn we
in afwachting van de stappen die in het kabinet zullen
worden ondernomen.
Persoonlijke teleurstelling
De Voorzitter wilde niet verbergen dat het voor hem
persoonlijk een grote teleurstelling was op deze verga
dering geen positiever geluid te kunnen laten horen. De
enige zekerheid die hij de leden kon geven was dat de
zaak daar is waar ze moet zijn en dat er in ieder geval
binnenkort een beslissing zal moeten worden genomen.
De Voorzitter memoreerde dat de heer Bosman inder
tijd de parlementaire redacties over de stand van zaken
heeft ingelicht waardoor de toonaangevende pers in zijn
kolommen zich positief heeft uitgelaten over de door
het bedrijf ontwikkelde denkbeelden. Ook de fracties
in de Kamer staan achter het bedrijf. De zaak vindt
zondermeer voortgang. De Voorzitter concludeerde uit
deze stand van zaken dat het niet juist zou zijn op dit
ogenblik al maatregelen te nemen voor het geval de
beslissing van de regering negatief blijkt te zijn. Daarom
heeft het Hoofdbestuur gemeend de bijdrage aan het
Productiefonds ook voor dit jaar wederom beschikbaar
te moeten stellen.
Oproep tot solidariteit
In het verdere verloop van zijn rede vermeldde de
Voorzitter de toenemende propaganda-activiteiten die
bij het publiek een grotere belangstelling voor film en
bioscoop wekken. Met de mogelijkheid dat in de grote
steden de belangstelling voor film en bioscoop nu niet
meer zo snel terugloopt, kan worden rekening gehouden.
De heer Miedema sprak de wens uit dat dit ook in
andere steden eerstdaags mag worden geconstateerd.
Voorbijgaan aan het feit dat vele bioscopen hebben
moeten sluiten en andere zaken het zeer moeilijk hebben
is echter niet mogelijk. De concurrentie is in de huidige
omstandigheden verscherpt, waardoor het des te meer
noodzakelijk is dat we voor alles solidair zijn met elkaar
en zakelijk gezien rekening houden met individuele
situaties. Verdwijnen van zaken betekent voor het be
drijf in zijn geheel, een schadepost. Zelf meewerken
aan het afstotingsproces is voor ons bedrijf uit den boze.
Over de maatregelen van het Hoofdbestuur voor een
grotere spreidingsmogelijkheid van films en een ver
snelde doorstroming, deelde de Voorzitter in zijn rede het
volgende mee:
,,De response van de leden is niet zodanig geweest, dat
de voorstellen het tot de Ledenraad hebben kunnen
brengen. Het Hoofdbestuur zal deze zaak met het oog
op de hierbij betrokken algemene bedrijfsbelangen thans
nader bestuderen, waarbij het tevens zal nagaan welke
gedragslijn verder ten aanzien van de voorstellen dient
te worden gevolgd. Intussen doe ik een dringend beroep
op de leden die sterke posities innemen, posities die voor
het bedrijf overigens van groot belang zijn te achten,
daarvan een zodanig gebruik te maken, dat geen aan
leiding wordt gegeven tot onvrede en klachten. Daar
mede is niemand gebaat."
Eenheid in de organisatie
Aan het slot van zijn rede riep de heer Miedema de leden
op de eenheid in de organisatie te bewaren. Hij deelde
mee dat het Hoofdbestuur thans een rapport bestudeert
afkomstig van de Bondsdirectie, waaruit duidelijk het
belang van de organisatie in het verleden, in het heden
en voor de toekomst naar voren komt.
De voorzitter voert het woord tijdens de vergadering. Achter de bestuurstafel van links naar rechts de heren A. F. Wolff, J. G. J. Bos
man, Joh. Miedema en C. S. Roem.