Daarom is een man
soms extra lief...
Daarom is een man somsextraliefvoorzijnvrouw.Daarom
neemt hij haar mee, een avond naar de film. Zomaar. Bij verrassing. Omdat hij
van haar houdt. Omdat hij begrijpt dat zij het nodig heeft, dat altijd maar thuis-
zitten haar moe en miezerig maakt. Daarom koopt hij van tijd tot tijd 2 kaartjes.
Een verrassing zo lief als de rozen uit de eerste dagen van hun verliefdheidEen
film zien! Gezellig. Grote sterren, geweldig beeld, rijk geluid. Film op z'n best.
Remedie tegen de sleur en ontspanning voordegeest. Daarom: af en toe 2 kaartjes
van hem voor haar. Want: j^^ mQr fe fifa fa gezemg
Een der succesvolle campagne
advertenties (zie pag. 294)
de begroting van het ministerie van
C.R.M, een post werd opgevoerd als
„subsidie aan het ontwikkelingsfonds
voor het Nederlandse filmwezen.'' Een
idee, dat in 1963 reeds door het Hoofd
bestuur was geopperd en was geba
seerd op belastingafschaffing.
De verlangens van het Hoofdbestuur
tolk van bittere noodzaak wa
ren erop gericht, na een eerste aan
loop te komen tot een volledige com
pensatie van de vermakelijkheidsbelas-
ting. Aan deze verlangens werd maar
zeer ten dele tegemoetgekomen, maar
het goedkeuren van de begrotingspost,
al wees die maar een bescheiden be
drag aan, betekende een doorbraak in
de tot dan toe in overheidskringen
heersende opvattingen over de verma-
kelijkheidsbelasting. Voor het eerst
was erkend, dat die belasting in naam
een verteringsbelasting, maar in feite
een zakelijke belasting op het bedrijf
is.
Na een tuimeling in de cijfers van de
clientèle van 69.940.000 in het top
jaar 1956 naar 31.058.000 in 1967
zou menig ander bedrijf reeds lang
zijn aktiviteit hebben gestaakt. Dat
desondanks het Nederlandse bioscoop
bedrijf heeft kans gezien gaaf te blij
ven en veerkrachtig, liquide en vol
expansiedrang, duidt op een geheel
eigen karakter. Het filmverhuurbedrijf,
hoezeer ook mede getroffen door de
terugslag van het verminderde bio
scoopbezoek, zag kans zijn relaties op
de internationale filmmarkt uit te
breiden, ook voorzover het films be
trof, die van zeer geavanceerde pro
ducenten afkomstig waren. De filmla-
boratoria hebben zich aan de nieuwe
situatie weten aan te passen. Ook het
feit, dat de reclameopbrengsten uit
televisie hebben geleid tot uitdeling
van smartegeld onder de getroffenen,
zonder dat het bioscoopbedrijf daarbij
tegenwoordig mocht zijn, zal die veer
kracht niet schaden, omdat deze wordt
gevoed uit een wereldomspannende
vlijt de Film zijn plaats te hergeven
als inspirerend medium en forum van
onafhankelijke meningsvorming.
293