Filmcentrum
Een taak
Nieuwe golf
305
Den Haag bracht een noviteit, het eer
ste Bondscongres met als eerste mot
to „Het film en bioscoopbedrijf tus
sen de overige ontspanningsmedia."
Gehouden in de grote zaal van het Ge
meentemuseum werd het congres een
grootse, ernstige manifestatie van een
bedrijf dat zich goed van zijn plaats
en van zijn moeilijkheden en moge
lijkheden bewust was.
In Metropole-Tuschinski kon de minis
ter van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen mr. J. M. L. Th. Cals 's
avonds met trots zeggen, dat Den
Haag iets voor had op Arnhem. Kon
den in Arnhem slechts Nederlandse
documentaires worden vertoond, Den
Haag zou de première beleven van een
speelfilm. De minister kondigde de
vertoning aan van „Rembrandt schil
der van de mens", een film van Bert
Haanstra. De speelfilm was „Stran
ding" van L. A. van Gasteren.
De hoofdfilm van die gala-avond was
Otto Premingers ,,St. Joan". In het
stadhuis, tijdens een ontvangst door de
gemeente zag men daar ook Guilet-
ta Massina.
De Stichting Filmcentrum, die in de
filmweek tien jaar oud werd vierde dit
jubileum in Den Haag met verve en
het Filminstituut liet in hjet Scheve-
ningse Kurhaus discussiëren over
„Film en vrijetijdsbesteding."
Een scenario prijsvraag voor de jeugd
werd met een schitterend resultaat
bekroond. Forums, vergaderingen, spe
ciale dagen gingen als een bonte ka-
leidoscoop voorbij, waarbij niet het
minst opviel de dagelijkse demonstra
tie van het Todd-AO systeem. Een
sensatie in de jaren dat het brede beeld
nog geen gemeengoed was.
En niet vergeten mag worden de Al
gemene vergadering van de Union
Internationale de 1'Exploitation Ciné-
matografique, die voor een keer Den
Haag had verkozen boven Parijs om
de Filmweek meer relief te geven.
Acht landen vaardigden hun topmen
sen af. Staatssecretaris van O. K. en
W., mr. R. G. A. Höppener opende de
vergadering. De heer I. Gemini (Ita
lië) presideerde.
Citeren wij een uitspraak van de heer
Gemini: „De film, een van de merk
waardigste moderne uitingen van de
menselijke geest, heeft haar eigen
taal, die in alle werelddelen kan wor
den verstaan. Zij kan een boodschap
brengen van broederschap, liefde, ver-
Minister dr. M. A. M. Klompé is altijd vol belang
stelling voor het film- en bioscoopbedrijf en
alle manifestaties, die daarmee verbonden zijn.
langen en vrede en kan zo een brug
zijn tussen de volkeren, welke staat
kundige grenzen en verschillen in
taal, kleding en traditie doet verva
gen. Het bioscoopbedrijf heeft in dit
opzicht een taak te vervullen. Deze
taak is de oorsprong van het werk
van de U.I.E.C."
In het Palacehotel vlood de filmweek
Den Haag naar zijn einde. Den Haag
had uitzonderlijk veel belangrijke gas
ten uit het buitenland binnen zijn gren
zen gehad als de filmsterren James
Robertson Justice en Melina Mercou-
ri.
Toen het allemaal voorbij was wilde
Den Haag de filmweek eigenlijk wel
behouden. Men raakte niet uitgepraat
over de nachten van Cabiria.
Edoch in 1959 werd geannonceerd,
dat de filmweek tussen 19 en 25 juni
te Arnhem zou worden gehouden.
Dick Elffers voelde als tekenaar goed
aan dat alle ogen gericht zouden zijn
op Arnhem en handelde daarnaar bij
het ontwerpen van zijn affiche.
De oecumenische filmbeweging in de
Stichting Filmcentrum bracht een pro
gramma met een première van de Jo-
hannesCalvijnfilm „God alleen zij eer"
in en de Katholieke filmactie zette
het belang van een gezond filmama-
teurisme midden in de spotlights.
Op de openingsavond ging „Les qua-
tre cents coups" van Truffaut in pre
mière en maakte Nederland kennis
met de nouvelle vague, de nieuwe
richting onder de regisseurs welke
voor een deel de filmweek zou be
heersen.
Het „festival" werd uitzonderlijk goed
van sfeer door een boeiende wissel
werking tussen de vertoonde films en
het publiek, dat meeleefde en spon
taan uiting gaf wanneer iets in de
smaak viel.
De filmjournalisten te Arnhem in nouvelle vague opstelling.