Onafhankelijk omzien
Dit jaar 1970 is een jaar van omzien. 25 Jaar scheiden ons van de dag, waarop wij
als natie de vrijheid herkregen, en als organisatie opstonden uit de ogenschijnlijke
sluimer tijdens de bezetting. 75 Jaar is het geleden, dat het medium werd geboren
dat ons nu als organisatie vereent: film.
Onze organisatie maakt er geen gewoonte van terug te blikken. Wij hebben het in 1968
gedaan bij het jubileum. Als wij het toch doen, gebeurt het steels in het voortgaan. Het
is een zich vergewissen of woorden van 1945 nog inhoud, daden nog betekenis hebben,
het karakter van de organisatie nog even hecht is.
„Het Hoofdbestuur neemt de overtuiging als richtsnoer, dat de kentering der tijden,
waaraan wij onderhevig zijn, de werkzaamheid van alle ondernemers in een nieuw licht
plaatst; haar waardering zal anders en hoger liggen dan voorheen het geval was. Daar
om zal bij de vervulling van de taak die de Bond te wachten staat meer nog dan voor
heen gestreefd moeten worden naar een voortdurende synthese van haar kunstzinnige,
sociale en commerciële betekenis." Zo riep het Hoofdbestuur in 1945 de leden op tot
arbeid.
Sedertdien heeft de organisatie, c.q. hebben de leden de „kentering der tijden" wel leren
kennen. Zij hebben ook de maalstroom van discussie aangetroffen, welke in 1945 werd
geformuleerd als het streven naar de synthese van het artistieke, het sociale en het
zakelijke. Niemand kon bevroeden dat er een ideaal van ,,over 25 jaar" mee was neer
geschreven, wat dwars door alle lagen van de maatschappij het onrustige beeld zou
scheppen bij de huidige internationale herwaardering van allerlei normen. In deze
poging tot heroriëntering, vooral bij de jeugd, speelt wat ons in wezen bindt de film
een grote rol.
Beweeglijkheid is sinds de geboorte van de film een kenmerk van ons bedrijf geweest.
Het heeft, bij alle pogingen van de film om het publiek zijn Jnstant-wensvervulling" te
geven ook geleerd toekomstverwachtingen hoe rooskleurig of somber zonder ner
vositeit te analyseren en trends te ontdekken, waarmee gewerkt kon worden.
Deze houding heeft bijgedragen tot het handhaven van de onafhankelijkheid van het be
drijf in ons land; het voorzien van ongunstige ontwikkelingen, zodat het bedrijf bij voor
beeld aan massale theatersluitingen ontkwam; het gezond houden van de economische
structuur en de samenwerkingsgedachte, laatstelijk geheel nieuw en democratisch ge
fundeerd in de „herstructurering".
In de hoge zeeën van concurrentie met andere media is het bioscoopbedrijf op eigen
kracht staande gebleven. Zelfs krachtig genoeg om nog allerlei lasten van zich af te
schudden, of dit althans te trachten. Noemen wij slechts de vermakelijkheidsbelasting
en de keuring.
AMSTERDAM