BHB nieuw produkt op de markt moet bren gen. Dat doet Unilever of een andere maatschappij zo nu en dan. Sommigen van U doen dat 26 of 30 maal per jaar. Die ondernemer moet het publiek zo goed mogelijk bekend maken met het bestaan van het produkt en met de ka rakteristieken daarvan, zodat het bij de consumenten met het juiste behoefte patroon terecht komt. Hij dient boven dien de consumenten te motiveren tot de koop van het produkt. Wij weten natuurlijk allemaal, dat informatie op zichzelf niet noodzakelijkerwijs hoeft te motiveren. Je kunt tot en met infor meren over een bepaald onderwerp, maar dat neemt niet weg, dat het dan toch vaak moeilijk is om de mensen er toe te krijgen het produkt te consume ren of van de dienst gebruik te maken. Het gaat dus om een bepaalde, typi sche vorm van informatie. Een blik op de reklame zal U leren, dat men vrij wel steeds poogt te informeren via een deel van die informatie, op bepaalde wijze gepresenteerd. Reklame maken houdt dus een selectieproces in, ge richt op de selectiviteit bij de consu ment bij de waarneming en verwerking van die reklame. Je hebt een zekere hoeveelheid informatie over het pro dukt en de dienst aan de ene kant, je hebt aan de andere kant het publiek dat maar een beperkte informatie tot zich kan nemen en precies een bepaald mootje informatie, op een bepaalde manier gebracht, nodig heeft om te reageren. Een van de belangrijkste pro cessen die er in de reklame plaatsvin den is altijd de selectiviteit. Het selec teren van de juiste informatie en het brengen van die informatie op de juis te manier. Het bedrijf en de culturele media slagen er dikwijls gezamenlijk niet in de consument zodanig te infor meren over het produkt, dat hij zich na afloop niet bekocht voelt. Wij kunnen ons dus afvragen in hoe verre de consument zich in het alge meen bevredigend geïnformeerd acht ten aanzien van Uw produkt. Iets meer dan de helft van de consumenten zegt, dat men zich bevredigend geïnformeerd voelt ten aanzien van het produkt. 28 van de ondervraagde personen in ons recente onderzoek en zelfs 40% van de jongeren en dat is uit eindelijk op het ogenblik Uw belang rijkste doelgroep vinden dat ze on voldoende geïnformeerd zijn. Dan zijn er nog een aantal mensen, die zeggen „weet ik niet", dat zijn ongetwijfeld de mensen die zelden of nooit in een bio scoop komen. Een aanzienlijk deel van dit volk voelt zich dus onvoldoende ge ïnformeerd ten aanzien van het pro dukt, dat U brengt. Wat vindt men dan van de indruk die men krijgt via de verschillende media die U ter beschikking hebt? Dit is wat gecompliceerder: dat gaat dus over twee verschillende media, te weten recensies en advertenties. Het aantal lezers van recensies is 72 onder de jongeren en 47 onder de ouderen. Dan is er gevraagd aan de mensen die dus kennisnamen van deze vormen van communicatie, in hoeverre men vond, dat men een goede indruk van het produkt kreeg. 56 vindt dan dat de advertenties een goede of tame lijk goede indruk geven, 73 vindt dit van de recensies op de filmpagina. Maar „minder goed" is ten aanz'en van advertenties of recensies weer een aanzienlijk aantal, namelijk 25 resp. 18%. Ik wil hier op grond van deze gegevens helemaal geen uitspraak wa- Inleider Drs. P. H. van Westendorp. gen over de objectieve kwaliteiten van de informatie die omtrent Uw produkt gegeven moet worden, maar in ieder geval kan wel vastgesteld worden, dat een belangrijk deel van Uw publiek zich toch blijkbaar beschouwt als ma tig of slecht voorgelicht. U moet zich daarbij dan wel voor ogen houden, dat slecht voorgelicht natuurlijk even vaak zal betekenen „slecht gemotiveerd" of „verkeerd gemotiveerd". Wat die motivatie betreft merkte ik al op, dat die motivatie ten aanzien van de bioscopen een gecompliceerd ka rakter heeft. Ik heb hier de belangrijk ste motieven-momenten neergeschre ven. Dat zijn dan hele grote catego rieën van „algemeen" naar „specifiek". Het algemene motief is „een avondje uit". Dat is het motief dat de Bond in dertijd heeft gebruikt voor de collec tieve campagne met de roos. Een an der motief is: „een bioscooptheater bezoeken". Als je de keuze hebt kun je zeggen, dat is een fijn theater, daar ga ik graag heen en dat is een naar theater, daar kom ik liever niet. Dan zijn er de mensen die „een film willen zien". Typische bezoekers van het buurttheater. Zij gaan niet naar toneel, zij gaan niet naar de opera, zij gaan niet naar het ballet, maar zij gaan „een film zien" maar wat er draait is niet zo verschrikkelijk belangrijk en dan zijn er nog tenslotte de mensen die een specifieke film komen zien. Met al de ze belangrijke motivatiemomenten moet rekening worden gehouden. Het is natuurlijk verkeerd om je helemaal te concentreren op „het avondje uit", maar het is natuurlijk even verkeerd als je denkt aan de motivatie van de consument alle aandacht te richten op de specifieke film en daarbij die ver schrikkelijk belangrijke motivatie rond het produkt het feit dat U het thea ter heeft met de bepaalde accommo datie en zo te verwaarlozen. De ondernemer zal in het algemeen niet zo veel kunnen doen aan de eerste drie punten, tenminste wat de reklame betreft. Iets anders is natuurlijk, dat hij via zijn individuele reklame bijdraagt tot de algemene indruk of imago een moderner woord zoals dat leeft omtrent de bioscoop bij het publiek. En de vraag is zeer gerechtvaardigd in hoeverre dat deel aansluit bij de reali teit aan de ene kant en bij de behoefte aan de andere kant. Er is enige reden om daaraan te twijfe len. Zo denkt 2/3 van het publiek, dat wat het meest draait in de bioscoop sexfilms zijn, terwijl slechts 10% deze categorie films noemt als de rolprenten die men nou bij uitstek graag zou wil len zien. Aan de andere kant meent slechts 17% van de ondervraagden dat ko mische films het meest draaien, doch 51 zou deze films graag willen zien. Dit alles is niet bedoeld om U ertoe aan te zetten op stel en sprong de programmering te wijzigen, maar wel om U te laten zien, dat het beeld, dat men zich van het aanbod in de biosco- 11

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1973 | | pagina 11