Gaat de B.V. de „gespaarde" bedragen als dividend, uitkeren, dan zal hierover naar het progressieve tarief inkomstenbelasting verschuldigd zijn. 2. De B.V. kan aan haar directeuren een pensioen, zowel een ouderdoms- als een weduwe- en wezenpensioen toekennen, welk pensioen voor een groot deel verplicht wordt ondergebracht bij Uw bedrijfspensioenfonds. De premies hiervoor zijn aftrekbaar van de fiscale winst. Nu kan zij de gebruikelijke pensioengrondslag voor hen ook nog extra verhogen. Dat extra deel kan hetzij in het bedrijfspensioenfonds worden ondergebracht, hetzij in eigen beheer worden gehouden. Beide mogelijkheden zijn gunstig. In het eerste geval is de premie weer van de winst aftrekbaar, en in het tweede geval kan ten laste van de winst een pensioenvoorziening worden opgebouwd. Een en ander kan een aanzienlijke besparing van ven nootschapsbelasting opleveren. Speciaal op het punt van de pensioenen is de B.V.-vorm attractiever dan de eenmansonderneming of de vennoot schap onder firma, welke alleen de mogelijkheid van het vormen van de zg. oudendagsreserve kennen. 3. De bedrijfscontinuïteit is in de B.V.-vorm vaak beter gewaarborgd dan in de eenmansonderneming. 4. De directeur van de B.V. valt als werknemer onder de diverse sociale verzekeringen. Door een in de toekomst meer algemeen geldend worden van sociale verzeke ringen zal dit aspect waarschijnlijk in belang afnemen. 5. De B.V.-vorm heeft als eigenschap dat de civielrechte lijke aansprakelijkheid van de ondernemer wordt beperkt. Hiermede heb ik een aantal aspecten van de B.V.-vorm genoemd. Of in een concrete situatie al dan niet moet wor den gekozen voor een B.V.-vorm zal zorgvuldig bekeken moeten worden met afweging van de betrokken belangen, zulks in overleg met een deskundige. Indien men zou besluiten dat de oprichting van een B.V. te verkiezen is, dan kan ik ga ervan uit dat voordien reeds een onderneming werd gedreven de omzetting fiscaal op twee manieren geschieden: a. geruisvol. De onderneming wordt geacht te zijn gestaakt; over de meerwaarden aanwezig in het bedrijf, stille reserves, goodwill e.d. zal met de fiscus afgerekend dienen te worden. Het tarief varieert van 20-50%, zulks afhanke lijk van de hoogte van de belastbare inkomens over de laatste drie jaren. Als stakingsfaciliteit (de eenmansonderneming wordt ge staakt) geldt een vrijstelling van ƒ15.000,—; tevens be staat de mogelijkheid om ten laste van en dus in minde ring komend op de stakingswinst een stamrecht te be dingen in rechtstreeks verband met en uiterlijk zes maan den na de beëindiging van de eenmansonderneming. De vrijstelling bedraagt minimaal ƒ50.000,— en maximaal ƒ200.000,waarbij een aantal voorwaarden in acht dient te worden genomen. Het zou te ver voeren hier thans op in te gaan. b. geruisloos. De eenmansonderneming wordt geacht niet te zijn ge staakt. De B.V. zet de onderneming voort, gaat volledig door op de oude voet (boekwaarden, afschrijvingen etc). Op het moment van omzetting is geen inkomstenbelas ting verschuldigd. Het verzoek tot geruisloze omzetting dient gericht te worden aan de Staatssecretaris van Financiën. Indien het verzoek wordt ingewilligd, geschiedt zulks onder het stellen van een aantal standaardvoorwaarden. Een van de belangrijkste is, dat de aandelen behou dens met goedkeuring van de Staatssecretaris van Financiën niet binnen 3 jaar na oprichting van de B.V. vervreemd mogen worden op straffe van verlies van de faciliteit van de geruisloze overgang. FISCALE RESERVES Zolang de belastingplichtige voor zijn onderneming een regelmatige boekhouding voert met geregelde jaarlijkse af sluitingen, kan hij ten laste van de fiscale winst een drietal fiscale reserves vormen, te weten: a. een reserve tot gelijkmatige verdeling van kosten en lasten (egalisatiereserve); b. een reserve assurantie-eigen risico; c. een vervangingsreserve. Hieronder zal ik nader ingaan op de egalisatiereserve en de vervangingsreserve, zijnde de reserves die m.i. voor U speciaal interessant zijn. ad a. De reserve tot gelijkmatige verdeling van kosten en lasten dient om de lasten, welke door de bedrijfsuitoefening van enig jaar worden veroorzaakt reeds in dat jaar ten laste van de winst te brengen hoewel de uitgaaf ter zake van die last in een later jaar zal worden gedaan. Indien niet elk jaar, doch telkens na verloop van enige jaren een bedrag moet worden besteed voor onderhoud van bijvoorbeeld een bedrijfspand, dan kan de ondernemer de kosten van dit periodieke onderhoud over de onderhouds periode verdelen door het vormen van de zogenaamde egalisatiereserve. Indien besloten wordt een egalisatiereserve te vormen, be tekent dit dat jaarlijks, dus ook in verliesjaren een bedrag gereserveerd moet worden. De uitgaaf, terzake waarvan de reserve is gevormd, zal in het jaar waarin zij wordt gedaan, ten laste van de reserve worden geboekt. Wanneer het gereserveerde bedrag niet toereikend is, dan zal het meerdere bedrag van de uitgaaf ten laste van de winst van het jaar, waarin de uitgaaf is gedaan, gebracht kunnen worden. ad b. vervangingsreserve: De ondernemer, die een bedrijfsmiddel vervreemdt tegen een prijs welke hoger is dan de fiscale boekwaarde zal, de aldus ontstane boekwinst tot zijn belastbare winst moeten rekenen, hetgeen uiteraard betaling van belasting en daar door aantasting van de liquiditeitspositie ten gevolge heeft. Hetgeen met name bezwaarlijk is in de situatie dat de ondernemer een vervangende investering wil plegen. Teneinde hieraan tegemoet te komen kent de Wet op de Inkomstenbelasting de bepaling dat, indien en zolang het voornemen tot vervanging of herstel bestaat, de (bij verkoop of beschadiging) gerealiseerde winst belastingvrij mag worden gereserveerd, waarbij het volgende in acht dient te worden genomen: van vervanging is slechts sprake indien het nieuwe be drijfsmiddel bedrijfseconomisch een zelfde functie heeft, als het oude; uit de vervangingsreserve kan niet meer op de kostprijs van het vervangende bedrijfsmiddel worden afgeboekt, dan totdat de boekwaarde van het verkochte bedrijfs middel is bereikt; de gereserveerde boekwinst wordt uiterlijk in het vierde kalenderjaar volgende op dat waarin de reserve is ont staan, in de winst opgenomen, indien dan het voornemen 26

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1975 | | pagina 26