SOCIAAL DENK BIJ UW BOUWPLANNEN OOK AAN GEHANDICAPTEN LANGDURIG ZIEK EN WAT DAN? AANSTEL LINGSBRIEF INVALIDEN GEHOORGESTOORDEN RINGLEIDINGEN Voorheen was de werkgever op grond van de CAO voor het bioscoopbedrijf gebonden om bij langdurige ziekte van een werknemer, vakantietoeslag uit te keren op basis van de suppletie van 10% van diens loon. Intussen zijn de op dit terrein be staande wettelijke regelingen zodanig veranderd, dat vakantiegeld over het gehele loon moet worden uitbetaald, dus ook over het deel dat ingevolge de Ziektewet door de bedrijfsvereniging wordt uitgekeerd. Wanneer door de werkgever ter aanvulling van de uitke ring krachtens de Ziektewet 10% wordt bijbetaald, gaat het bij de berekening van de vakantietoeslag dus om 90% van het loon als uitgangspunt. Wanneer een werknemer na een jaar ziekte over gaat naar de W.A.O. (Wet Arbeidsongeschiktheid) is de werkge ver op grond van de CAO niet langer verplicht een suppletie te verlenen op de WAO-uitkering. De zieke werkne mer blijft echter wel in dienst. Ten einde het dienstverband te verbreken moet bij het gewestelijk arbeidsbureau een ontslagvergunning worden aange vraagd. Zulk een vergunning zal als regel worden verleend nadat de werk- mer tenminste een jaar onder de W.A.O.valt. Er zij nogmaals gewezen op het be paalde in art. 5 sub 5 van de C.A.O. voor het bioscoopbedrijf, inhoudende dat aanstelling van werknemers uit sluitend dient te geschieden door mid del van een aanstellingsbrief in duplo, door werkgever en werknemer beiden te ondertekenen, waarvan één exem plaar in handen van de werkgever blijft en het tweede exemplaar aan de werknemer wordt uitgereikt. In zulk een aanstellingsbrief wordt vermeld: a) namen en adressen van de werkge ver en werknemer; b) naam en adres van de bioscoop (bioscopen), waarin de werknemer zijn werkzaamheden zal verrichten met een omschrijving van de functie van de werknemer; c) het loon per week of per maand (respectievelijk het garantie-inko men en het basisloon) van de werk nemer; d) aanvangsdatum van het dienstver band en de wekelijkse arbeidstijd; e) de bepaling, dat op de dienstbe trekking van toepassing zijn de be palingen van deze collectieve ar beidsovereenkomst f) de verklaring, dat alle uit of naar aanleiding van de arbeidsovereen komst tussen werkgever en werk nemer ontstane geschillen behal ve die betrekking hebbende op opzegging der dienstbetrekking met uitsluiting van de burgerlijke rechter zijn onderworpen aan arbi trage, als geregeld in de collectieve arbeidsovereenkomst g) eventuele bijzondere voorwaarden. De indruk bestaat dat aan deze voor beide partijen nuttige bepaling waarbij de rechten en verplichtingen over en weer worden vastgelegd, niet altijd de hand wordt gehouden, hetgeen bijv. bij arbeidsgeschillen onaangename gevol gen kan hebben. Door de Algemene Nederlandse Invali den Bond is onze aandacht gevestigd op het feit dat bij verbouw of nieuw bouw van bioscopen helaas nog steeds te weinig rekening wordt gehouden met de behoeften en (onmogelijkhe den van de bejaarden en/of gehandi capte medemens. Men stelt, dat indien opdrachtgevers in hun bouwplannen van meet af aan rekening zouden houden met gehan dicapte bioscoopbezoekers, een van de doelstellingen van de ANIB 'het be vorderen van de toegankelijkheid van openbare gebouwen', voor een belang rijk deel verwezenlijkt zou kunnen worden. De eventuele meerkosten die zouden optreden bij het toegankelijk maken voor bijvoorbeeld rolstoelen, kunnen voor 95% via de R.C.O.W.-regeling door de provinciale overheid gesub sidieerd worden. Ook de organisatie van gehoorgestoor den heeft zich in het verleden enige malen tot ons gewend met de vraag of niet bevorderd zou kunnen worden dat nieuwe bioscopen worden uitge rust met een zogeheten ringleiding, waardoor mensen met een gehoor- appraat grotere belangstelling voor bioscoopbezoek zouden kunnen krij gen. Het is ons niet bekend of voor een dusdanige, relatief weinig kostbare, installatie, eveneens subsidiemogelijk heden bestaan. Een bezwaar wordt in deze gevormd door het feit, dat in gebouwen waar zich meer bioscopen bevinden, de vel den van de eventuele ringleidingen elkaar onderling zouden overlappen, zodat men in de ene zaal ook het (ring- leiding-)geluid van een andere zaal met een gehoorapparaat zou kunnen op vangen. Per complex zou dus ten hoogste één zaal van een ringleiding voorzien kunnen worden en dat zou dan ook ten behoeve van de betrok kenen duideüjk aangekondigd moeten worden. Er zijn natuurlijk wel mogelijkheden om door toepassing van verschillende frequenties aan bovenbedoeld bezwaar tegemoet te komen, maar tot nu toe zijn de gangbare gehoorapparaten niet voor de ontvangst van gescheiden fre quenties ingericht. Wij geven u in overweging om bij de uitvoering van uw bouwplannen, waar mogelijk, met het vorenstaande reke ning te houden.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1977 | | pagina 13