GROEIENDE
ECONOMISCHE
BETEKENIS
VAN
NEDERLANDSE
FILMMARKT
kennen als een man met een enorme kennis van zaken op filmgebied,
een hoge mate van taktisch inzicht en grote organisatorische gaven.
Hij is vooral een aimabel mens met veel gevoel voor humor en is me
de hierdoor in staat te relativeren, een waardevolle eigenschap in or-
ganisatieverband.
De benoeming van de heer Nijland op 12 december 1972 tot Voorzit
ter van deze organisatie was een logische afsluiting van zijn Bondscar
rière.
Niet alleen in de filmsector is de heer Nijland een vooraanstaand
man. Ook in de paardensport, in het bijzonder op het gebied van de
dressuur, heeft hij gedurende vele jaren op nationaal niveau belangrij
ke taken verricht, nog ongeacht zijn persoonlijke capaciteiten als
dressuurruiter.
De Koninklijke onderscheiding is voor de heer Nijland persoon
lijk zeer eervol, doch zij is het ook voor de Nederlandse Bioscoop
bond, doordat de onderscheiding met name is gekoppeld aan de
functie van de heer Nijland als Bondsvoorzitter. Onze organisatie be
staat dit jaar 60 jaar, een jubüeum dat in het najaar zal worden
gevierd. De toekenning van de orde aan onze Bondsvoorzitter geeft
extra glans aan dit jubileumjaar.
Wij feliciteren onze Bondsvoorzitter en mevrouw Nijland recht harte
lijk met zijn benoeming tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau.
Wij verbinden daaraan de mogelijk wat zelfzuchtige wens, dat de heer
Nijland nog menig jaar leiding aan onze organisatie zal geven.
v.T.
SLUITINGSDATUM 'FILM' NR. 10
Advertentiemateriaal (werktekeningen, advertentie
afdrukken met zetaanwijzingen etc.) voor plaatsing in
'FILM nr. 10 dient uiterlijk 10 mei om 5 uur in ons bezit
te zijn. Nr. 10 verschijnt op 18 mei en 'dekt' dus
de speelweken 18.5/24.5 en evt. 25.5/31.5.
Indien u op 10 mei nog niet de exakte gegevens kunt
leveren, is het mogelijk op die dag te RESERVEREN en
het uiteindelijke advertentiemateriaal UITERLIJK op
maandag 15 mei voor 5 uur bij drukkerij Poortpers,
Torensteeg 3, Amsterdam (tel. 020-23 14 85) aan
te leveren.
Kontakt over alle advertenties via deze drukkerij:
de heer G. Timmer.
Onlangs lazen wij dat de bruto-bio-
scoopomzet van Groot-Brittanniè' in
1977 rond 450 miljoen gulden heeft
bedragen. De Nederlandse omzet in dit
jaar maakt meer dan 1/3 van de Britse
omzet uit. Het komt ons voor, dat uit
deze cijfers duidelijk de betekenis
blijkt van de huidige Nederlandse film-
markt. Engeland moge dan in Europa
op filmexploitatiegebied zeer zware
klappen te incasseren hebben gekre
gen, het land is in commercieel opzicht
toch nog altijd van groot belang.
Ook in vergelijking met andere Euro
pese landen blijkt Nederland relatief
genomen een sterkere positie in te ne
men, hoewel wij ten opzichte van tra
ditioneel grote filmmarkten als de La
tijnse landen Italië en Frankrijk nog al
tijd ver achter liggen.
Een beter figuur slaat Nederland ech
ter, wanneer men de ontwikkeling op
langere termijn in bijvoorbeeld de
Duitse Bondsrepubliek en België verge
lijkenderwijs onder de loep neemt. In
deze vergelijking betrekken wij uiter
aard ook Engeland.
Een twintig jaar geleden was de gemid
delde bezoekfrequentie per inwoner in
Duitsland, Engeland en België respec
tievelijk 2Vi, 4 en 2 maal zo hoog als
die van Nederland. Thans liggen Duits
land en Engeland qua bezoekfrequen
tie op hetzelfde niveau als ons land en
bedraagt de bezoekfrequentie van Bel
gië nog maar 1/4 meer dan de Neder
landse frequentie.
Het is niet zo, dat de economische
teruggang op filmgebied in de wereld
sinds het begin van de zestiger jaren
aan Nederland voorbij is gegaan. De
Nederlandse bioscoopmarkt heeft zich
echter beter kunnen handhaven en,
wat ook van belang is, zich meer kun
nen herstellen. Dit laatste komt vooral
tot uiting in de krachtige uitbreiding
van het aantal bioscoopzalen.
Nederland blijft met circa 4% van de
gehele filmmarkt van de Europese Ge
meenschap natuurlijk maar een kleine
markt, doch het stemt tot voldoening,
dat dit aandeel ten opzichte van de si
tuatie rond twintig jaar geleden toen
het omstreeks 2Vz% bedroeg in niet
geringe mate is gestegen.