II) DIT
Winst voor kabeltelevisie
in eerste ronde proefproces
Tweewekelijkse
uitgave van de
Nederlandse Bioscoopbond
nummer 15
27 juli 1978
Redactie en administratie:
Postbus 5048, Amsterdam.
Tel: 020-79 92 61
Hoofdredacteur:
J.Th. van Taalingen
Eindredacteur
Bart Eldering
Advertenties:
drukkerij Poortpers b.v.
Torensteeg 3Amsterdam
Tel: 020-23 14 85
Winst voor kabeltelevisie
in eerste ronde proef
proces
pagina 1
Nieuwe films
pagina 2-3
Nieuwe bioscopen
pagina 4
Produktie
pagina 5
Bondsnieuws
pagina 7
Premières
pagina 8
FILM
Bij de voorplaat:
Een stunt uit 'Stunt Rock'
herhaald in Amsterdam
(zie ook pagina 3)
In Film no. 2 van 1977 en Film no. 10 van 1978 zijn artikelen verschenen be
treffende het proefproces dat de Nederlandse Bioscoopbond heeft aangespannen
tegen de Stichting tot Exploitatie Centrale Antenne-Inrichting Amstelveen. Het
was erom te doen een principiële uitspraak van de rechter te verkrijgen omtrent
het van Bondswege ingenomen standpunt, dat de doorgifte door de kabeltelevisie
van filmprogramma's die door de Nederlandse omroeporganisaties werden
uitgezonden, als een afzonderlijke openbaarmaking in de zin van de Auteurswet
moet worden aangemerkt. Dit impliceert, dat de kabeltelevisie voor een zodanige
doorgifte de toestemming behoeft van hen die het exploitatierecht op de doorge
geven films bezitten. De kabelnetexploitanten plegen doorgifte van filmpro
gramma's te verrichten zonder toestemming van de auteursrechthebbenden en
handelen ons inziens derhalve onrechtmatig.
De grote Amerikaanse filmproduktiemaatschappijen, die zich ook internationaal
tegen deze vorm van 'filmpiraterij' verzetten, hebben hier in goed overleg met de
Bioscoopbond eveneens een proefproces aangespannen tegen de Amstelveense
kabelnetexploitant, dat evenals ons proces betrekking heeft op programma's die
door Nederlandse zenders werden verspreid, doch dat daarenboven de doorgifte
van filmprogramma's afkomstig van buitenlandse zenders betreft.
Gezien het principiële karakter van de processen is geen schadeloosstelling
geëist, doch alleen een zogenaamde verklaring van recht.
De Amsterdamse arrondissementsrechtbank heeft in haar twee vonnissen van 19
juli j.1. de vorderingen van de Bioscoopbond en de Amerikaanse produktiemaat-
schappijen afgewezen. De Bond is veroordeeld in de kosten van het geding aan de
zijde van de Amstelveense kabelnetexploitant, welke kosten zijn begroot op
f4.000,-.
Ditzelfde bedrag heeft de Amerikaanse procespartij te betalen.
Ondanks het voor de filmauteurs en hun rechtverkrijgende negatieve eindoordeel
heeft de rechtbank de argumentering van de eisende partijen op enige essentiële
punten wel aanvaard.
De Amstelveense kabelnetexploitant had aangevoerd, dat er in het geheel geen
sprake was van een openbaarmaking in de zin van de Auteurswet, omdat hij al
leen maar een reeds via de televisiezender openbaar gemaakt werk doorgeeft en
omdat hij niet in het openbaar werkzaam is, doch de films slechts in de huiska
mers van zijn abonnees brengt. Bovendien bevindt Amstelveen zich volgens de
kabelnetexploitant in een gebied waarin dezelfde programma's ook met een
individuele antenne kunnen worden ontvangen, dat wil zeggen in een nog rede
lijke te achten kwaliteit na aanwending van extra kosten voor de sterk te vergro
ten hoogte daarvan.
Deze motieven waren door de eisende partijen bestreden op gronden die door
de rechtbank juist werden beoordeeld. Met name heeft de rechtbank het crite
rium van de directe ontvangstmogelijkheid bij de gebruikmaking van een individu
ele antenne verworpen. Hij acht dit een plaatselijk te zwevend en dus onhanteer
baar criterium. Ook is de rechtbank met de eisers van mening, dat de kabelnet
exploitant ten behoeve van het Amstelveense publiek natuurlijk wèl in het
openbaar werkt.
De rechtbank moge dan wel vinden, dat het Amstelveense net wel openbaar-
maakt, zij is nochtans de opvatting toegedaan, dat er in dit geval geen 'afzonder
lijke' openbaarmaking is in de zin van artikel 12, 4e lid, der Auteurswet. De
rechtbank zoekt daarvoor aansluiting bij de constructie van de steunzender, die
niet afzonderlijk uitzendt, maar tot het zendorganisme wordt gerekend dat de
oorspronkelijke uitzending verricht. De steunzender maakt dus niet afzonderlijk
openbaar. Nu zegt de rechtbank niet, dat de kabelnetexploitant met zijn kabel
net tot het zendorganisme in vorenbedoelde zin behoort. Dat zou ook moeilijk
zijn te argumenteren. De rechtbank verklaart echter, dat wat de steunzender
doet aan de zendkant, het kabelnet doet aan de ontvangstkant. Er is aan deze
kant één ontvangende collectiviteit, één organisme dat de media- en televisie
uitzendingen ontvangt. "Aan de zendkant is de doorgifte geen afzonderlijke
openbaarmaking, omdat de steunzender samen met de zender openbaarmaakt.
Aan de ontvangstkant is de doorgifte geen afzonderlijke openbaarmaking, omdat
de c.a.i. (centrale antenne-inrichting) samen met de burger ontvangt.", aldus de
rechtbank.
De c.a.i. werkt immers, alweer volgens de rechter, als een collectieve voorzie
ning waarbij de overheid tegemoet komt aan. de belangen van de burger door
1