PHILIPS een onderneming,
de samenleving
een filmserie van Jan Vrijman
"Het verslag van een verkenningstocht
door een gebied, waar nog maar weinig
buitenstaanders zijn binnengedron
gen", aldus karakteriseert Jan Vrijman
zijn vier films over Philips.
Als journalist en cineast altijd geboeid
door typische en gesloten gemeen
schappen binnen onze samenleving, be
gon de monolitische Eindhovense on
derneming hem te interesseren in de
tweede helft van de jaren zestig, toen
de multinationals maatschappelijk in
opspraak kwamen.
Na verschillende pogingen slaagde hij
er eerst in 1975 in belangstelling bij
Philips te wekken voor zijn idee een
zeer persoonlijke film over het bedrijf
te maken. Het duurde nog drie jaar
voor hij toestemming en medewerking
kreeg om in volle vrijheid en naar eigen
inzicht zijn film te gaan maken.
Het project, aanvankelijk opgezet als
een betrekkelijk kleine documentaire,
groeide uit tot een serie van vier afle
veringen van elk rond 75 minuten.
De eerste aflevering Van gloeilamp
tot multinational vertelt de geschie
denis van de onderneming, toont Phi
lips in zijn onafgebroken strijd in het
concurrentiestelsel en verklaart de ge
sloten en paternalistische structuur van
het bedrijf uit de persoonlijkheid van
de beide 'vaders', Gerard en vooral
Anton Philips.
Opmerkelijk uit deze vroegste periode:
de familie- en vriendschapsbanden van
de Philipsen met Karl Marx;de sociaal-
patriarchale houding van de oprich
ters, die hun werknemers verboden
vakbondslid te zijn, maar wel als eer
sten in het land belangrijke sociale
voorzieningen invoerden.
In deze aflevering wordt de mythe van
Philips als pionier van gloeilamp en
radio doorgeprikt en nieuw licht ge
worpen op de eerste voorvechter van
de radio in Nederland, de tragische
Idzerda Steringa.
Deze eerste film laat voorts zien hoe
gloeilamp en radio elk de drager wer-
Filmmaker Vrijman met enkele medewerkers aan de montage. V.l.n.r. cutters Oscar de Waard
en Emile Bensdorp, cameraman Dirk Teenstra en regisseur Jan Vrijman
den van nieuwe ontwikkelingen en
bloei, zoals later de televisie, die (in
gevoerd toen de regering Drees zwicht
te voor de Eindhovense druk) het
begin betekende van de opmars in de
elektronica, de diversificatie naar hon
derden produkten, de verspreiding
over de hele wereld het ontstaan van
de multinational.
In de tweede aflevering Het grenzeloze
bedrij f v/ordt het ondernemen getoond
als een grenzeloos spel van slagen en
falen in de concurrentiestrijd. Tegen
over het grote succes van het scheer-
apparaat staat de dramatische neder
laag in het computeravontuur.
Getoond wordt hoe en waarom nieuwe
produkten ontstaan en hoe onderne
mers maatschappelijke betekenis on
derkennen in tal van artikelen die in
menig oog nutteloos zijn. Het maat
schappijbeeld van de ondernemer: het
concurrentiestelsel als maatschappelijk
ideaal.
Tenslotte komt in deze tweede film
aan de orde waarom het bedrijf naar
de ontwikkelingslanden trok. De visie
van de ondernemers op hun aanwezig
heid in de derde wereld, temidden van
armoede en onder vaak dictatoriale
regimes.
De derde aflevering Het werk in de fa
brieken houdt zich bezig met de onge
schoolde fabrieksarbeider, die nog
steeds de grootste categorie Philips-
werknemers uitmaken.
Hoe is het leven en werken in de mo
derne produktie fabrieken?
"Weinig menswaardig", meent de film
maker; de fabrieksarbeiders zelf blij
ken daar heel verschillend over te
denken en over te praten.
De voortgaande mechanisering lijkt de
arbeid te verbeteren, maar de arbeiders
zelf worden eenzamer; velen denken
met heimwee terug aan de vroegere
'lopende band'..
De opmars van de computers en de
automatisering geeft het fabriekswerk
een schone schijn, maar de bedieners
van de kostbare automaten zijn nog
steeds dezelfde slechtbetaalde, levens
lang kansloze fabrieksarbeiders.
De oprukkende automatisering brengt
een nieuwe arbeidersklasse voort: 'de
nieuwe ongeschoolden'.
In de vierde en laatste aflevering De
vraag naar medezeggenschap komen de
veranderingen aan de orde die zich be
ginnen af te tekenen.
Het tekortschieten van de huidige on
dernemingsraden; de angst van de on
dernemers om hun werknemers te be
trekken in hun toekomstplannen: het
onvermogen en het gebrek aan belang
stelling van de fabrieksarbeiders zelf
om echt iets aan hun situatie te veran
deren.
De pogingen van enkele meer vooruit
strevende persoonlijkheden uit de
kring van arbeiders en management om
tot wezenlijke vernieuwingen op de
fabrieksvloer te komen. De eerste te
kenen dat dit proces zou kunnen sla
gen, de eerste signalen dat er grote ver
anderingen op til zijn.
De invloed van de automatisering op
de werkgelegenheid: een Philips-direc-
teur gelooft, dat de werkgelegenheid in
de industrie evenzeer terug zal lopen
als in de landbouw. De figuur van Eg-
bert Otter een Friese landarbeider
die zich van ongeschoolde fabrieksar
beider ontwikkelde tot een belang
rijke sociale voorvechter in het con
cern.
Samenvattend komt Vrijman, die Phi
lips "een eigen stam binnen onze sa
menleving, een gesloten technocra
tische cultuur met autoritaire trekken"
noemt, tot de slotsom dat het bedrijf
technisch en wetenschappelijk in alle
opzichten een moderne en progressieve
organisatie is.
"Maar als sociale en menselijke ge
meenschap is het in veel opzichten
een ouderwets en onderontwikkeld ge
bied, achterliggend bij veel ontwikke-»
lingen, die zich in de buitenwereld
allang hebben voltrokken."