in dit li er!: VOORJAARSNOTA 1982 Bezuinigingen opdeproduktie van de Nederlandse film Tweewekelijkse uitgave van de Nederlandse Bioscoopbond nummer 32 18 juni 1982 Redactie en administratie: Postbus 5048 1007 AA Amsterdam Tel: 020- 79 92 61 Hoofdredacteur: J.Th. van Taalingen Eindredacteur: Bart Eldering Advertenties: Drukkerij Poortpers b. v. Torensteeg 3, 1012 TH Amsterdam Tel: 020-23 14 85 Voorjaarsnota 1982 pagina 1 Opdrachtfilm '82 pagina 2 C.E.C, van start pagina 3 Cannes in beeld pagina 4-5 Bondsnieuws pagina 6 Arbitrage pagina 7-8 In de Voorjaarsnota die nog vóór het reces van de Tweede Kamer (26 juni) behandeld moet worden, legt de Regering verantwoording af aan de volksvertegenwoordigers over de door haar voorgestelde bezui nigingen. Ieder departement moet aanzienlijk tuur, Recreatie en Maatschappelijk gedwongen door de haast, niet erg totaal voor 3,2 miljoen gulden wor reeds drukken op het budget 1982. voor 1 miljoen, nl. 500.000 van de culturele film en 500.000 van de landse Films. inleveren. Het Ministerie van Cul- Werk ook, maar heeft dit wellicht zorgvuldig gedaan. Kunsten zal in den belast. Deze miljoenen zullen Alleen het medium film is al goed post van de korte kunstzinnige en post Productiefonds voor Neder- Het is toch heel curieus dat de minister nog in 1980 een aanzienlijk bedrag toekent ter stimulering van de artistiek waardevolle film, ter wijl men nu meent 1 miljoen te kunnen korten op datzelfde medium. De Nederlandse film vertoont een duidelijk stijgende lijn. In 1981 gingen elf hoofdfilms in première. De bioscooprecettes van de natio nale film maakten niet minder dan 12,5 procent uit van de totale Ne- deandse bioscooprecettes, wat een zeer goed resultaat is wanneer men in aanmerking neemt, dat de nationale film slechts omstreeks 3 procent uitmaakt van het totale filmaanbod in ons land. Gezien de hoge produktiekosten zijn de risico's verbonden aan het maken van Nederlandse speelfilms groot. Wil de nationale hoofdfilm- produktie kwalitatief én kwantitatief op een verantwoord peil kun nen blijven functioneren, dan is de voortzetting van het stelsel van steunmaatregelen, zeker óók wat betreft het aandeel van de Rijks overheid, noodzakelijk. Wordt dit aandeel minder, dan impliceert dat een zeer wezenlijke en blijvende aantasting van de structuur van de nationale film met alle consequenties hiervan voor het film- en bio scoopwezen in ons land als geheel. De consequenties die een beleid hierboven geschetst met zich bren gen voor de werkgelegenheid, laten zich gemakkelijk raden. Het Hoofdbestuur heeft bij het Ministerie met een afschrift aan de Vaste Kamercommissie voor C.R.M, van de Tweede Kamer een protest gedepneerd. Het is van mening dat het Ministerie de nationale film bepaald geen dienst bewijst met dit voorstel en hoopt dat de Tweede Kamer het voorstel van de Minister verwerpt. FILM ISSN 0166-1477 NEDERLANDSE BIOSCOOPBOND Bij de voorplaat: Een foto die het ergste doet vrezen. Voor een verslag van deze geslaagde bijeenkomst zie pagina 2.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1982 | | pagina 5