En hoe staat het nu met die log
heid? Als ik mijn Bondsjaren over
zie, dan meen ik te mogen zeggen,
dat de Bond op allerlei gebieden ini
tiatieven heeft genomen en met veel
gevoel voor het haalbare op het juis
te tijdstip heeft gehandeld. Het was
de Nederlandse Bioscoopbond en
niemand of niets anders die op het
moment dat de invoering van het
B.T.W.-stelsel aan de orde kwam, de
stappen deed die leidden tot de af
schaffing van de gemeentelijke ver-
makelijkheidsbelasting, een belas
ting die speciaal ten opzichte van
onze ongesubsidieerde bedrijven on
billijk werkte. Met ingang van 1 ja
nuari 1969 werd deze belasting
eerst voor de bioscopen afgeschaft
en tien jaar later voor het overige
openbare vermaak.
Het was de Nederlandse Bioscoop
bond die als eerste een principieel
betoog tegen filmcensuur voor vol
wassenen hield. Onze organisatie
heeft een belangrijke inbreng gehad
bij de totstandkoming van de nieu
we Wet op de Filmvertoningen die
na lange jaren van studie, overleg en
parlementaire behandeling tenslotte.
medio 1977 in werking trad. Met
deze Wet verviel de Bioscoopwet en
werd hiermede de filmkeuring voor
volwassenen afgeschaft.
Het was de Nederlandse Bioscoop
bond die, toen de Procureurs-Gene
raal bij de gerechtshoven op insti
gatie van justitie eind 1976 speciaal
gingen optreden tegen de vertoning
in bioscopen van films die als aan
stotelijk voor de eerbaarheid wer
den aangemerkt, een proefproces uit
lokte. Hadden wij gewacht op een
wetswijziging, dan waren volwasse
nen nu nog niet vrij voor zichzelf
uit te maken of zij al dan niet van
pornografie in de bioscopen wensen
kennis te nemen. De Hoge Raad
stelde ons eind 1978 in het gelijk.
Sommigen in ons land zijn hierme
de achteraf niet zo gelukkig. Men
kan de emancipatie namelijk op ver
schillende wijzen beleven!
Het was alweer de Nederlandse Bio
scoopbond die, toen men in Den
Haag in het midden van de zestiger
jaren een proef op het gebied van
kabeltelevisie begon, zich als enige
in ons land metterdaad verzette te
gen het doorgeven van programma's
zonder toestemming van de auteurs
rechthebbenden.
De Bioscoopbond was ook de eer
ste die begin 1977 over de doorgifte
via de kabel een proefproces startte
om een principiële uitspraak van de
rechter te verkrijgen. Een aantal
Amerikaanse filmmaatschappijen
heeft ons voorbeeld gevolgd. Nu de
Hoge Raad zich over het principe
duidelijk volgens het zo lang gele
den door ons ingenomen standpunt
heeft uitgesproken, hebben alle mo
gelijke groeperingen van auteurs
rechthebbenden het hoogste woord,
maar wij zijn het wel die de kastan
jes uit het vuur halen. Overigens
heeft de Hoge Raad de zaak terug
verwezen naar het Hof, waarvan de
kabel gebruik tracht te maken om
er alsnog wat voordelen uit te sle
pen.
De Nederlandse Bioscoopbond is er
ook weer bij geweest, toen de kabel
op onrechtmatige wijze werd aan
gewend om films door te geven. Er
was een serie van processen in kort
geding nodig om deze vorm van pi
raterij met succes te bestrijden. De
knop van de kabel zal volgens beslis
sing van de regering nu definitief
voor piratenuitzendingen worden
omgedraaid, maar je vraagt je wel
af wat de regering zou hebben ge
daan, als het filmbedrijf zich niet
tot de rechter zou hebben gewend
en als het proefproces tegen het
Amstelveense kabelnet niet in ons
voordeel zou zijn uitgevallen. Je
moet in dit land wat afprocederen
om je recht te halen!
Dames en heren, de behartiging van
het algemeen bedrijfsbelang staat
centraal bij het voeren van het
Bondsbeleid. Het begrip "algemeen
bedrijfsbelang" is in onze Statuten
niet nader omschreven en terecht.
Het biedt de organen van de Bond
die het beleid bepalen, de ruimte
om afhankelijk van de mogelijkhe
den en omstandigheden te beslissen.
De Bond heeft vooral na de oorlog
zijn beleid mede gericht op de be
vordering van de filmcultuur. Na
tuurlijk gebeurt dit mede met het
oog op mogelijke zakelijke belan
gen, al zal menig bedrijfsgenoot
deze consequentie niet direct zien.
En ook in filmcultureel opzicht zijn
wij alert geweest. De instelling van
het Productiefonds voor Nederland
se Films is een goed voorbeeld.
Toen het Hoofdbestuur samen met
het Ministerie van Onderwijs, Kun
sten en Wetenschappen het plan
hiervoor ontwikkelde, stond het er
met de Nederlandse hoofdfilm be
paald niet goed voor. Het plan ging
naast een subsidiëring van de Rijks
overheid uit van een jaarlijkse bij
drage van de Bond en wel op zijn
minst gedurende tien jaar. Hoewel
het besluit van de ledenvergadering
niet gemakkelijk tot stand kwam,
heeft zij toch het Hoofdbestuurs-
voorstel aanvaard. Het was achteraf
gezien een wijs besluit, maar het
heeft circa vijftien jaar geduurd,
voordat de werkzaamheid van het
fonds in belangrijke mate vruchten
ging afwerpen. Ik wil hiermede de
monstreren, dat de samenbundeling
van de verschillende bedrijfsgroepe-
ringen in de Bond heeft geleid tot
de ontwikkeling van dingen die nor
maal in een privaatrechtelijke orga
nisatie hier en in het buitenland los
van wettelijke voorschriften een
voudig ondenkbaar zijn. Als men
buiten onze kring wel eens wat
bedenkelijk tegen het stelsel van
De heer en mevrouw Nijland met cineast Bert
Haanstra.