HET 'EUROPESE JAAR VAN DE FILM
EN DE TELEVISIE'
en de plannen daarvoor van
de Union Internationale des Cinemas
Zoals bekend, is het jaar 1988 door de Europese
Gemeenschap uitgeroepen tot het 'Europese jaar
van de film en de televisie'Hierbij is het zeker de
bedoeling, de bioscoopfilm een belangrijke rol te
laten spelen, waarbij van het georganiseerde
bedrijfsleven initiatieven worden verwacht.
Jammer zou zijn, als deze alleen zouden leiden
tot per land te organiseren acties en evene
menten. Het spreekt dan ook van zelf, dat dit
Europese jaar van de film en de televisie een
belangrijk agendapunt is geweest op de tijdens het
festival van Cannes gehouden jaarvergadering
van de Union Internationale des Cinemas
(UNIC), het internationale, feitelijk westeuro-
pese verbond van bioscoopbonden.1 Voor deze
vergadering was door de algemeen secretaris van
de UNIC, A. Chaubeau, een nota opgesteld, ge
titeld 'Memorandum from the International
Union of Cinemas regarding the European year
of the Cinemas and Television 1988'. Uit deze
titel blijkt al, dat het niet de opzet is, 1988 hetjaar
van de bioscoopfilm op het televisiescherm te
laten zijn.
Naast enige opmerkingen van algemene aard,
zoals over de wenselijkheid, de B.T.W. op en
treeprijzen en 'window'-regelingen te harmoni
seren, is in het memorandum een zevental moge
lijke gemeenschappelijke projecten voor het
Europese jaar van de film en de televisie naar
voren gebracht. Deze projecten zijn in het hier
navolgende in het kort besproken, waarbij eerst
aandacht is gegeven aan de projecten, gericht op
stimulering van de Europese film.
De delegatie van de UNIC met Carlo Ripa de Meana in hun midden