EEN PUBLIEKSGERICHT FILMMUSEUM
Interview met Drs. M. Sanders
Het is te hopen, dat thans binnenkort ook in
andere landen, en met name ook in Nederland,
begonnen wordt met de voorbereiding van reali
seerbare projecten voor het Europese jaar van de
film en de televisie.
drs. J.Ph. Wolff
Een interview met Drs.M. Sanders in dit blad
gaat natuurlijk niet over de renovatie van het
Concertgebouw, maar over zijn bemoeienis als
Voorzitter van het interim-Bestuur van het Film
museum.
De voorgeschiedenis is genoegzaam bekend. Het
Ministerie van W.V.C, was van mening, dat het
Filmmuseum op een aantal punten niet meer
voldeed aan de gestelde taak. In opdracht van
W.V.C, heeft het Bureau Leyer Weerstra een
rapport uitgebracht, getiteld 'Naar een publiek
gericht Filmmuseum'. In dit rapport is sprake van
een actieplan, hetgeen er in voorziet dat vóór de
herfst van dit jaar een nieuwe directeur zal zijn
aangetrokken en een een meerjarenplan gereed
zal zijn.
Kan dit tijdschema worden aangehouden?
Jazeker. De in het rapport genoemde tijdslimie
ten zijn nog niet overschreden en zullen ook niet
worden overschreden. Na de aanstelling van een
nieuwe directeur zal het huidige interim-Bestuur
zich moeten beraden over de eigen rol en functie
binnen het Filmmuseum. Conclusies daarom
trent moeten eind oktober zijn genomen. De
contacten tussen het interim-Bestuur en W.V.C,
verlopen buitengewoon goed.
Bij het rapport van Leyer Weerstra is een lijst
gevoegd van instanties en personen, waarmee
het bureau contact heeft gehad teneinde te ko
men tot de finale conceptie van het rapport. Het
heeft bij de NBB nogal bevreemding gewekt, dat
deze organisatie in dit overleg niet is betrokken.
Waarom niet?
Niet het interim-Bestuur, maar Leyer
1 Meer bijzondernemen over de de UNIC zijn te vinden in
mijn artikel 'Het congres van de U.N.I.C. te Sevilla,
oktober 1985' (in 'Film', eerste kw. 1986).
2 Deze wens is door hem uitgesproken tijdens de op 8-5-
1986 uitgezonden forumdiscussie over de toekomst van
de Nederlandse film in het TROS-radioprogramma
'Finale'.
3 Overigens lijkt het mij heel goed mogelijk, dat dit ook in
economisch opzicht een goed beleid zou zijn. Een over
eenkomstige visie is onlangs naar voren gebracht op het
gebied van de reclame: Ch. van der Leeuw, 'Spaanse
reclame zoekt eigen identiteit: "Hoe Spaanser we worden,
hoe universeler we zijn".' (Adformatie, 4-6-1987, blz.
32-34).
4 Zie hiervoor bijv.: K. van het Reve, 'De geschiedenis van
de Russische literatuur. Van Vladimir de Heilige tot
Anton Tsjechov' (Amsterdam, 1985).
5 U.N.I.C.-Bulletin No. 6, okt. 1985, blz. 17.