Een vergelijking maken tussen het film- en bioscoopbedrijf nu en
veertig jaar geleden is een onmogelijke zaak. Dat is ook niet de be
doeling van FRANS P.van den BERG (66), die vroeger de publiciteit
voerde voor Melior Film, Centra Film, Euro Film en tenslotte Euro-
Centra. Onder de noemer MEEVALLERS MISSERS graaft hij in zijn
archief en in zijn geheugen: "Het is een open deur opentrappen te be
weren, dat het voeren van publiciteit een eerste vereiste is voor het
succes van een film. De ervaring leert ook dat een omvangrijke, dure
reclamecampagne niet de sleutel tot een gegarandeerd succes be
hoeft te zijn. Veertig jaar geleden was het één van de fascinerende as
pecten van het filmbedrijf, dat kleine, zeg maar, B-films, zonder
enige voorreklame, uitgroeiden tot een weergaloos succes. Meer
dan nu was het vaak een loterij. Een vergeten nummer kon een forse
prijs opleveren.
In de komende afleveringen van FILM volgen een aantal frappante
voorbeelden, "tot Leringe en de Vermaecke".
MEEVALLER
Na 1947 kwam de Duitse filmproduktie weer behoorlijk op gang.
Vooral 1949 was een vruchtbaar jaar, o.m. door twee films met een
min of meer religieuze inslag, waarvan er één, 'Nachtwache', de
wereld veroverde. Vermoedelijk was het succes te danken aan het
thema: een vrouwelijke arts, die in de oorlog haar geloof verliest,
maar door enkele tragische gebeurtenissen toch weer tot de kerk te
rugkeert. Dit verhaal lag bij het grote publiek blijkbaar beter dan dat
van 'Liebe 47', waarin een soldaat, na drie jaar Russische krijgsge
vangenschap terugkerend, zijn vrouw aantreft in de armen van een
ander.
In 1949 begonnen ook de Nederlandse filmverhuurders hun aan
dacht weer op de Duitse films te richten; wij bij Melior Film vanzelf
sprekend ook. 'Nachtwache' was al gekocht, naar ik meen door Rudi
Meyer, de grote man van Filmex. Aangenomen mag worden dat hij
ook 'Liebe 47' had gezien, maar de voorkeur had gegeven aan de
commercieel wat gemakkelijker liggende 'Nachtwache'. De Duiste
vakbladen meldden, dat beide titels veel steun hadden gekregen van
de Duitse kerken. Hoewel onze ervaringen met kerkelijke ondersteu
ning niet zo succesvol waren (zie MISSER), was het toch een factor
om terdege rekening mee te houden. Dat bleek wel weer, toen we op
een dag een telefoontje kregen van de Heer du Mee, exploitant van
het Rialto Theater te Amsterdam. Hij was een goede klant en had me
nig film van ons in première vertoond. Hij herinnerde ons aan dit feit
en vertelde dat hij door een bevriende dominee opmerkzaam was ge
maakt op 'Liebe 47'. Nadat hij van ons de belofte had afgedwongen,
dat hij de film in première zou vertonen, drong hij op spoed aan. Hij
wilde de film vertonen tijdens het zoveel-jarig bestaan van zijn bios
coop.
ARTIKEL 1
Dit gesprek was voor ons aanleiding de producent definitief te bena
deren. Voor een garantie van f 5.000,- en een distributiepercentage
van 50% was de film voor ons. Vol spanning zagen we de eerste ko
pie tegemoet: we waren onder de indruk, maar vonden 'Nachtwache'
commerciëler. Maar 'Liebe 47' was wel een film, waarmee we voor
de dag konden komen en met publicitaire mogelijkheden. We organi
seerden een voorstelling voor een aantal dominees, paters en non
nen. Hun mening was unaniem positief.
Onze enige zorg was de film zg. Artikel 1 gekeurd te krijgen. In die tijd
werd in alle gemeenten een vermakelijkheidsbelasting van 35% ge
heven. Een enorm zware financiële aanslag op het filmbedrijf. De
Filmkeuring had echter de bevoegdheid een film een bijzonder predi
kaat op basis van Artikel 1, 2e lid, der Bioscoopwet mee te geven. En
wel indien de film was gebaseerd op historische gebeurtenissen of
een culturele inhoud had of een hoge morele waarde etaleerde. Ge
zien de wisselvallige opvattingen van de diverse keuringscommis
sies was men nooit zeker. Bij de keuringsaanvrage diende de ver
huurder een zo gefundeerd mogelijk verzoekschrift bij te voegen.
Soms hielp dit, soms niet. Soms lukte het een afwijzing in eerste in
stantie ten positieve te buigen via een herkeuring.
Waarom al die drukte?
Omdat een film met het predikaat art.1 in praktisch alle gemeenten
onder een lager vermakelijkheidstarief viel, variërend van 25% tot
0% (in Amsterdam o.a.)! En dat betekende een substantieel grotere
filmhuur.
Ons verzoek aan de keuring de film het gewenste predikaat te geven
werd ondersteund door een uitvoerige toelichting, gebaseerd op de
adviezen van enkele dominees. Uiteraard waren we diep teleurge
steld, toen we vernamen dat de keuringscommissie onze visie niet
kon delen. De première kon niet meer worden uitgesteld en een her
keuring vóór de première was niet meer mogelijk.
Na overleg met de toenmalige voorzitter van de keuring werd afge
sproken dat - bij wijze van hoge uitzondering - herkeuring zou plaats
vinden tijdens de eerste avondvoorstelling op de eerste dag van ver
toning in Rialto. De kosten, te declareren door de keurmeesters,
kwamen voor onze rekening. Die eerste voorstelling was practisch
uitverkocht en de reacties van het publiek zó positief, w.o. een ap
plaus na afloop, dat de commissie waarschijnlijk niets anders kon
doen dan de film het begeerde predikaat te verschaffen. Dat bete
kende géén vermakelijkheidsbelasting. Mede daardoor draaide
'Liebe 47' zes weken in Rialto-Amsterdam en werd het verhuren in de
rest van het land een peuleschil.
Zonder die herkeuring tijdens een voorstelling zou de film zeker de
helft minder hebben opgebracht.
MISSER
1950 was door Paus Pius XII uitgeroepen tot 'Heilig Jaar'. De kerk
vorst, wiens rol in de oorlogsjaren nogal omstreden was geweest,
had opdracht gegeven een documentaire te maken ter gelegenheid
van dit Heilig Jaar. De nadruk moest worden gelegd op de hulp,
welke de R.K.-kerk overal ter wereld aan mensen in nood gaf, als
mede een verslag van de houding van het Vaticaan in WO II en ten
slotte een oproep voor vrede voor alle landen.
Achteraf kon worden vastgesteld, dat de film een poging was de
slechte indruk die het Vaticaan in die zwarte jaren had gemaakt weg
te nemen door uitvoerig haar goede daden te belichten.
Rolf van Mourik (Melior Film) zat achter de film aan en het lukte hem
(het zal niet verwonderen dat dit tijdens een borrel gebeurde!) de
film af te sluiten op 50/50 basis, zonder betaling van garantie. De
film bleek een degelijke documentaire, wel specifiek Rooms Katho
liek en dus niet voor een algmeen publiek geschikt. Een normaal rou-
lement kwam dan ook niet in aanmerking, alleen in Brabant en Lim
burg. We hadden bijna besloten de film in Maastricht of Heerlen in
première te brengen - de heren Vermin en Hirschberg hadden beiden
belangstelling - toen deze ter sprake kwam tijdens een onderhoud
met de heer Schoonbeek, tandarts van professie, sinds enkele maan-
(Vervolg op pagina 40)
20
M
M