Toen Nouchka van Brakel in maart 1986 haar abonnement op SKOOP
opzegde omdat het was verworden tot 'een suffig tijdschrift' en 'om
dat zich journalist noemende types het nodig vinden hun oninteres
sante privémeningen te ventileren', was de directe aanleiding een
artikel van Francois de Waal over een aantal halfzachte filmrecensies
van Annette Apons Ornithopter. De Waal vond die film waardeloos en
veegde hardhandig de vloer aan met enkele critici die de film met on
zinnige bla-bla in bescherming hadden genomen. Vooral Annette
Förster kreeg ervan langs (en Apon zelf natuurlijk).
Het artikel was verschenen in het eerste nummer (augustus 1985)
van de elf die onder hoofdredactie van De Waal zijn verschenen. Er
kwamen reacties pro en contra, altijd een goed teken. (Zelf vond ik
het een vermakelijk polemisch verhaal, op één onnodig argumentum
ad hominum na.) Was het een hoofdredactionele poging SKOOP
weer eens kritisch en polemisch te maken, met de bedoeling de over
levingskansen van het blad te vergroten? Helaas, zo'n middel is
erger dan de (k)waal. Adverteerders blijven weg, vaste klanten zeg
gen hun abonnement op, zelfs als ze, zoals Van Brakel schreef over
zichzelf, 'aan de wieg van het blad heeft gestaan'. Ongetwijfeld als
een van de goede feeën, want na 26 jaar en circa 220 nummers (de
dubbelnummers enkel geteld) bestaat SKOOP nog steeds. Dat het
nummer van april 1989 nummer 4 van jaargang 25 is, heeft te maken
met de periode 1965 t/m 1970. In die zes jaar verschenen vier jaar
gangen. Anders zouden we nu in de 27ste jaargang zijn.
PARADOX
Nederland heeft een filmklimaat van niks. De filmpers en het film
bedrijf hebben elkaar daarvan in het verleden regelmatig de schuld
gegeven. De filmwereld zelf is te klein. Het WEEKBLAD VOOR DE
CINEMATOGRAFIE is verdwenen. Het Bondsblad FILM is dan nu her
rezen, maar was eigenlijk ook weg. FILM- EN TV-MAKER (vroeger
het NBF-BULLETIN) houdt het aardig vol.
Wat de publieksbladen betreft: deze hebben ook altijd een zeer mar
ginaal bestaan geleid. Toen SKOOP begon - overigens niet als een pu
blieksblad, maar als een tijdschrift van en voor filmmakers - was er
alleen nog KRITISCH FILMFORUM, dat in oktober 1969 samenging
met SKOOP. Vanaf november 1968 is er SKRIEN. Latere pogingen -
FILMFAN en PREMIERE - zijn op niets uitgelopen. Zelfs in zijn beste
jaren is SKOOP niet verder gekomen dan een oplage van circa
10.000; SKRIEN heeft dat op geen stukken na gehaald.
Om een blad met zo'n beperkte oplage uit te geven, inclusief een
kleurencover en veel foto's in het binnenwerk, heb je advertenties
nodig of subsidie of auteurs die voor een schijntje meewerken - en
liefst alledrie tegelijk. Verder heb je als harde kern van je abonneebe
stand natuurlijk wel de (semi)professionals van de branche nodig,
maar naarmate je het blad voor hen interessanter maakt, met specia
listische artikelen en inside-informatie, loop je de kans het 'grotere'
publiek van je te vervreemden. Dat is een paradox: hoe 'beter' het
blad, hoe kleiner de markt.
Verder is er natuurlijk nog het structurele probleem van het te kleine
taalgebied. Bovendien is het in normale landen zo, dat er meer be
langstelling is voor aanvullende filmbladen naarmate de kranten,
opiniebladen en omroepen meer aan film doen. In het filmklimaat
van ons land niet: waarom zou je nog eens betalen voor iets wat je al
'gratis' krijgt? Dat zal wel iets met de volksaard te maken hebben.
Okee, het zit allemaal natuurlijk nog veel ingewikkelder in elkaar.
Ik wil maar zeggen dat het niet meevalt een filmblad op de markt te
houden. De bioscopen hebben het de laatste decennia moeilijk ge
had, maar de filmbladen niet minder. Dat SKOOP nog bestaat - ik be
perk me tot dit blad - mag wel een wondertje heten.
DE UITGEVERS
SKOOP begon als een gestencild blad, uitgegeven onder redactie van
Nikolai van der Heyde, Gied Jaspars, Pim de la Parra Jr. en Wim Ver
stappen. 'Een blad dat gedoemd isten onderte gaan' (nr. 1), 'SKOOP
huldigt geen prinsipes' (nr. 2), 'SKOOP blijft, zeker voor de komende
drie nummers, in gestensilde vorm verschijnen' (nr. 3), 'Er moet
meer gegodverdomburgd worden' (nr. 4), 'Maar het is heel moeilijk
in Nederland gehoor te krijgen voor zaken die niet eerst in een buiten
lands tijdschrift hebben gestaan' (W.F. Hermans in nr. 4). De zeer af
wisselende inhoud van die nummers, inclusief de vadermoord op
critici als Van Domburg en Fortuin, laat ik rusten, zij het met spijt.
De tweede jaargang (1964), zes nummers met oranje kaft, werd uit
gegeven door Polak Van Gennep. In nummer 2,3 verschenen de
eerste advertenties (drie) van filmverhuurkantoren. Ook de toenma
lige art houses adverteerden.
Van mei 1965 (3,1tot mei 1969 (5,10) is SKOOP uitgegeven door De
Bezige Bij en Meulenhoff gezamenlijk. Er werd in deze jaren wel
geadverteerd door het filmbedrijf, maar niet uitbundig.
In 1968 was er van alles gebeurd: het festival in Cannes was voortij
dig afgebroken, SKRIEN was begonnen (november) en SKOOP was
25
KOOP SKOOP