Wijziging van de auteurswet
in verband met de bestrijding van piraterij
let is geen toeval, dat in september 1983 - juist in de hoogtijdagen
an de, grotendeels door de onderwereld geregeerde videopiraterij -
e Minister van Justitie een Interdepartementale Werkgroep heeft in-
esteld, met als opdracht de mate waarin - en de wijze waarop pirate-
j in Nederland plaatsvindt te inventariseren, "knelpunten" in het op-
'eden van de overheid - en de organisaties van belanghebbenden
an te geven, alsmede voorstellen te doen voor vergroting van de ef-
ïctiviteit van dit optreden.
ok tot "politiek Den Haag" is het besef doorgedrongen, dat piraterij
ïeer was dan een economisch ongemak voor rechthebbenden; het
een serieus maatschappelijk probleem.
/etgeving is een moeizaam en tijdrovend proces en alhoewel de In-
srdepartementale Werkgroep met voortvarendheid te werk is ge-
aan (in augustus 1984 verschijnt het eerste rapport) heeft het meer
an zes jaren moeten duren, voordat de diverse voorstellen Wet zijn
^worden.
iet onvermeld mag blijven, dat het uiteindelijke resultaat in belang-
jke mate te danken is aan de niet aflatende bemoeienissen van de
tudiecommisssie Piraterij van de Vereniging voor Auteursrecht, die
der door de overheid in deze kwestie geproduceerd stuk van kri-
sch commentaar heeft voorzien.
ïle (maar helaas niet alle) suggesties van de studiecommissie zijn
rug te vinden in de wetswijziging.
B wetswijziging van 1 oktober 1989 omvat nieuwe civielrechtelijke
ogelijkheden voor rechthebbenden en uitbreiding van de strafrech-
lijke bepalingen. Ik zal mij beperken tot het noemen van de belang-
kste punten, zonder al te zeer op juridische details in te gaan.
WELRECHTELIJK
'dracht winst
maker krijgt het recht om naast schadevergoeding, afdracht te
rderen van de winst, die de inbreukmaker heeft genoten.
inbreukmaker kan gedwongen worden rekening en verantwoor-
ig af te leggen over het aantal door hem verkochte inbreukma-
nde produkten en de door hem gerealiseerde winst.
)ze vorderingen kunnen ook ingesteld worden door een licentiene-
3r, indien hij daartoe toestemming heeft verkregen van de maker
rtikel 27a Auteurswet).
'slag
i maker kan naast beslag op inbreukmakende produkten, thans
k beslag leggen op gelden, waarvan aannemelijk is, dat zij zijn ver-
)gen door inbreuk op zijn auteursrecht.
orts wordt aan de maker bevoegdheid verleend beslag te leggen
voorwerpen waarmee de inbreuk op zijn auteursrecht is gepleegd
jv. kopieerapparatuur).
n andere, belangrijke uitbreiding is, dat ook de licentienemer de
i/oegdheid is toegekend tot het leggen van beslag, welke bevoeg-
id voorheen uitsluitend aan de auteursrechthebbende toekwam
'tikel 28 Auteurswet).
ministratieverplichting
presentatieve organisaties van bedrijfs- en beroepsgenoten kun-
i de Ministers van Justitie en van Economische Zaken verzoeken
bepalen, dat door hen aangewezen beroeps- of bedrijfsgenoten
verplicht zijn hun administratie te voeren op een nader door hen aan
te geven wijze.
Niet-nakoming van deze administratieverplichting levert een straf
baar feit op, waarop een boete van maximaal f 5.000,- staat (Artikel
30b Auteurswet).
STRAFRECHT
Strafbepalingen
Het opzettelijk inbreuk maken op auteursrechten was en blijft straf
baar (Artikel 31 Auteurswet).
Daarnaast wordt het opzettelijk ter verspreiding aanbieden, het ter
verveelvoudiging, ter verspreiding of met het oog op invoer voorhan
den hebben of uit winstbejag bewaren, strafbaar gesteld.
Hieronder valt bijv. het te huur aanbieden. Op overtreding van dit arti
kel staat een maximale gevangenisstraf van zes maanden en een ma
ximale geldboete van f 25.000,-- (bij rechtspersonen f 100.000,--).
(Artikel 31a Auteurswet).
Deze handelingen zijn ook strafbaar gesteld, indien niet bewezen kan
worden, dat de verdachte geweten heeft, dat het om inbreukma
kende produkten ging (opzet), maar dat dit wel "redelijkerwijs kon
vermoeden". In dat geval wordt de dader gestraft met een maximale
geldboete van f 10.000,- (bij rechtspersonen f 25.000,-). (Artikel
32 Auteurswet).
Diegene die van het plegen van misdrijven als bedoeld in de artikelen
31 en 31 a, zijn beroep maakt of het plegen van die misdrijven als be
drijf uitoefent, kan worden gestraft met een gevangenisstraf van
maximaal vier jaar of een geldboete van f 100.000,- (bij rechtsper
sonen één mij.). (Artikel 31 b Auteurswet).
Opsporingsbevoegdheden
Opsporingsambtenaren (o.a. van de Opsporingsdienst Buma/Stem-
ra) krijgen de mogelijkheid inzage te vorderen in administraties van
personen en/of firma's die zich commercieel bezighouden met de
verhandeling van auteursrechtelijk beschermde werken. (Artikel 36a
Auteurswet).
Commentaar
De nieuwe bepalingen bieden de rechthebbenden de mogelijkheid
(nog) krachtiger op te treden tegen de publiekelijk opererende pira
ten (middenstanders/groothandelaren), die zich voornamelijk bezig
houden met de verhandeling van gepirateerd produkt.
Zo zal de door de inbreukmaker genoten winst eenvoudiger aantoon
baar zijn, dan de omvang van de door de rechthebbende geleden
schade. Gelet op de mogelijkheid genoten winst in beslag te nemen
en de inbreukmaker te dwingen terzake rekening en verantwoording
af te leggen, zal er van deze bepaling een afschrikwekkende werking
uitgaan.
Een ander belangrijk winstpunt, is dat onder de nieuwe wet, anders
dan voorheen, de licentienemer beslag kan leggen en dat de beslag-
mogelijkheden zijn uitgebreid.
Onder het oude regime ging vaak kostbare tijd verloren, doordat de
licentienemer bij geconstateerde inbreuken, eerst in kontakt moest
treden met de auteursrechthebbende, alvorens namens die auteurs
rechthebbende beslag kon worden gelegd. Dit euvel is verholpen.