Ciitettt&fe DE BIOSCOOP VAN ALMERE De bioscoop van Almere is nu ruim een jaar in vol bedrijf en dat leek de redactie van Holland Film Nieuws een goede gelegenheid om eens terug te blikken op dat korte ver leden. Maar ook om eens rond te kijken waar het Polyfilm betreft. Omdat mij dat ook een goede gedachte leek, en het weer bovendien zodanig was dat er van bioscoopbezoek nauwelijks sprake kon zijn, heb ik van de gelegenheid graag gebruik gemaakt. Een in Almere opererende projectontwikke laar (bouwbedrijf Moes) benaderde eind 1991 Polyfilm voor een haalbaarheidsstudie en een evt. daarop gebaseerde exploitatie van een bioscoop in die stad. Uit de verrich te marktonderzoeken bleek al snel dat een definitieve voorziening van de omvang en het niveau dat paste in het toekomstige Almere niet direct haalbaar was. De aan loopverliezen zouden gigantisch worden. Vandaar dat, na overleg met de gemeente, gekozen werd voor een tijdelijke voorzie ning op een tijdelijke plaats in de stad. De projectontwikkelaar heeft vervolgens een gebouw ontworpen en gerealiseerd dat deels tij delijk verhuurd kon wor den aan Polyfilm (boven verdieping) en deels voor winkels werd bestemd (begane grond). Een en ander vergezeld van afspraken met de gemeen te met betrekking tot de overstap naar een defini tief gebouw. De gekozen plaats voor het theater, op de kop van een grote parkeergarage en op een kruispunt van wegen nabij het winkel centrum van Almere-stad, was zodanig dat een zeke re uitstraling van het gebouw noodzakelijk was en waarmee ook een zekere herkenbaarheid voor de bezoekers ontstond. De architect van het gebouw (de heer Nio van bureau BDG) is er zeker in geslaagd om met bescheiden middelen een karakte ristiek ontwerp neer te zetten. De beschikbare terreingrootte en de wens van de gemeente om toch tenminste 600 zit plaatsen in het theater op te nemen hebben vervolgens geleid tot een 4-zalencomplex in een compacte opzet. Polyfilm heeft er daarbij voor gekozen om binnen de gegeven mogelijkheden de voor de bezoeker waarneembare kwaliteit zo hoog mogelijk op te voeren. Dat betekende: goede stoelen, ruime stoel- afstand, zo groot mogelijke schermen, goede projectoren en digitale geluidsweer gave. Voorts is gekozen voor handhaving van de Polyfilmformule van service in de zalen. Omdat de exploitatie zo snel mogelijk van start moest gaan nadat het gebouw werd opgeleverd (en dus de huurtermijnen ingin gen) ontstond in de eerste maanden vanzelf de hectische situatie die alle exploitanten wel kennen van het ingebruik nemen van een nieuw gebouw. Gelukkig bleek bouwbedrijf Moes een soe pele partner en waren de stoelenleverancier (Fibrocit), de electro-installateur (Koldijk), en de leverancier van de beeld- en geluids apparatuur (FilmTonTechnik) tegen de situ atie opgewassen. Een bijzondere opgave was natuurlijk de start met nieuwe medewerkers in een nieu we omgeving. Door de eerste weken met gereduceerde prijzen te voorzien in de inhaalvraag naar wat oudere films kon een situatie geschapen worden waarin zowel het Vanuit Polyfilm is de keuze voor een jong plaatselijke management toch heel bewust gedaan omdat wij van mening zijn dat de organisatie de ervaring moet inbrengen en de medewerkers hun enthousiasme en hun initiatieven voor verbeteringen. Je leert van elkaar en gezamenlijk kom je dan tot een beter produkt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat een nieuwe ontwikkeling als de BelBios vanuit Cinemare met beide han den wordt aangegrepen en plaatselijk breed onder de aandacht wordt gebracht. Dit alles vanuit de gedach te dat elke bezoeker die vooraf reserveert niet meer in de rij hoeft te staan en dus betere service wordt geboden. En dat tegen minimale kosten. personeel kon proefdraaien als ook het publiek toch value-for-money kon worden geboden. Omdat het bezoek zich vervolgens goed heeft ontwikkeld hebben de medewerkers van Cinemare een zwaar eerste jaar achter de rug; ook al omdat de ontwikkelingen in bioscoopland toch vrij snel gaan. De bedrijfsleiding in Almere en ook het meren deel der medewerkers is jong en zonder veel bioscoopervaring van start gegaan. Toch moest van meet af aan voldaan worden aan hoge eisen op een veelheid van terreinen. Affiniteit met techniek, met de film als cul tureel produkt, met horeca activiteiten, met omgaan met publiek; dit alles moet in zeke re mate toch snel eigen gemaakt worden. Waarnaast de bedrijfsvoering steeds hogere eisen stelt met betrekking tot administratie ve vaardigheden in een veranderende orga nisatie. In de filosofie van de lerende organisatie paste ook de overname van Cinema Royal in Oss, waar onder heel andere omstandigheden dan elders in Polyfilm een ander type van exploitatie in de loop der jaren toch zijn bestaansrecht bewezen had. Een uitda ging dus, maar ook een kans op nieuwe ervaringen ten bate van het geheel. Een voorlopige synthese van onze variatie in aanpak zal zijn beslag moeten krijgen in de bouw van een nieuw theater in Zoetermeer. Groter, beter en mooier, denken wij. En als de voortekenen ons niet bedriegen zullen we daar in het najaar uitgebreider op in kunnen gaan. Maar voor het zover is, is Cinemare nog de meest recente ontwikkeling van Polyfilm. Een ontwikkeling waar we een bescheiden trots aan ontlenen en waaraan we hard zul len blijven werken om ook in de toekomst een plaats in de gedachten van ons publiek veilig te stellen. Arie de Moei BIOSCOOP

Historie Film- en Bioscoopbranche

Holland Film Nieuws | 1995 | | pagina 5