De bioscoop in Europees perspectief In 1997 heeft het bioscoopbezoek, zoals werd verwacht, een flinke sprong gemaakt. De voorlopige cijfers komen uit op 19 miljoen bezoekers, waarmee het resultaat van 1996 met ruim 2 mil joen bezoekers is overtroffen. Veelvuldig wordt door de pers de vraag gesteld waardoor deze stijging nu wordt veroorzaakt. Vanuit de NFC wordt dan gewezen op ontwikkelingen in Nederland m.b.t. nieuwbouw, renovatie, marketing-activiteiten en grote publieks films. De groei van het bioscoopbezoek is echter geen Nederlands fenomeen: In heel Europa worden er positieve resul taten geboekt (zie ook de bijdrage van NFC Onderzoek op pagina 14, red.). Het is dus interessant om eens verder te kijken dan 's lands grenzen en je af te vragen of wij het echt zo goed doen in vergelijking met andere Europese lan den. Het rapport van de Europese Commissie "The European Audiovisual Industry under Analysis" van oktober 1997, waarin de Europese audiovisuele indus trie onder de loep wordt genomen, is in dit verband lezenswaardig: De afgelopen jaren hebben de aanzet gegeven tot een stormachtige ontwik keling van audiovisuele media, waar door de consument een steeds grotere keuzemogelijkheid wordt geboden. In dit geweld handhaaft de filmsector zich goed, zij speelt zelfs een belangrij ke rol in de groei van de sector: de nationale filmproductie van Europese landen groeit, Europese distributeurs gaan zich meer en meer internationaal ontplooien en de bioscoopmarkt kent een structurele groei. Toch heeft film (incl. bioscopen en video) een beschei den marktaandeel binnen de audiovi suele industrie van 22%. De bioscopen alleen nemen slechts 6,3% voor hun rekening. Vanwege de toenemende behoefte van tv stations aan films, o.a. door het groeiende aantal tv-kanalen en de noodzaak een groot publiek aan zich te binden, zal het marktaandeel van de filmindustrie de komende jaren naar verwachting verder toenemen. Uiteraard zegt een constatering over de filmindustrie weinig over de ontwikke ling van het bioscoopbezoek. Na de gestage daling van het bioscoop bezoek in Europa vanaf 1960, heeft de bioscoopindustrie zich begin jaren ne gentig hersteld door bekende fenome nen als de trekkracht van Amerikaanse films, modernisering van bioscopen res pectievelijk bouw van multiplexen en het herstel van enkele nationale pro ductie-industrieën. Over de afgelopen vier jaar (1992 - 1996) heeft dit geleid tot een gemiddelde bezoekstijging van 18%, goed voor 17% van de "audiovi suele consumptie" in 1996. Overigens wordt de rol van de bioscoop geleidelijk aan van minder belang in de bedrijfskolom: hoewel succes in de bios coop een belangrijk criterium vormt voor opvolgende media, vormt de bios coopopbrengst slechts een klein deel van de totale filmopbrengst (wereldwijd 6.3%, binnen Europa 7,2%). Naar ver wachting zal dit aandeel verder inkrim pen tot zo'n 5% in 2020, in ieder geval door de groei van andere media. Met de opkomst van de digitale tech nologie zullen pay-per-view en video on demand een grotere invloed op de markt krijgen en zal televisie naar ver wachting de grootste bron van inkom sten gaan worden. Binnen Europa bestaat er een sterke dominantie van Amerikaanse produc ties. 22,4% van de omzet van MPA-com- panies werd in 1996 door de Europese Unie gegenereerd. Voor de onafhankelij ke Amerikaanse producenten ligt dit percentage zelfs op 55,7 met als groot ste afzetmarkten Duitsland, Spanje, Scandinavië en Nederland. Overigens is het aandeel van de Amerikaanse film in Europa dalende en snoepen Europese films marktaandeel terug. Hoewel het rapport van de Europese Commissie aangeeft dat Europa mo menteel een groeimarkt is, zegt dit natuurlijk weinig over de individuele landen, die onderling nogal uiteen lopen in hun ontwikkeling. Voor een vergelijking en een positione ring van Nederland kan gebruik worden gemaakt van het onvolprezen Cinema Yearbook 1996 van Media Salles. Enkele kerngegevens: De Europese gemiddelde bezoekfrequentie in 1995 was 1,8 in Nederland was dit 1,1; per hoofd van de bevolking werd in Europa 11,38 ECU besteed aan entreegeld, in Nederland was dit 5,79 ECU; en de gemiddelde tic ketprijs bedroeg in Europa 4,56 ECU, in Nederland 5,47 ECU. Dit lijkt de veel gehoorde stelling dat Nederland het duurste Europese bioscoopkaartje heeft te bevestigen. Toch is enige nuancering hier op zijn plaats: afgezet tegen de gemiddelde koopkracht per land blijkt Nederland een zevende plaats in te nemen, waarmee wij een goede mid denmoter zijn. Als we de vergelijking beperken tot de ons omringende West- Europese landen dan krijgt de stelling wel meer reliëf: alleen Italië, Zweden en Zwitserland zijn duurder. Kijken we naar bijv. België en Duitsland dan zien we dat de prijzen hier beduidend lager lig gen: 3.73 ECU respectievelijk 3.88 ECU. Overigens zegt dit alles nog niets over de rentabiliteit van de Europese biosco pen, zodat het niet gezegd is dat de Nederlandse Bioscoopexploitant meer aan zijn klanten verdiend. Kijken we naar het aantal inwoners per bioscoopdoek, dan blijkt Nederland met ruim 35.600 inwoners (in 1995) te beschikken over het grootste bezoek- potentieel per scherm. (Ter vergelijking: België had in '95 22.500 inwoners per doek en Duitsland 21.500.) Voor verdere details verwijs ik de geïn teresseerde lezer naar het Cinema Yearbook zelf. Terugkomend op de in het begin gestel de vraag: "Hoe doet Nederland het in Europees perspectief?", lijken boven staande cijfers aan te geven dat Ne derland het op meerdere fronten aflegt tegen andere Europese landen. Voor zover nodig kan ik u geruststellen: is het Europese bioscoopbezoek de afge lopen 4 jaar met 18% toegenomen, het breakdown inkomstenbronnen audiovisuele industrie (in procenten) bron van wereldwijd groei V.S. groei Europa groei inkomsten '94-'95 '94-'95 '94-'95 advertenties 46,9 9,1 46,7 4,2 42,5 15,8 video 15,6 4,2 18,6 1,3 10,9 7,8 kabel-tv 13,1 12,2 20,6 10,0 7,7 23,0 license fee 10,7 3,5 0,4 3,o 21,4 2,8 bioscopen 6,3 4,5 6,5 1,8 7,2 9,5 pay-tv 7,4 14,7 6,2 4.4 10,7 22,8 pay-per-view 0,5 1,0 0,0 bron: The European Film Industry under Analysis ETiUH

Historie Film- en Bioscoopbranche

Holland Film Nieuws | 1998 | | pagina 27