rriifci Nederlandse bioscoopbezoek is van 1992 t/m 1996 gestegen met 22,5%. Hoewel er de afgelopen jaren een aan tal nieuwe multiplexen is geopend, lijkt het overdreven te stellen dat in Nederland nieuwbouw een prominente re rol speelt dat in andere landen. Zijn het dan de films die het doen of onze marketinginspanningen? Laten we het houden op een mix van factoren die hier aanslaat en in ieder geval op korte termijn tot verdere groei zal leiden. Is de Europese Commissie dus vol ver trouwen waar het betreft de toekomst van de Europese filmindustrie en bios- copie, niet iedereen sluit zich hier van harte bij aan. In Babelsberg (Duitsland) is het "Europese Audiovisuele Centrum" gevestigd, een consortium van Philips, Aerospatiale, Pathé, Hewlett Packard, Barco, Deutsche Telekom, Ente Cinema, Media Salles, High Tech Center Babesberg en de Technische Universiteit Berlin, dat vorig jaar een rapport heeft uitgebracht onder de aansprekende titel: "The European Cinema: A Desert Landscape". In dit 'apport wordt een beeld geschetst van een Europese markt die zwaar wordt gedomineerd door Amerikaans product en die het ook voor wat betreft bezoekfrequentie en het aantal bioscopen per 1000 inwo ners moet afleggen tegen de Amerikaanse markt. Aan de hand van een wat simpel aan doende analyse, waarin o.a. wordt ge wezen op de kosten per filmkopie waar door het aantal kopieën beperkt blijft omdat de distributeurs risico lopen bij een te groot aantal kopieën en het feit dat kopieën in tweede of derde run vaak van slechte kwaliteit zijn, waardoor het publiek wordt gedwongen naar bescha digde films te kijken wordt het probleem van de moeizame distributie van (Europese) bioscoopfilms geschetst. Er ontstaat een situatie waarin het filmaan- bod voor veel bioscopen verre van opti maal is en als exploitaties (met name in kleinere steden) eenmaal de beschikking over een kopie krijgen deze zo laat komt dat de titel het publiek niet meer aanspreekt en de kwaliteit van de kopie zo matig is dat alleen al deze factoren hebben bijgedragen tot een daling van het bioscoopbezoek. Probleem: de distributie van bioscoop films, de veelal beschermende wetge ving van individuele landen waardoor grensoverschrijdende exploitatie is uit gesloten en de uit dit alles voortvloei ende zwakte van de bioscoopsector, leidt tot een kunstmatige onderdruk king van een optimale filmexploitatie. Gelukkig heeft men een ladder bij de hand om uit deze put te geraken: de Cyber Cinemas: bioscopen die op elec- tronische wijze via de sataliet getrans porteerde films vertonen. De voordelen zijn enorm; leest u mee en laat u ver bazen: - met de vestiging van Cyber Cinemas in kleinere steden met geen of be perkte bioscoopvoorzieningen kan ook hier het publiek snel kennis nemen van de nieuwste films met een hoogwaardige kwaliteit; - veel bioscopen die nu op de rand van het bestaan balanceren kunnen aldus opnieuw winstgevend worden door een simpel electronisch distributie systeem van filmkopieën; - ook voor producenten en distribu teurs zijn de voordelen legio: een toe name van de opbrengsten omdat titels eerder (en dus tegen een hoge re filmhuur) worden gedistribueerd; een kleinere afhankelijkheid van hui dige bioscoopexploitanten omdat er aanzienlijk meer doeken ter beschik king komen en hiermee samenhan gend een grotere controle over de markt; - een toename van het aantal bios coopbezoekers (ook in de traditionele bioscopen); - een afname van video-piraterij door de snelle en brede beschikbaarheid van nieuwe films voor het publiek; - een grotere waarde van films voor de opvolgende media: video en tv. De sterkste argumenten zijn wel dat de vestiging van Cyber Cinemas voor pro ducenten en distributeurs zal leiden tot aanzienlijke hogere revenuen, zonder dat de huidige kosten noemenswaardig zullen stijgen én dat bestaande biosco pen absoluut geen concurrentie wordt aangedaan, zodat ook dit marktseg ment er alleen maar beter van kan wor den. Dit wordt nog eens onderstreept door de bewering dat in het verleden is gebleken dat de introductie van nieuwe media (radio, televisie, video, pay-per- view etc.) niet hebben geleid tot een verschuiving van de commerciële waar de van de bioscopie. Misschien heeft de licht cynische toon zetting van het bovenstaande al duide lijk gemaakt dat ondergetekende niet echt warm wordt van dit indrukwekken de masterplan. De geschetste oorzaken van het Europese woestijnlandschap komen in het rapport niet veel verder dan het niveau van een scriptie van een goede HAVO-scholier en men heeft zich niet echt de moeite getroost om verschillen tussen de Amerikaanse en de Europese markt (die toch als uitgangspunt wor den genomen) nader te beschouwen. Nu heb ik natuurlijk het voordeel dat ik kennis heb kunnen nemen van het rap port van de Europese Commissie, waar in toch een wat ander licht op de zaak wordt geworpen: In de afgelopen 40 jaar heeft de markt in de Verenigde Staten aanmerkelijk beter gepresteerd dan die in Europa. Het herstel van de bioscoopmarkt is hier ca. 25 jaar gele den begonnen en sindsdien is het bezoek met 60% toegenomen. De Euro pese markt kende daarentegen tot be gin jaren negentig een dalende ten dens. De laatste paar jaar is in Amerika de groei afgenomen tot een gemiddel de van "slechts" 7,5% (8,3% in 1997), zodat de Europese groei voor het eerst groter is dan de groei in Amerika. M.a.w. beide markten zijn, ondanks de blijvende grote verschillen, de afgelo pen jaren toch naar elkaar toegegroeid. Het is dan ook onzin om enkele Amerikaanse- en Europese cijfers naast elkaar te leggen en vervolgens Europa tot woestijngebied uit te roepen. Een conclusie die ik overigens ook zonder dit rapport met u had durven delen. Nog grotere onzin is het te beweren dat jm door electronische distributie naar klei- rjl ne bioscopen buiten de stedelijke conglo meraties de markt structureel zal revita liseren. Alsof alleen een snel en breed filmaanbod het succes van de bios coopsector bepaalt! Tenslotte: Dat de opkomst van de tele visie in Nederland heeft geleid tot grof weg een halvering van het bioscoopbe zoek (en in andere Europese landen vergelijkbare effecten heeft gehad) laat van de bewering dat nieuwe media de bioscoop nooit hebben benadeeld, wei nig heel. Toegegeven, kijken we naar de nieuwe media van tegenwoordig dan vormen deze eerder een uitdaging voor de bioscopen om zich te profileren dan een gevaarlijke concurrent. Maar zeg dit dan ook en debiteer geen historische flauwekul. Naar ik heb begrepen zijn inmiddels de plannen voor een pilot-project met ca. 200 Cyber Cinemas verspreid over Europa, in de koelkast gezet en is men nu voornemens de eerste testen in bestaande bioscopen te gaan uitvoeren. Op zich hejel interessant natuurlijk omdat het fenomeen sateliet-bioscoop of dan toch maar Cyber Cinemas, wel een ontwikkeling is die in de toekomst relevant voor de sector zal gaan wor den. Vooralsnog hebben we het hier naar mijn bescheiden mening over een nieu we "drager" van films en is voor over spannen verwachtingen ten aanzien van de gevolgen hiervan voor de bedrijfstak geen plaats. Wordt er bij u in de buurt een Cyber Cinema gebouwd, laat het mij dan toch even weten. Frank van der Putte

Historie Film- en Bioscoopbranche

Holland Film Nieuws | 1998 | | pagina 28