Moet Productie Het Middelpunt Zijn Van Het Europese
Filmbeleid?
Een verslag van een forumbijeenkomst over de resultaten van het Europese MEDIA
programma naar aanleiding van de dissertatie van Dr. J.Ph. Wolff
Wat zijn de oorzaken van het beperkte
marktaandeel van de niet-nationale
Europese films in Europa en waar heb
ben de inspanningen op Europees
niveau, in de vorm van het MEDIA pro
gramma, tot op heden toe geleid? Wie
de antwoorden op deze vragen leest in
het proefschrift van de heer Wolff,
directeur-eigenaar van Bioscooponder
neming A.F. Wolff B.V. en erevoorzit-
ter van de NFC, die op 14 mei van dit
jaar op dit onderwerp aan de Erasmus
Universiteit van Rotterdam promoveer
de, die moet tot de sombere conclusie
komen dat er nog heel wat werk moet
worden verricht om tot een verbetering
van de situatie voor de Europese film
te komen.
Het proefschrift van dr. J.Ph. Wolff was
voor het Audiovisueel Platform een
directe aanleiding om in het Amster
damse Renaissance Hotel een discus
siemiddag te organiseren waar de
marktpositie van de Europese film cen
traal stond. Twee panels, onder leiding
van Angus Finney, hielden zich die mid
dag bezig met het onderwerp. Tot de
personen die aan de discussies deel
namen behoorden o.a. Jacques Delmo-
ly, Hoofd MEDIA van de Europese
Commissie, Peter Pex, voorzitter van
de Commissie Cultuur van het Euro
pees Parlement, Tery llott, Consultant
van het Engelse bureau Bridge Media,
San Fu Maltha, directeur van RCV
Entertainment en de heer Wolff zelf.
In zijn openingsstatement maakte de
heer Wolff duidelijk het te betreuren
dat de Europese film zo veel moeite
heeft een substantieel marktaandeel te
veroveren. Kijkend naar de inspannin
gen die deze situatie zouden hebben
moeten verbeteren, zoals het MEDIA
programma, toonde hij met behulp van
cijfermateriaal aan dat de invloed hier
van gering te noemen is. "Er is duide
lijk geen trend waarneembaar die wijst
op een verbetering", zo stelde de heer
Wolff. Waar het aan ontbroken heeft,
zo meende hij, is een echt onderzoek
naar de oorzaken van het achterblij
vende bezoek aan Europese films én
een theorie op basis waarvan het
beleid kan worden uitgewerkt. In zijn
proefschrift, dat de veelzeggende titel
daad veel te programma georiënteerd
is geweest en dat er geen duidelijk
beleid aan ten grondslag lag, maar dat
MEDIA II zich er al veel meer op richt
te te achterhalen hoe concrete resulta
ten bereikt kunnen worden. Belangrijk
vond hij vooral de constatering dat er
wel degelijk een verandering in denken
en doen in Europa waar te nemen is.
De uit Londen afkomstige producent
Sally Hibbin kon niet anders dan
Hoofd van het MEDIA programma J. Delmoly zet zijn visie uiteen op de effecten van het
Europese MEDIA programma. Aan zijn rechterzijde panelleider A. Finney en op de voor
grond D. Kavanagh, van het Engelse bureau EMDA.
meekreeg "Production is key in the
film industry", houdt de heer Wolff een
pleidooi voor meer aandacht voor de
productiesector1.
De uitspraken tijdens de opening van
het debat vroegen om een reactie. Die
kwam, en wel van de heer Kavanagh,
hoofd van MEDIA Development I.O.,
die moest toegeven dat MEDIA I inder-
erkennen dat het MEDIA programma
ervoor heeft gezorgd dat haar maat
schappij Parallax nog steeds bestaat.
Zonder de subsidiemogelijkheden zou
den sommige films niet gemaakt heb
ben kunnen worden.
Het was de heer Delmoly die de aan
wezigen erop attendeerde dat de
bestedingen op nationaal niveau veel
M
U*s**$*
Renovo Film bv Postbus 3207 2220 CE Katwijk Tel. 071 - 402 81 44 Fax 071 - 403 20
CD
reHouo