Na tï o
OSCOOP
Onderzoek Nationale Bioscoopbon
STICHTING
Het gaat goed, fantastisch, verkopen stijgen. Het initiatief van de
stichting is uitmuntend. Er wordt over het algemeen aangenomen dat
de bon zichzelf wel verkoopt, maar is dit ook zo? Dit zijn in het kort
de uitkomsten van het onderzoek dat ik gedurende de maanden april
tot juni heb gehouden onder onafhankelijke bioscoopexploitanten.
ld lie
De Nationale Bioscoopbon bestaat in
haar huidige vorm nu ruim drie jaar.
Het doel van de stichting was een
Efr onderzoek te doen naar de waarde-
ij ring van de bon onder de onafhanke
lijke bioscoopexploitanten en sugges
ties in te winnen omtrent de activitei
ten, het promotiemateriaal en de
informatievoorziening. Hiermee wil de
stichting het beleid nog beter afstem
men op de exploitanten. Het onder
zoek werd gehouden door het afne
men van interviews bij verschillende
bioscoopexploitanten. Tijdens de
interviews kon men zijn mening, kri
tiek en advies geven, zowel over de
bon als over de Stichting Nationale
Bioscoopbon.
De uitkomst van het onderzoek is
merkwaardig, omdat men ziet dat het
goed gaat met het verkopen van de
bon en men hier enthousiast over is.
Dit resultaat wijdt men aan de bon zelf
met de uitspraak: "De bon verkoopt
zichzelf wel" alsof er verder geen
moeite gedaan hoeft te worden. De
bon is een product dat voor en door
mensen wordt gekocht en verkocht.
Men zou kunnen zeggen dat de bon
zichzelf verkoopt bij het publiek dat
de bon al kent, maar dit kan zeker
niet gezegd worden voor dat deel van
het publiek dat de bon nog niet kent.
Dit is dan ook het deel waar men zich
meer op moet gaan richten. Er zijn
twee partijen die er voor moeten zor
gen dat de bon een grote herkenbaar
heid krijgt bij de consument. Dit zijn
de bioscoopexploitanten die de bon
onder de aandacht van het publiek
brengen met behulp van de activitei
ten die door de andere partij, de stich
ting, geïnitieerd worden. Het gaat hier
dus om een samenwerking waarbij
beide partijen elkaar nodig hebben
die dus alleen succes kan hebben als
beide partijen hetzelfde doel voor
ogen hebben: meer bezoekers in de
bioscopen door de verkoop van meer
bonnen.
De Nationale Bioscoopbon is een luxe
product en geen eerste levensbehoef
te. Hij kan zichzelf dus eigenlijk niet
verkopen. Men is dus genoodzaakt de
aandacht op de Nationale Bioscoop
bon te vestigen. Deze aandacht moet
vertaald worden in het aantrekkelijk
maken van de bon: het gevoel creëren
dat de Nationale Bioscoopbon een
leuk cadeau is waar iedereen blij mee
is en dat iedereen wil hebben. Een
gemakkelijk cadeau dat het altijd goed
doet, een avondje uit zonder je porte
monnee open te doen, het gemak om
de bon te kunnen kopen als alle regu
liere winkels dicht zijn, een cadeau op
maat naar ieders portemonnee, een
cadeau voor jong en oud, voor mensen
met diverse smaken, kortom een
cadeau voor iedereen van iedereen.
Het is dus van belang dat de exploi
tant, samen met de stichting, de aan
dacht vestigt op de bon, interesse
opwekt waardoor men de bon wil
kopen en uiteindelijk tot aankoop over
zal gaan.
Over het algemeen vindt men de bon
een aantrekkelijk product en de reactie
van de consument is overwegend
goed. Het uiterlijk van de bon is nu na
een aantal jaren voor iedereen herken
baar. Het is dus van belang dat het
imago van de bon gehandhaafd blijft.
Tijdens de interviews werd een aantal
ideeën aangedragen over het promo
tiemateriaal: kleinere posters, stickers,
standees, displays en Boomerang-
kaarten. De stichting zal de haalbaar
heid hiervan bekijken.
De verschillende waarden van de bon
zijn goed. Een aantal exploitanten gaf
aan ook de bon van 2,50 te willen
verkopen, waardoor het gemakkelijker
wordt om precies een bioscoopkaartje
aan iemand cadeau te geven.
Uit de interviews kwam ook steeds
naar voren dat men meer verkooppunt
en wil voor de bon. Dit is een pro
bleem omdat er geen marge op de bon
zit omdat deze een geldwaarde verte
genwoordigt. De stichting is momen
teel op zoek naar een oplossing voor
dit probleem.
Opvallend is dat veel bioscopen nog
steeds niet op de hoogte zijn van het
feit dat 100 ingeleverde bonnen voor
49 additionele bezoekers zorgen die
anders niet naar de bioscoop zouden
zijn gekomen.
De meningen van de exploitanten zijn
duidelijk naar voren gekomen uit de
interviews. Over het algemeen zien de
bioscoopexploitanten het gezamenlijk
belang van de bon in. Maar wanneer
dit belang wordt bekeken op een indi
viduele basis wordt dit niet altijd
even goed onderkend. De activiteiten
van de stichting worden door de
exploitanten gewaardeerd en de
omzet in hun bioscopen is sterk toe
genomen. Toch denkt een groot aan
tal exploitanten dat de bon zichzelf
verkoopt. Als de bon zichzelf zou ver
kopen, waarom werden er dan in 1993
maar de helft van het aantal bonnen
verkocht in vergelijking met 1997? De
samenwerking tussen de stichting en
de exploitanten heeft voor deze
omzetverdubbeling gezorgd. Wanneer
de exploitanten een passieve houding
aannemen zal dat verdere groei be
lemmeren.
Tot slot een persoonlijke noot. Bij deze
wil ik de bioscoopexploitanten die
hebben meegewerkt aan dit onderzoek
hartelijk bedanken, alsmede het
bestuur en het management van de
Stichting Nationale Bioscoopbon voor
de mogelijkheid die zij mij geboden
hebben. Ik ben ervan overtuigd dat er
nog meer bonnen verkocht kunnen
worden. Gaat u dus vooral door op het
ingeslagen pad, want de bon verkoopt
zichzelf echt niet!
Caroline Westerling