beeld en geluid, personeel, buffet, hygiëne. Het is uiteraard niet uitgesloten dat ook de tevre denheid over de film een rol kan spelen in de kwaliteitsbeleving van de bioscoop. Belangrijkste reden bioscoopbezoek het 'uitgaan' 25% uitnodiging/ zakelijk 7% specifieke film 68% Aangezien het antwoord "uitno diging/ zakelijk" is ingevuld onder "anders, namelijk is het waarschijnlijk dat dit aan deel bezoeken in werkelijkheid hoger is. Het is mogelijk dat de bezoeken omwille van het 'uitgaan' en die omwille van de film elkaar over lappen: Iemand die een bepaalde film graag wil zien kan wachten op een moment dat hij uit wil gaan en iemand die uit gaat kan een film uitkiezen die hij of zij graag wil zien. Bij actie-evalu aties waar deze vraag werd gesteld leek men vaker het 'uit gaan' als belangrijkste reden te noemen. De filmkeuze is dan meer willekeurig. Samenstelling gezelschap alleen met zijn tweeën 4% 76% met groep (van drie of meer) 19% met een of meer personen uit eigen huishouden 41% met een of meer personen uit ander huishouden 54% Driekwart van de kaartjes wordt per tweetal verkocht. Ruim de helft van alle bezoeken betreft samenkomsten van mensen die niet bij elkaar in huis wonen. Hiermee is de sociale waarde van de bioscoop bewezen. Bezoeken naar leeftijd Deze tabel geeft aan hoeveel procent van de kaartjes er per leeftijdsgroep wordt verkocht, ofwel: Hoe is de verdeling van 4-12 jaar 11% 13 - 19 14% 20-2 23% 30- 39 23% 40-49 15% 50- 79 14% een gemiddelde zaal, tijdens een gemiddelde voorstelling? Iets meer dan de helft van de kaartjes wordt verkocht aan bezoekers van boven de dertig jaar. De mythe dat bioscopen vol zitten met popcorn etende jon geren (ANP 1-10-98) gaat dus niet (meer) op. Uit een nadere analyse blijkt overigens dat jon geren vooral naar top-10 films gaan, terwijl ouderen relatief vaker 'kleinere' films zien. Bezoekers per leeftijdsgroep 4-12 jaar 39% 13 - 19 47% 20-29 44% 30- 39 41% 40-49 34% 50- 79 18% Het verschil met de vorige tabel is, dat het nu gaat om het aantal bioscoopbezoekers (minimaal een keer per jaar) afgezien van het aantal bezoeken dat zij gemiddeld aan de bioscoop brengen, als percentage van het totaal aantal Nederlanders per leeftijdsgroep. Leesvoorbeeld: 44% van de twintigers gaat minimaal jaarlijks naar de bios coop. Hoogfrequente bezoekers De mensen die het vaakst naar de bioscoop gaan zijn vooral: Twintigers Hoger opgeleiden Leden van kleinere huishoudens Inwoners van grotere steden Zij hebben vaker: Een videorecorder Een voorkeur voor Nederland 3 En ze kijken minder televisie, waarschijnlijk mede doordat ze een drukker en socialer leven leiden. De vergrijzing van de bevolking, die ons de komende decennia te wachten staat, hoeft niet als gevolg te hebben dat het bios coopbezoek zal dalen. De ouderen van de toekomst zullen immers hoger opgeleid zijn dan de ouderen van nu en de huishoudens worden kleiner van omvang (mensen wonen vaker/ langer alleen en krijgen minder (snel) kinderen). DEFINITIE MULTI- PLEX/MEGAPLEX In het vorige nummer werd ten onrechte gesuggereerd dat "onder 'multiplex' een bios coop met minimaal vijf zalen wordt verstaan" (pagina 21). Door de Union Inter- nationales des Cinemas (UNIC), waarvan de Nederlandse Vereniging van Bioscoopexploitanten (NVB) lid is, is in mei 1998 una niem besloten de volgende definities te hanteren: multiplex: bioscoop met acht tot en met vijftien doeken megaplex: bioscoop met mini maal zestien doeken In Amsterdam zijn twee mul- tiplexen van Pathé in aan bouw: Een met 13 doeken in het centrum (bij Tuschinski) en een met 14 doeken in Zuidoost (bij stadion ArenA). Nederland telt op dit moment dus vier multi- plexen: naam doeken stoelen opening Pathé Groningen 1.667 Pathé Scheveningen Pathé Eindhoven Movie Palace Zoetermeer nov. '95 2.224 april '95 1.958 juni '98 1.247 nov. '98 4 5

Historie Film- en Bioscoopbranche

Holland Film Nieuws | 1998 | | pagina 38