Holly z y o. u Q door Rudolf van den Berg Binnen een half jaar is het gelukt om repre- sentation te vinden, de sleutel tot het filmpara- dijs dat Hollywood heet: ofwel een agent. Wat doet een agent? Dat is net zo lastig te beant woorden als de vraag wat een producer doet. Als de agent zijn werk goed doet (d.w.z. met kennis van en liefde voor het vak), is het antwoord simpel: hij maakt het de regisseur mogelijk om films te maken. Vaak lijkt het nergens op en dan is het gevoel van frustratie met geen pen te beschrijven. Met pro ducenten gaat het meestal niet veel beter. Mijn agent is natuurlijk goed, het is een zij en ze is niet alleen gecharmeerd van mijn showreel (de video waarop in 14 minuten flarden van mijn zes speelfilms te zien zijn), maar ook opgetogen over de nieuwe scenario's van Michael O' Loughlin (mijn co- scenarist van "For My Baby") en mij die ik heb meegebracht. Dat was wel de grootste verras sing toen ik hier zes maanden terug aankwam: "Heb je een pro ject, wat wil je maken?" Geheel anders dus dan wat sceptisch Nederland (inclusief ikzelf) voor spelde: als het je al lukt in LA, dan zul je voor de rest van je leven pulp moeten maken. Daar had ik me al bij neergelegd, want liever pulp maken dan helemaal geen films maken en mijn bloed jes van kin deren zien verhonge ren. Maar ziet, Hollywood beantwoordt in meer dan één opzicht niet aan het cliché-beeld dat bij ons met zoveel stelligheid als de waarheid wordt geventileerd. Zo zijn er dus nu - na zes maanden duwen, trekken, slijmen, lobbyen, dineren, lun chen en ontbijten - twee projec ten in pre-productie. Eén daarvan speelt zich grotendeels af in Amsterdam en wordt in de loop van dit jaar gedraaid. Dus casten maar: De mooiste actrice van de wereld wilde om te beginnen wel met mij koffie drinken. Ze bleek tot in detail op de hoogte gebracht te zijn door haar agent: "Willen ze in de Jan Luykenstraat nog steeds geen geld geven om het project verder te ontwikke len?" "Nee", zei ik beschaamd, de dramatische structuur is niet in orde, de karakters zijn platvloers, er zit geen humor in, het heeft geen happy end, het is niet com mercieel en ook niet artistiek genoeg." In gedachten zag ik de gezagheb bende adviescommissaris weer hoofdschuddend bladeren door mijn scenario, ondertussen een blik werpend in How To Make A Good Script Great dat op zijn schoot lag, het boekje waar hij in LA zoveel plezier van had gehad. "Misschien heb je wel over vraagd?" opperde ze met een glimlach die me schaamteloos haar tanden toonde zo gaaf en wit als poolijs. "Ja misschien. Dertigduizend gul den voor een scenario rewrite is ook wel wat veel van het goede." "Ik wil zo graag op kosten van de Nederlandse staat een tijdje naar Amsterdam, probeerde ze voor zichtig, "Wil je het niet nog een keer opnieuw proberen...?". "Heb ik gedaan. Drie keer afgewe zen..." Het schaamrood steeg me nu naar de kaken. Hier zat een mis lukkeling. Ik hakkelde verder: "Ze hadden me in de smiezen: ik had de film alleen maar in Amsterdam gesitueerd om geld bij het Fonds te kunnen wegkapen." "Maar het hele verhaal gaat over Amsterdam! Amsterdam is de hoofdpersoon." Ik barstte in huilen uit. Als troost overdekte zij mij met zoenen, haar lippen bigger than life. "Are you kidding!?" riep ze bijna verontwaardigd toen ik haar beleefd en met ingehouden adem vroeg of ze de hoofdrol wilde spe len, "It's the best part I've ever read. And I love your movies." Over de andere projecten volgen de keer meer. Misschien mag ik ook weer een horror-film maken. Of een thriller (Thelma Louise meet Deliverance) Leuk. Wel slecht voor mijn etiket als intellectuele kunstfilmer, maar dat had ik al te grabbel gegooid toen ik -pal na "De Avonden"- "De Johnsons" maakte. Deze schande is mij door het hoerige Hollywood snel verge ven. "The Cold Light of Day" (in Holland afgebrand en geflopt) wordt hier in the Video Movie- Guide hogelijk geprezen met vier sterren; "De Johnsons" wordt in april uitgebracht op video en DVD; "For My Baby" komt hier (onder een nieuwe titel) in de bioscoop, en juist deze stijlloze combinatie van al die genres op mijn showreel gaat me nu werk bezorgen. God, wat mis ik Nederland... De volgende pen is voor George Sluizer. In elk nummer van Holland Film Nieuws schrijft een gast een column over zijn of haar ervaringen in de (Nederlandse) filmsector. "De Pen" waarmee deze columnist te werk gaat wordt hem of haar toegespeeld door de persoon die in het afgelopen nummer de column voor zijn rekening heeft genomen. 1 8

Historie Film- en Bioscoopbranche

Holland Film Nieuws | 1999 | | pagina 17