spelen andere zaken een rol.
Volgens Matthijs van Heijningen
en Esther Kollman is het huidige
filmaanbod op zich interessant
genoeg voor ouderen. Wat nodig
is zijn drempelverlagende activi
teiten zoals een langere draaitijd
van films, betere bereikbaarheid
van bioscopen en aangepaste
openingstijden. Volgens Gerard
Bunnik van de Associatie van
Nederlandse Filmtheaters (ANF)
zijn de filmtheaters wat dat
betreft op de goede weg: "Wij
proberen voortdu
rend om grenzen ^^^^^_-
op te heffen. Wij
draaien zoveel
mogelijk verschil
lende films en we
zijn als organisatie
heel flexibel door
dat we lokaal
gericht zijn. Als
ouderen wensen
hebben op het vlak van de pro
grammering of de aanvangstij
den, kunnen ze daar gewoon mee
komen." Hennie Klein Hesselink
denkt dat afstand een grote
drempel is, vooral in Zeeland.
Ook zijn veel ouderen alleen
staand en vinden ze het ongezel
lig om alleen naar de film te
gaan. De 'Kunstbus' was een ini
tiatief om beide problemen op te
lossen, maar dat is helaas niet
echt van de grond gekomen.
Prioriteiten
Het debat wordt afgesloten met
het stellen van prioriteiten door
de panelleden. Voor Huub
Roeving is dat het bereiken van
de ouderenorganisaties. Hij vindt
het leggen van deze contacten
met name een taak voor de dis
tributeurs. Hennie Klein
Hesselink pleit voor het verstrek
ken van goede informatie en voor
verdraagzaamheid: "Wij moeten
respect voor elkaar hebben in
plaats van steeds met dat vinger
tje te wijzen." Gerard Bunnik zal
een ledenlijst van de filmtheaters
verstrekken, zodat de ouderen
hen kunnen benaderen. Matthijs
van Heijningen neemt zich voor
de komende jaren maar eens een
paar films voor ouderen te
maken. Ger Tielen vindt het
belangrijk dat het gesprek wordt
voortgezet. Marketingmensen,
filmmensen en ouderen moeten
bij elkaar worden gebracht. Anne
Marie Steen stelt zich beschikbaar
voor een verdere dialoog. De LBL
gaat ondertussen verder met de
beeldvorming. Luud Berings gaat
aan de slag met de opzet van een
landelijk abonnementensysteem
met de naam Cinema Club
Nederland. Ook speciale aan
dacht voor ouderen tijdens de
nationale bioscoopdagen lijkt
hem goed. Esther Kollman ten
slotte: "Wij zullen ons aanbod
continueren en ik laat me graag
vertellen hoe wij moeten com
municeren."
HENNIE KLEIN HESSELINK:
"Wij ouderen zijn de film eigenlijk
vergeten als uitje, terwijl we de
schouwburg wel bezoeken. nu ik de
laatste tijd veel bezig ben met film
krijg ik vanzelf weer zin om te gaan
Filmeducatie in Zeeland
Twee dagen na de aandacht voor
ouderen zaten de bioscoopzalen
van het achter de Zeeuwse boule
vard gelegen CineCity 's morgens
vol met leerlingen die vol bewon
dering keken naar de avonturen
van "Babe". 's Middags werden
de zalen bevolkt door scholieren
die opgingen in de vertelling van
Jeroen Krabbé's "Left Luggage".
Elders in het bioscoopcomplex
werd er druk gediscussieerd over
filmeducatie in Nederland.
Platform wordt netwerk
Lange tijd stond al vast dat er tij
dens Film by the Sea gesproken
zou gaan worden over filmeduca
tie. Het was een direct uitvloeisel
van overleg dat aan het begin van
het jaar plaatsvond tussen verte
genwoordigers van tal van filme-
ducatieve programma's en amb
tenaren van het Ministerie van
OCenW. De organisatoren van
de projecten FilmFan en
Moviezone kregen de opdracht te
kijken of er een platform van
filmeducatie aanbieders kon wor
den opgericht. Reden daarvoor
was dat niet alleen het onderwijs,
maar ook het ministerie zelf te
vaak werd gecon-
fronteerd met ver
snipperde filmedu-
catieprojecten.
Vooral bij de aan
vragen voor subsidie
werd duidelijk dat
het in de praktijk
gaat om los van
elkaar werkende
projecten.
Samenwerking moet wel leiden
tot enige efficiëntie, zo dacht
men bij OCenW. De organisato
ren van FilmFan en Moviezone
gingen onder leiding van de tijde
lijk aangestelde Tonny Holtrust
aan de slag om de uitwerking van
de plannen tijdens Film by the
Sea aan alle betrokkenen voor te
kunnen leggen.
De kern van het gepresenteerde
plan is dat er een bureau opge
richt moet worden dat kan gaan
zorgen voor het gecoördineerd
aanbieden van filmeducatiepro-
gramma's aan het onderwijs.
Volgens dit plan behoort dat
bureau tevens een rol toebedeeld
te krijgen bij het regelmatige over-