ROBBERT WIJSMULLER
IN MEMORIAM:
Op 4 september jongstleden overleed in Den Haag Robbert
Wijsmuller op 61-jarige leeftijd. De herdenking vond
plaats op 10 september. Tal van relaties uit het Nederlandse
film- en bioscoopbedrijf namen in het Metropole Theater
afscheid van een markante persoonlijkheid. NFC voorzitter
Jan van Dommelen herdenkt Robbert Wijsmuller.
In Robbert's en mijn geliefde
Zuid-Frankrijk heb ik bij mijn
huis een boom die mij altijd
aan Robbert doet denken. Hij is
"flamboyant". Flamboyant was
Robbert; fonkelend, vol vuur,
schitterend. Vanaf 1964 ken ik
Robbert, dus ruim 36 jaar. Eerst
alleen zakelijk, later ook privé.
Hij kwam met zijn 2-cv langs
toen hij werkte voor Dik van
Leen bij Centra Film in Den
Haag.
Robbert was ook toen spranke
lend, ondeugend en een gewel
dige gastheer. Wie herinnert
zich niet de etentjes bij Bali?
Helaas vond Dik van Leen wat
Robbert wilde te duur, te risico
vol, te gevaarlijk. Dat tot grote
ergernis van Robbert die tot zijn
ontsteltenis films als "Wat zien
ik" en "Turks fruit" naar distri
buteur Tuschinski zag gaan ter
wijl zij de eerste Rob Houwer
film - "Professor Columbus" -
hadden uitgebracht. Hij zou dat
wel even anders gaan doen en
vroeg zijn eigen filmverhuur
kantoor aan. Dat ging niet zon
der slag of stoot. In 1972, ter
wijl hij in Cannes zat, diende
het Hoger Beroep en kreeg hij
eindelijk toestemming om
Concorde te gaan exploiteren.
In die tijd was het vechten
geblazen op de onafhankelijke
markt. Maar Robbert wist door
zijn charme en een stevige prijs
steeds meer leveranciers aan
zich te binden. Dat was de tijd
dat er nog loyaliteit bestond
tussen leverancier en afnemer.
Robbert stond altijd voor ze
klaar, ging met ze op stap,
fêteerde ze. Of dat nu in Den
Haag was, in Cannes, Venetië,
of Los Angeles. Waar hij was,
was het gezellig. Hij was vrolijk,
vaak zelfs uitgelaten. Als onder
handelaar had hij stalen zenu
wen. Menigeen die hem een
contract moest laten tekenen
weet dat nog. Hij kon twee tot
vier uur, soms langer, over één
handtekening doen en onder
tussen nog allerlei details wijzi
gen.
In Nederland nam hij altijd de
tijd om ook met zijn klanten
uitvoerig te praten, vaak begin
nend in de middag en dan ein
digend de volgende morgen
vroeg om een uur of zes.
Robbert hield van film; de
mooie, de Nederlandse, de
Franse, de blockbuster en de
actiefilm.
Het leukst vond hij het vroegtij
dig betrokken te zijn in het ont
wikkelingsproces van de
Nederlandse film. Vele regis
seurs en producenten zullen
zijn betrokkenheid nog kunnen
herinneren. Belangrijk daarbij
was zijn enthousiasme. Toen
Robbert bezig was met "Ciske
de rat" was hij zo enthousiast
over de muziek dat hij mij op
weg naar het vliegveld opbelde
en via de autotelefoon de titel
song liet horen. Hij zei "dit gaat
de film maken" en hij had
gelijk.
Robbert was een bruisend man
die weinig slaap nodig had.
Velen zullen zich zijn late tele
foontjes, na twaalf uur 's
nachts, herinneren die tot twee
uur of later doorgingen.
Voor al zijn inspanningen voor
het moeilijke product en vooral
ook voor de Nederlandse film
heeft Robbert verschillende
onderscheidingen gekregen,
beginnend met de Zilveren
Roos in 1990; een onderschei
ding die maar zeer zelden ver
strekt wordt.
Wie herinnert zich niet zijn
succesfilms als "Les Uns et les
Autres", "Amadeus", "My
Name is Nobody", "Basic
Instinct", "The Last Emperor",
"Dirty Dancing", "Evita" en
Nederlandse films als
"Flodder", "Ciske de rat", "Dr.
Vlimmen", "De kleine blonde
dood", "Amsterdamned" en nog
veel meer.
In 1997 ontving Robbert het
Gouden Kalf wegens zijn ver
dienste voor de Nederlandse
filmindustrie. Robbert was
betrokken bij veel Nederlandse
films. Aan enkele heeft hij ver
diend, aan zeer vele heeft hij
verloren. Toch bleef hij maar
doorgaan, hij geloofde in de
Nederlandse film.
Robbert was een showman, hij
vond het leuk om in zijn twin
tig jaar oude Rolls naar de disco
te gaan in Cannes. Ook was hij
vaak te vinden in Le Petit
Carlton waar hij menige discus
sie voerde. Zijn kantoor was op
het strand van het Carlton
Hotel waar hij vaak twee of drie
gesprekken tegelijk voerde aan
verschillende tafels. Op eenzelf
de wijze deed hij dat in Venetië
en in Los Angeles.
Als werkgever was Robbert een