Middenin het filmveld INTERVIEW EU 'Vertoners moeten daarom in een veel vroeger stadium worden betrokken bij én op de hoogte worden gehouden van films.' INTERVIEW 'De hele sector weet dat er geld is, maar ook dat er meer plan nen zijn dan we kun nen finan cieren.' EU Interview met Doreen Boonekamp, de nieuwe directeur Filmfonds Jarenlang was ze hét gezicht van het Nederlands Filmfestival in Utrecht. Sinds 3 oktober is de aan de Nederlandse film verknochte Doreen Boonekamp directeur van het Nederlands Fonds voor de Film, de verde ler van filmsubsidie. Door samenwerking wil het fonds weer middenin het filmveld komen te staan en de Nederlandse film op een hoger plan krijgen. Door Jeroen Huijsdens Boonekamp was officieel nog niet eens in dienst bij het Nederlands Fonds voor de Film, kortweg het Filmfonds, of de Volkskrant zette haar al op nummer een in de jaar lijkse filmbonzen top twintig. De machtigste persoon in het filmbe drijf wordt ze genoemd. Ze kan er eigenlijk alleen maar om lachen. Macht lijkt haar niks te zeggen, zo blijkt als we het er op haar kantoor in het historische filmpand aan de Jan Luykenstraat over hebben. Het gaat er bij de in Maastricht geboren Boonekamp om dat er wordt erkend dat je met samenwerken veel meer kunt bereiken. Kun je eerst even kort uitleggen wat het Filmfonds doet? 'Het Filmfonds financiert vooral films. We doen dat op een unieke wijze. Onze inspanningen dekken namelijk niet alleen alle soorten films, van experimentele films tot de documentaires, van animatiefilms tot speelfilms, maar we richten ons ook op de hele keten, van scenario ontwikkeling tot en met marketing en promotieregelingen.' Hoeveel subsidie heb je per jaar te verdelen? 'Redelijk veel. Het is, los van de overhead, ongeveer 34,5 miljoen euro.' Stel je mag even dromen. Je krijgt nog zo'n zak met geld. Waar zou je dat dan aan uitgeven? 'Op dit moment? Dan zou ik zo snel mogelijk met de distributeurs en vertoners om de tafel gaan zitten om een flinke digitale stap te zetten. Ik zou daarnaast sterk inzetten op internationale coproductie. Ik denk dat daar de toekomst zit. Wil je als industrie overeind blijven dan zul je meer buiten de grenzen moeten kijken.' Zit je niet in een ondankbare positie? Je doet het in de ogen van subsidieaanvragers vast heel vaak verkeerd. Daar voel je je niet ongemakkelijk bij? 'Nee, als je maar weet hoe je het werk doet en hoe beslissingen tot stand komen. Ik vind het heel belangrijk dat men weet wat hier gebeurt en hoe we tot bepaalde keuzes komen. De hele sector weet dat er geld is, maar ook dat er meer plannen zijn dan we kunnen fi nancieren. Dat staat nog los van de vraag hoeveel de markt aan kan. Als je met een overkill aan aanbod komt, doet dat niemand goed.' Is er sprake van overkill? 'Niet als je naar de huidige situatie en de hoeveelheid Nederlandse speelfilms kijkt. Je kunt wel roepen dat er meer films moeten worden gemaakt, maar het gaat er toch ook echt om wat die films doen. We moeten ons eerst focussen om het gemiddelde bezoek omhoog te brengen. Als je nu naar de films kijkt, dan zie je dat een klein aantal het extreem goed doet, daarnaast is er een redelijke middenlaag, maar je hebt er ook die een groter publiek verdienen.' Doreen Boo nekamp. Foto Yvonne Witte Foto's andere pagina: Komt een vrouw bij de dokter en Nothing Personal Die verdeling is toch bij alle films die uitkomen te zien? 'Ja, maar ik ben ervan overtuigd dat je bij het huidige aantal Neder landse speelfilms de bezoekers aantallen in algemene zin omhoog kunt krijgen. Daar is veel te winnen als producenten, distributeurs en vertoners op een goede manier gaan samenwerken en naden ken hoe ze een publiek kunnen bereiken. Daarbij hoort ook dat er kritisch wordt gekeken of de films die worden gemaakt inhoudelijk en kwalitatief voldoende aansluiten bij het publiek waarvoor ze zijn bedoeld.' De situatie is verbeterd, maar toch lijken veel filmmakers niet bezig te zijn met de bioscoop, de plaats waar hun film wordt vertoond. Het voelt als een flinke kloof tussen filmmakers en de vertoners. Valt die te dichten? 'Ik denk dat de vertoners een cruci- ale rol spelen in het publieksbereik. Een film draait niet in de huiskamer van een producent, maar in de bioscoop of het filmtheater. Die omgeving is van groot belang. Vertoners moeten daarom in een veel vroeger stadium worden betrokken bij én op de hoogte worden gehouden van films. Bij de grote films gebeurt dat nu ook wel, ook via de media, al heeft dat vooral tot doel het publiek warm te maken. Maar over de hele linie genomen gebeurt dat eigenlijk nog veel te weinig. Ook de beslissing wanneer een film uitgaat en waar deze te zien is, kan eerder worden genomen. Daardoor kun je publi citaire mogelijkheden veel beter benutten.' Leg je nu niet het spanningsveld tussen producent en distributeur bloot? Doen de distributeurs hun werk dan niet goed? 'Het is niet zozeer een kwestie van niet goed, maar de sector bestaat nog te veel uit eilandjes. Er moet meer vanuit het gezamenlijk belang worden gedacht. Je moet niet allemaal eikaars werk willen gaan doen, maar het gaat er vol gens mij om dat men met elkaar van tevoren de noodzaak en het resultaat van die inspanning gaat Anders omgaan met publiciteit is natuurlijk vooral belangrijk nu het Internet een andere manier van communiceren mogelijk maakt... 'Ik vind dat dit in deze sector erg traag tot stand komt. Het is al veel vaker gezegd, maar waarom is er geen online tooi waarmee je kunt aangeven watje smaak is en waarmee je ook op de hoogte gehouden wordt van films die er aankomen? Setbezoek, interviews met makers, je kunt het allemaal op het Internet zetten. Dan kun je tenminste een band met je publiek opbouwen.' Ligt daar een rol voor het Film fonds? 'Wij zijn natuurlijk primair financier van films, maar ik vind dat wij wel degelijk een rol hebben om ervoor te zorgen dat hierover wordt nage dacht en gediscussieerd. Ik zal het niet nalaten dat ook telkens weer onder de aandacht te brengen.' Afgelopen jaar was het aandeel van de Nederlandse film zo'n 18%. Het is nog afwachten wat het dit jaar wordt, maar waar ligt het haal bare marktaandeel denk je? 'Dat is lastig. Ik denk dat er zeker groeimogelijkheden zijn. Het hangt erg af van de algemene ontwik keling van het filmbezoek. Twintig jaar geleden stonden we er in ieder geval heel anders voor. Ik vind het al erg knap dat we de Nederlandse film weer zo voor het voetlicht hebben weten te krijgen. Als we de samenwerking tussen producenten, distributeurs en vertoners weten te verbeteren, dan zijn er duidelijk verdere groeikan sen. Neem het voorbeeld van de releaseperiodes. Het aanbod kan vaak beter worden gespreid. Als we echt door willen groeien, zullen we op een andere manier te werk moeten gaan.' Als je terugkijkt, zoals je daarnet even deed, dan heeft de Neder landse film zich de afgelopen jaren inderdaad flink ontwikkeld. Wat is het keerpunt geweest denk je? 'Het keerpunt is echt geweest dat de overheid het stimuleringsbe leid in gang heeft gezet en dat de sector daar heel snel op in is gesprongen. Er heeft zich binnen deze sector echt een enorme ontwikkeling voorgedaan. Hoewel het een aangelegenheid blijft van individuele partijen, heeft de groei zich ook kunnen voltrekken omdat er op brancheniveau is samenge werkt. Dat heeft op iedereen z'n effect gehad.' Wanneer beschouw jij jouw benoe ming als directeur als een succes? 'Als de Nederlandse film zijn positie verder versterkt en wordt herkend in het buitenland. Om hier optimaal aan bij te dragen moet het Filmfonds middenin het filmveld staan, samenwerken en openstaan voor én inspelen op alle ontwikke lingen in de sector.' 'Pietje Precies!' (uit Soldaat van Oranje) 'Het spijt me dat ik zomaar binnenval, maar je gaat te ver!' (Alex van Warmerdam in Ober)

Historie Film- en Bioscoopbranche

Holland Film Nieuws | 2009 | | pagina 17