De rechtskwesties, aan welker oplossing de Bond met genoegen medewerkte, waren in het algemeen te goeder trouw gesteld. Daartegenover dient afgekeurd te worden het optreden van een Burgemeester in het Zuiden des lands, die zich zelfs niet ont zag, om repressaille-maatregelen te nemen tegen een der bioscoop exploitanten in zijn gemeente, die niet bereid was ter wille van dien magistraat buiten de wet om te handelen. In de gemeente V e n r a y ging het Plaatselijk Bestuur nog ver der buiten zijn boekje, door met negatie van de wet, de bioscoop met den sterken arm te doen ontruimen, waartegen van Bonds- wege t.z.t. een schade-actie zal worden ingesteld. De werking van de Bioscoopwet» Al de aanvallen, die onwelwillende gemeentebesturen door een verkeerde interpretatie van de wet op het bedrijf, dat eindelijk een rechtspositie had verkregen, trachtten te ondernemen, moesten bij wijze van intermezzo door het Hoofdbestuur worden gekeerd. Het hoofddoel van den Bond, n.1. om niets onbeproefd te laten ter verkrijging van een draaglijke werking van de bioscoopwet, werd er niet door uit het oog verloren. Reeds in de eerste dagen van Januari meende het Hoofdbestuur, dat er alle aanleiding toe bestond, om, ingevolge het bepaalde in artikel 2 van het bioscoopbesluit tot uitvoering van artikel 15, tweede lid der bioscoopwet, den heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw te verzoeken den Bond in de gelegenheid te stellen een aanbeveling te mogen inzenden van personen uit het bedrijf, waarvan een of meer als adviseerende leden aan de cen trale commissie toegevoegd zouden kunnen worden. Op dit verzoek werd gunstig beschikt en naar aanleiding hiervan werd in de hoofdbestuursvergadering van 16 Januari een lijst van aanbeveling samengesteld en aan den heer Minister toegezonden. In de daaropvolgende vergadering van het Hoofdbestuur op 30 Januari kon al de officieele mededeeling, die des avonds in de pers werd gepubliceerd, worden gedaan, volgens welke de heer D. Hamburger J r., de Voorzitter van den Bond, door den Minister tot adviseerend lid der Centrale Commissie en tevens tot lid der huishoudelijke commissie was benoemd. De Vice-Voorzitter van den Bond, de heer Ch. van Biene, was de eerste, die in deze vergadering de gelegenheid had den heer Hamburger en tevens het bedrijf met deze benoeming geluk te wenschen, er tevens op wijzend, dat de Nederlandsche Bioscoop- Bond, die blijk had gegeven op loyale wijze de wet te willen uit- 11

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1928 | | pagina 11