In dit verband moge herinnerd worden aan de ongehoorde plage
rijen van het Bestuur der gemeente Rucphen, hetwelk op grond
van „zedelijkheidsoverwegingen" o.a. de voorwaarde stelde, dat
,,in de bioscoop de zitplaatsen der vrouwelijke bezoekers, door
gangen ter breedte van minstens 0.85 meter gescheiden zijn, van
die der mannelijke bezoekers", terwijl het verder het saboteerend
optreden steunde en aanmoedigde van de plaatselijke nakeurings-
commissie, die als tijdstip van nakeuring pleegt te kiezen één of
twee dagen, nadat de na te keuren films reeds vertoond moesten
zijn, Een conflict tusschen den bioscoop-exploitant en het gemeen
tebestuur zal in deze gemeente niet kunnen uitblijven1).
Bij de boeking der creditposten werd, behalve dus de versterkte
rechtspositie van het bedrijf, ook rekening gehouden met de harmo-
nieerende samenwerking tusschen de Huishoudelijke Commissie en
het Bureau der Centrale Commissie voor de Filmkeuring eenerzijds
met den Bond, zoowel als met alle belanghebbenden bij het film- en
bioscoopbedrijf anderzijds. Eveneens werd nota genomen van het
onschatbaar bezit, dat verkregen werd, doordat de bekwame
Bondsvoorzitter, de Heer D. Hamburger J r. als lid zitting
kreeg in de Huishoudelijke Commissie.
Voegt men hierbij, dat in vrijwel alle gemeenten van ons land,
met uitschakeling van die in Noord-Brabant en Limburg, dank zij
de goede samenwerking met vrijwel alle plaatselijke Commissies
van Toezicht op de Bioscopen, het bedrijf zonder hinder kon wor
den uitgeoefend, dan kan hiermede tevens de creditzijde van de
balans worden afgestreept.
De andere kant van de rekening onthulde een heel wat slechter
beeld.
Zes en zestig duizend gulden keuringsloon en bijna tien duizend
gulden vergunningsrechten moest het bedrijf voor tien maanden
bioscoopwet betalen.
Negen nieuwe films werden niet voor openbare vertooning
toegelaten.
Zes films werden verboden, die vóór de inwerkingtreding der
wet in verschillende gemeenten voor personen boven den 18-jarigen
leeftijd waren vertoond en zelfs werden twee films niet voor open
bare vertooning toegelaten, welke volgens de uitspraken der ge
meentelijke bioscoopcommissie vóór 1 Maart ook door personen
boven den leeftijd van 14 jaar gezien mochten worden.
x) Toen dit verslag ter perse ging, brak juist het conflict uit, doordat het
Gemeentebestuur van Rucphen de vergunning van den plaatselijken bioscoop
exploitant introk.
21