en die voor het Comité een beletsel zouden zijn de overeenkomsten ongewijzigd goed te keuren. Wel wilde het N. O. C. aan „Luce" een briefje schrijven, dat het tegen de overdracht van de verfilmingsrechten geen bezwaar had. Het N. O. C. brak dus de belofte, door den heer van, Bijlandt, namens dit Comité afgelegd, dat de overeenkomsten door het N. O. C. mede onderteekend zouden worden. Van het Hoofdbestuur mocht niet verlangd worden, dat het met „Luce", die deelgenoot was van het N. O. C, in zee zou gaan, zoolang het N. O. C. bezwaren zou blijven voelen tegen de ge maakte overeenkomsten en mede op grond hiervan deze contracten niet wenschte te teekenen. Er werd met den bemiddelaar nogmaals geconfereerd en gecor respondeerd. Het hielp niets. Het N. O. C. weigerde te teekenen en daarmede waren dus zooals vooraf was afgesproken de overeenkomsten vervallen. De Nederlandsche Bioscoop-Bond, die van Mr. von Baumhauer een brief ontving, waarin deze mededeelde, ,,dat de houding van den Bond van meer tegemoetkoming en zakelijk inzicht getuigde dan van het N. O. C", had meer gedaan dan waartoe deze orga nisatie zedelijk en moreel verplicht was. Nu echter het N. O. C. opnieuw blijken had gegeven, dat het zich niet in het minst om den goeden naam van ons land bekom merde en het weer de schuld van dit Comité was, dat een in het belang van ons land, door den minister van Buitenlandsche Zaken gewenschte oplossing niet kon worden verkregen, zette de Neder landsche Bioscoop-Bond een streep onder de verfilmingskwestie, hetgeen beteekende, dat definitief de filmboycot gehandhaafd bleef, waarvan de gevolgen waren: 1. dat in de Nederlandsche Bioscopen, evenmin als dat tot nu toe is gebeurd, films, betrekking hebbende op de Olympische Spe len, vertoond werden; 2. dat ook in verschillende landen, waarvan de zusterorganisa ties zich aan de zijde van den Nederlandschen Bioscoop-Bond had den geschaard, deze films niet in de bioscopen werden gebracht; 3. dat de Italiaansche filmonderneming ,,Luce" hoegenaamd geen medewerking van de Nederlandsche filmindustrie verkreeg. Het grievend onrecht, dat tijdens de Olympiade-1928 den Neder landschen Bioscoop-Bond werd aangedaan, zal door de belang hebbenden bij het filmwezen niet licht worden vergeten. 27

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1928 | | pagina 27