gemeente Velsen besloot, op aandrang van den Bond, zonder dat
het gelukkig daar tot eene bioscoopsluiting moest komen, tot ver
mindering van het heffingspercentage van 30 tot 20.
De inmenging van den Bond leidde ook tot vermindering der
vermakelijkheidsbelasting tot 20 pet. in de gemeente Brunssum,
terwijl verder de bioscoopdirecteuren in Den Helder hunne lasten
verlicht zagen, dank zij de ten slotte verkregen Koninklijke goed
keuring van de gewijzigde verordening op de heffing der vermake
lijkheidsbelasting, waarbij het heffingspercentage van 25 op 20
was teruggebracht, nadat vroeger de Kroon Hare goedkeuring aan
een gelijke verordening had onthouden.
De vreugde over deze resultaten in het afgeloopen jaar werd ge
temperd door het besluit van den Raad der gemeente Groningen,
die wegens den slechten financieelen toestand der gemeente alle
belastingen, w.o. ook de vermakelijkheidsbelasting, opvoerde, waar
door de exploitanten te Groningen hunne recettes belast zagen met
25 pet. in plaats van met 20 pet.
Al kon deze tijdelijke verhooging in verband met de plaatselijke
omstandigheden niet direct door den Bond worden tegengegaan,
houdt het Hoofdbestuur zich ervan overtuigd, dat de Groningsche
Raad spoedig tot het besef zal komen, gezien de schadelijke ge
volgen voor de bioscoopondernemingen aldaar, dat deze verhoo
ging niet gehandhaafd zal kunnen blijven.
Het besluit van den Raad der gemeente Franeker, om geen ver
makelijkheidsbelasting te heffen op grond van de cultureele waarde
van de cinematografie, steekt hierbij al heel gunstig af.
In het afgeloopen jaar werden nog verschillende pogingen ge
daan, om in enkele gemeenten, waar de vermakelijkheidsbelasting
de verdere exploitatie van het bioscoopbedrijf vrijwel onmogelijk
maakte, eene vermindering van dezen last te verkrijgen.
Adressen, waarin de verzoeken daartoe waren vervat, werden
n.1. gezonden aan de Raden der gemeente Heerlen, Schagen,
Rotterdam (adhaesie met het adres der af deeling),.
Wekelijksche rustdag voor musici.
In Maart verscheen van het Ministerie van Arbeid, Handel en
Nijverheid een vóór-ontwerp van een Algemeenen Maatregel van
Bestuur, als bedoeld in de artikelen 14, 62, 68 en 96 der Arbeidswet-
1919, betreffende de invoering van een wekelijkschen rustdag voor
toonkunstenaars.
Aan den Hoogen Raad van Arbeid was gevraagd praeadvies
omtrent dit voorontwerp uit te brengen en in verband hiermede
29