hamen de heeren E. Cohen Barnstijn (voorzitter)A. d e Hoop (secretaris), H. J. Daudey (penningmeester) en verder C h. van B i e n e, R. A. de Boer, Loet C. B a r n s t ij n, H. E h r 1 i c h, B. D. O c h s e, J. L. P a e r 1, C h. P e e r e b o o m, F. L. D. Strengholt, J. Veerman en Pier Westcr- baan. Deze commissie was met de geheele organisatie van het feest belast en achteraf kan de merkwaardige verklaring worden afge legd, welke slechts zelden kan worden gegeven, dat omtrent dit feest geen wanklank werd vernomen. De 7de Mei is werkelijk een mooie dag voor den Bond geweest. Het Hoofdbestuur merkte toen eerst goed, dat het vaak met zooveel inspanning gedane werk toch wel alom waardeering had gevonden. Door persoonlijke bezoeken ter receptie in Hotel de 1'Europe, waar een schat van bloemen de ontvangstzaal feestelijk had ge tooid, gaven velen uit het bedrijf en ook tal van autoriteiten blijken van hunne belangstelling in het Bondsjubileum. Bovendien waren bijna duizend sympathiebetuigingen, zoowel per telegram als per brief ingekomen van vrienden en ook vantegenstanders, die niet wilden nalaten hun waardeering te kennen te geven jegens den Bond, die ook in conflicten steeds oprecht en loyaal was op getreden. De Bond stelde er een groote eer in, dat de voorzitter van de Centrale Commissie voor de Filmkeuring, de heer D. van Sta veren tijdens de receptie een toespraak tot het Hoofdbestuur hield, waarin geprezen werd de taaie volharding en het doorzet tingsvermogen van de Bondsleiding, waardoor het bedrijf gun stiger uitvoeringsmaatregelen betreffende de bioscoopwet had ver kregen. Het noenmaal in Krasnapolsky, waaraan circa 200 leden zaten, gaf een schitterend beeld van de eensgezindheid, die er in het jubileumjaar tot heil van de jubileerende organisatie heerschte en het avondfeest in Huize „Couturier" vormde een waardig slot van de herdenking van het tweede lustrum, dat in elk opzicht prachtig was geslaagd. Niet onvermeld mag ten slotte blijven, dat behalve de pers, die uitvoerige verslagen over het Bondsjubileum publiceerde, ditmaal ook de radio haar deel had in het wereldkundig maken van de feestviering ter gelegenheid van het tweede lustrum van den Bond. Aan den vooravond van den herdenkingsdag was het n.1. den Bondsvoorzitter, den heer D. Hamburger) r. gegeven, in een radiorede de geweldige ontwikkeling van het filmwezen te schet- 36

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1928 | | pagina 36