zuidelijke keuring alsmede over het vergunningsrecht voor
exploitanten van reizende bioscopen;
19. op 5 September tusschen de heeren Ch. van Biene, vice-
voorzitter, A. L. Hoogenstraaten, secretaris, A. d e
Hoop, administrateur en J. L. P a e r 1, secretaris der Be
drijfsafdeling Filmverhuurders, met de Huishoudelijke Com
missie te 's-Gravenhage over de keuring der overgangsfilms;
20. op 27 September tusschen de heeren D. Hamburger Jr.,
voorzitter, W. Peters en J. Veerman, Hoofdbestuurs
leden, alsmede A. de Hoop, administrateur, met verschil
lende raadsleden te Sittard;
21. op 9 October tusschen de heeren D. Hamburger Jr.,
voorzitter en A. L. Hoogenstraaten met den Secre
taris-generaal Mr. Dr. Frederiks en den voorzitter der
Centrale Commissie, den heer Van Staveren, over de
Zuidelijke keuring;
22. op 16 November tusschen de heeren D. Hamburger Jr.,
voorzitter, Zondervan, Hoofdbestuurslid en A. de
Hoop, administrateur, met den Wethouder voor de Finan
ciën te Groningen, Mr. T. de Jong, over de Vermakelijk-
heidsbelasting;
23. op 30 November tusschen de heeren D. Hamburger Jr.,
voorzitter en A. d e H o o p, administrateur, met den voorzitter
van den Vrijheidsbond, den oud-Gouverneur-Generaal Mr.
D. F o c k te s-Gravenhage; en
24. op 21 December tusschen den Bondsvoorzitter Hambur
ger, den Bondssecretaris Hoogenstraaten en den
Bondsadministrateur de Hoop met den Burgemeester van
Haarlem, den heer Maarschalk, over de toepassing der
Zondagswet.
Verder werden nog vele z.g. officieuse conferenties gehouden
met den heer D. van Staveren en bovendien eenige met
het Nederlandsch Olympisch Comité, alsmede met den bemidde
laar in de Olympische filmkwestie, den heer Mr. v o n B a u m-
h a u e r.
De afdeelingen.
Evenals in 1927 bleef ook in het afgeloopen jaar het reizen en
trekken van de vertegenwoordigers van het Hoofdbestuur niet
alleen beperkt tot het houden van besprekingen met overheids-
personen; er moest ook nu herhaaldelijk geconfereerd worden met
de leden der afdeelingen en ook met de groep leden in het Zuiden,
die het tot heden toe nog niet tot de oprichting eener afdeeling
wist te brengen.
39