in handen te stellen van het Dagelijksch Bestuur, ter voorbereiding
van mogelijke oplossingen.
Hierdoor kreeg het Dagelijksch Bestuur de volgende vraag
stukken ter bestudeering voorgelegd:
1". de statuten aan te passen aan de veranderde omstandig
heden (waarvoor inmiddels een ontwerp bij het Hoofdbestuur
was aanhangig gemaakt);
2°. de registratie van filmtitels;
3°. de totstand koming van eene collectieve verzekering;
4°. de uitgifte van een officieel Bondsorgaan; en
5°. het regeeringsontwerp inzake de herziening van de financieele
verhouding tusschen Rijk en Gemeenten.
Het Dagelijksch Bestuur hoopt zijnerzijds te kunnen bevorderen,
dat in 1929 al deze vraagstukken tot oplossing zullen kunnen wor
den gebracht.
Ledenvergaderingen»
In het afgeloopen jaar werden in het geheel drie ledenver
gaderingen gehouden.
Op 2 Januari had de eerste buitengewone ledenvergadering
plaats, waar zooals reeds gemeld de Bondsadministrateur
eene lezing hield over de Bioscoopwet.
In deze vergadering werd in plaats van den heer A. P. du
Mee, die in het voorafgaand jaar zijn mandaat als hoofdbestuur
der ter beschikking had gesteld, gekozen de heer J. Veerman
te Amsterdam.
De tweede vergadering van 6 Februari was grootendeels ook
gewijd aan de bioscoopwet, waaromtrent de heer D. van Sta
veren interessante mededeelingen deed.
In deze vergadering werd ook in beginsel besloten tot het
inrichten van een Bondsbureau.
De jaarvergadering, welke op 26 Maart gehouden werd, behan
delde het jaarverslag, de rekening en verantwoording en de be
grooting. 1
Besloten werd tot vaststelling der contributie in zeven klassen
en wel van ƒ35.—, ƒ55.—, ƒ80.—, ƒ100.—, ƒ120—, ƒ135.—
en 170.
Vervolgens werden subsidies verleend van elk 250.aan de
stichting ,,Bio-Vacantieoord" en aan de Internationale Tentoon
stelling op Filmgebied, welke in April en Mei te 's-Gravenhage
werd gehouden.
Ten aanzen van een aantal ondernemingen, die niet bij den
Bond waren aangesloten, werd ingevolge het bepaalde in art. 18
der statuten een verbod van zaken doen uitgevaardigd.
42