lende personeelkwesties, die meerendeels tot bevrediging van de daarbij betrokken partijen konden worden opgelost. Met leedwezen zij vermeld, dat de Heer A. P, du Mee door omstandigheden van voor den Bond minder aangenamen aard als voorzitter der Afdeeling ontslag heeft moeten nemen. In diens plaats heeft de vroegere vice-voorzitter, de heer J. Veerman, de Afdeeling in het afgeloopen jaar geleid. Het Bestuur der Afdeeling heeft in 1928 zeventien vergade ringen gehouden, waarin verschillende aangelegenheden, waarbij meer in het bijzonder de bedrijfsbelangen van de leden betrokken waren, en vervolgens zaken van plaatselijk karakter, werden afgewikkeld. Verder werden zes ledenvergaderingen gehouden. Op 26 Januari 1928 heeft de jaarvergadering plaats gehad, waarin o.m. het aantal bestuursleden van 5 op 7 werd gebracht, terwijl in verband daarmede de verkiezing van een geheel nieuw Bestuur heeft plaats gehad. In deze vergadering werd het Bestuur als volgt samengesteld: J. Veerman, Voorzitter; J. ter Linden, Vice-voorzitter; J. Buisman, Secretaris: J. Kroonenberg, Penningmeester; H. Ehrlich, R. Minden en B. van Royen, Bestuursleden. Op 1 Maart 1928 werd een buitengewone ledenvergadering gehouden, waarin de Bondsadministrateur met het oog op de op dien dag in werking getreden zijnde Bioscoopwet een inlei ding hield, waarin hij in het bijzonder de aandacht vestigde op de bepanngen, waaraan de leden zich ingevolge deze wet hebben te houden. Op 22 Maart 1928 kwamen de leden der Afdeeling wederom in vergadering bijeen ter behandeling van de agenda voor de Bonds vergadering, welke op 26 Maart d.o.v. werd gehouden. In deze vergadering werd ook op voorstel van het Bestuur besloten, om voor het jaar 1928 aan de Stichting „Bio-Vacantieoord" een sub sidie te geven van ƒ250.terwijl bovendien besloten werd de bioscopen op Goeden Vrijdag geopend te houden en een deel van de op dien dag te maken recettes aan het Bio-Vacantieoord af te dragen. 61

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1928 | | pagina 60