De drie overige ledenvergaderingen, welke in het laatste kwart jaar werden gehouden, waren hoofdzakelijk gewijd aan de ,,Tele- graaf'-kwestie. In een dezer vergaderingen is een motie aange nomen, welke den heer Ehrlich aanleiding heeft gegeven als Be stuurslid der Afdeeling ontslag te nemen. Te vermelden valt nog, dat het Bestuur in het afgeloopen jaar een vriendschappelijk contact heeft onderhouden met de organi saties van werknemers. Met het Bestuur van de Afdeeling Amster dam van de Nederlandsche Artistenorganisatie is over enkele zaken van overigens ondergeschikten aard geconfereerd. Het Bestuur van de Afdeeling Amsterdam van den Nederland- schen Toonkunstenaarsbond heeft zich tot de Afdeeling Amster dam gewend met het verzoek om opnieuw in onderhandeling te treden betreffende een gemeenschappelijke regeling der arbeids voorwaarden voor de in Amsterdamsche bioscopen werkzame musici, waarop het Afdeelingsbestuur zich in beginsel bereid heeft verklaard in 1929 hierover een gedachtenwisseling met elkaar te openen. Ten slotte is op het eind van het jaar een brief ingekomen van het Bestuur van den Nederlandschen Bond van Theater- en Bio scooppersoneel, die op 15 October 1928 is opgericht, onder de auspiciën van den Amsterdamschen Bestuurdersbond. Dezerzijds is tegenover dien nieuwen Bond te kennen gegeven, dat, indien het in de toekomst noodig mocht blijken, de Afdeeling Amsterdam van den Bioscoop-Bond gaarne het oor aan rechtmatige wenschen zal willen verleenen. Het doet het Bestuur van de Afdeeling Amsterdam groot genoe gen, aan het eind van dit verslag te mogen constateeren, dat de Stichting ,,Bio-Vacantieoord", die door de leden der Afdeeling in het leven is geroepen, alom in den lande, zoowel in als buiten het bioscoopbedrijf, groote sympathie ondervindt. Het Bestuur hoopt, dat de Stichting spoedig in staat zal zijn het vacantieoord te bouwen, dat in de eerste plaats voor de Amster damsche bioscoop-directeuren, die het initiatief daartoe hebben genomen, hopenlijk een monument zal worden, dat zij met trots zullen kunnen aanschouwen. En wat de afdeeling zelve betreft, moge het Bestuur den wensch uitspreken, dat 1929 zich zal doen kenmerken door eenzelfde rust als 1928, ook al zal het liever verschoond willen blijven van de 62

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1928 | | pagina 61