werd tegen de Zuidelijke Keuringsvereeniging en welke duurde van
einde Mei tot einde October.
Het welslagen dier actie, waarbij de belangen der filmverhuurders
zoo nauw betrokken waren, is ongetwijfeld voor een belangrijk deel
te danken aan de solidariteit, welke onze leden betoond hebben en
waarvoor het Bestuur hen zeer erkentelijk is.
Wellicht ten overvloede moge hier gereleveerd worden, dat het
de filmverhuurders waren, die de grootste offers brachten, doordat
zij, behoudens hun wekelijksche bijdragen tot bestrijding der aan
de actie verbonden kosten, ook de filmhuur moesten derven in de
13 bij het conflict betrokken gemeenten, waar gedurende het conflict
geen films afgenomen konden worden.
Vertrouwd mag worden, dat van het bereikte resultaat der actie
niet alleen de exploitanten in het Zuiden, maar ook de filmverhuur
ders de vruchten mogen plukken.
Dat ons incasso-instituut nog steeds niet overbodig is, worcit
het beste geïllustreerd door het feit, dat, hoewel door de Zuidelijke
actie een groot aantal theaters gedurende vijf maanden gesloten
waren, waaronder eenige vaste ,,roode kaarten klanten*' waren,
het aantal in 1929 verzonden roode kaarten toch nog 2221 bedroeg,
hetgeen 62 minder is dan verleden jaar, doch welk aantal onge
twijfeld veel grooter zou zijn geweest, indien alle Zuidelijke exploi
taties het geheele jaar intact gebleven waren.
In het verslag is een staatje opgenomen van die theaters, welke
zich geregeld roode kaarten hebben laten zenden.
De aanvragen ter incasseering van film- en reclamehuur gedu
rende het jaar 1929 beliepen een bedrag van 176.650.89. Bij het
afsluiten van het boekjaar op 31 December 1929 was van dit bedrag
geïncasseerd ƒ175.870.39 zoodat dus nog openstond ƒ780.50.
Het tot op heden nog niet geïncasseerde bedrag is dus nog geen
half procent, van hetgeen gedurende het jaar 1929 ter incasso werd
aangevraagd.
Welk incasso-instituut kan op dergelijke resultaten wijzen?
Hoewel het aantal roode kaarten, de hiervoor vermelde sluiting
in aanmerking nemend, in evenredigheid met het vorig jaar zeer
zeker niet minder was en het dus met het op tijd betalen nog alles
behalve rooskleurig gesteld was, bedroeg het aantal leveringsver
boden belangrijk minder dan verleden jaar, waaruit voortvloeit, dat
de exploitanten zich wel roode kaarten laten sturen, omdat hieraan
118