dient te worden, daar deze wegens het bioscoopconflict niet op de
veertiendaagsche kermis te Venray verscheen.
Dank zij het financieel weerstandsvermogen van den Bond, als
mede de door de leden wekelijks gestorte gelden als bijdragen in
de aan de actie in het Zuiden verbonden kosten, liep de finan
ciering der actie goed van stapel.
Belangstelling bij de pers.
De Bond ondervond in zijn actie van verschillende zijden
belangstelling; een sympathieke van de zijde van een groot deel
der pers, die dikwijls in breedvoerige beschouwingen het door den
Bond ingenomen standpunt krachtig verdedigde en waarin zoo-
als o.m. in een hoofdartikel van het dagblad ,,De Telegraaf" tot
uiting kwam de hoop werd uitgesproken, dat redelijkheid en bil
lijkheid het zouden mogen winnen van willekeur, dwang en wets-
ontduiking.
Begrijpelijkerwijs was er ook een deel van de pers, inzonderheid
de in het Zuiden verschijnende dagbladen, die zich tegen den Bio
scoop-Bond keerde, deszelfs hoofdbestuur en leden verwijtende,
dat zij revolutionair handelden door de kanonnen te gaan stellen
in plaats van de uitspraken van Gedeputeerde Staten te erkennen.
De eerste bemiddelingspoging.
Ook van de officieele zijde bleek men belang te stellen in het
verloop van het conflict.
Daargelaten de gehouden interpellaties in verschillende raads
zittingen van gemeenten, die bij de Zuidelijke Vereeniging aange
sloten zijn, ontwaarde de Bond het eerste teeken van serieuze be
langstelling van de zijde des heeren D. van Staveren, den
Voorzitter der Centrale Commissie voor de Filmkeuring te 's-Gra-
venhage, die op 4 Juni 1929 aan het Hoofdbestuur een brief
schreef, waarin Z.Ed. zijn bemiddeling aanbood om tot een spoe
dige oplossing van het conflict te komen.
Een dergelijken brief had de heer Van Staveren ook aan het
Bestuur der Zuidelijke Keuringsvereeniging gezonden.
Bij schrijven van 10 Juni antwoordde het Hoofdbestuur, dat het
geen enkele poging tegengaat, welke er op gericht is het bioscoop
conflict in het Zuiden op te lossen, weshalve het zich in beginsel
bereid verklaarde het aanbod van den heer Van Staveren tot be
middeling te aanvaarden mits de onderhandelingen zouden geschie-
28