Van de zijde der Bondsdelegatie werd ook dit voorstel van de
hand gewezen; de woordvoerder van het Hoofdbestuur maakte er
het Bestuur, der Zuidelijke Vereeniging een verwijt van, dat het
er nog een schepje had opgedaan door nu zelfs nog betaling van
de herkeuringskosten te verlangen.
Toen de delegatie van den Bond daarop nogmaals het door
haar op 28 Augustus gedane voorstel ter sprake bracht, lieten de
vertegenwoordigers van de Zuidelijke Vereeniging uitkomen, dat
omtrent dit voorstel, dat door de ledenvergadering der Vereeniging
eenstemmig afgewezen was, geen nader overleg meer gewenscht
werd.
Na deze verklaring konden de onderhandelingen als mislukt be
schouwd worden en ging de conferentie uiteen.
Een beroep op Minister Ruys de Beerenbrouck.
Burgemeester Van Grunsven bleek niet de man er naar te
zijn, om spoedig kamp te geven. Integendeel; toen Z.Edlachtbare
vernam dat namens de gedupeerde personeelen door den Eind-
hovenschen musicus den heer David Monnickendam een
beroep was gedaan op Z.Exc. Jhr. Ruys de Beerenbrouck, die na
de Kabinetswisseling als Minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw in de plaats van Zijne Excellentie mr. J. B. K a n was op
getreden, wist de Burgemeester van Heerlen te bereiken, dat de
Minister, die met de uitvoering van de Bioscoopwet belast is, de
beide partijen tot een bespreking op zijn Departement uitnoodigde.
Intusschen was als uitvloeisel van het eenige maanden tevoren
gehouden Internationale R.K. Filmcongres te München een R.K.
Filmcentrale in ons land gesticht, die gelijk in art. 20 der
Bioscoopwet wordt bedoeld zich de bestrijding van de zedelijke
en maatschappelijke gevaren, aan bioscoopvoorstellingen verbon
den, ten doel wilde stellen.
Een der steunpilaren van de in het leven geroepen R. K. Film
centrale, de zeereerwaarde heer Pater Hyacinth Hermans,
had juist ten tijde, waarop de Minister van Binnenlandsche Zaken
zich opmaakte tot het houden van besprekingen met de partijen,
in het dagblad ,,De Maasbode" de aandacht gevestigd op dit
nieuwe instituut, hetwelk z.i. in de plaats kon treden van de
Zuidelijke Vereeniging.
Daar de stichting van dit nieuwe orgaan een perspectief opende
om uit de tusschen den Bioscoop-Bond en de Zuidelijke Vereeni
ging ontstane moeilijkheden te komen, stelde Pater Hermans, van
wien bekend is, dat hij de bioscopie een goed hart toedraagt, zich
met Minister Ruys de Beerenbrouck in verbinding.
36