INLEIDING.
Het verslag over het afgeloopen boekjaar 1929, dat het Hoofd
bestuur van den Nederlandschen Bioscoop-Bond de eer heeft aan
te bieden, geeft een beeld van de veelomvattende werkzaamheden
van den Bond op elk gebied, zulks ter verdediging van de belangen
en ter bevordering van een steeds toenemende ontwikkeling van het
film- en bioscoopbedrijf in Nederland.
Problemen van economischen, socialen en organisatorischen aard,
van wier oplossing de verdere ontplooiing van het film- en bio
scoopbedrijf afhankelijk is, vragen voordurend de aandacht van
den Bond.
In dat verband moge herinnerd worden aan de moeilijkheden,
voor welke het bedrijf zich gesteld ziet door de geluidsfilms, de
centrale filmkeuring, de filmnakeuving door Katholieke gemeente
besturen, de Vermakelijkheidsbelasting, de Personeele Belasting,
alsmede door de invoering van nieuwe sociale maatregelen als: den
verplichten rustdag voor musici en de verplichte ziekteverzekering,
om dan verder-, niet te gewagen van de tegenwerking, welke schier
dagelijks ondervonden wordt van bioscoop-vijanden", wier aantal
gelukkig geleidelijk afneemt, doch die nog altijd in verschillende
overheidslichamen en ook in enkele persorganen invloed ten nadeele
van het bedrijf trachten uit te oefenen.
Om al deze moeilijkheden te kunnen overwinnen is een krachtige,
goed geoutilleerde organisatie noodig, zooals de Nederlandsche
Bioscoop-Bond na twaalf jaren van harden strijd er een geworden is.
Welke positie de Bond ten aanzien van de hierboven gememo
reerde en ook andere nader te noemen vraagstukken, die
nog niet tot volledige oplossing gebracht zijn, heeft ingenomen,
moge uit den inhoud van dit jaarverslag blijken.
GELUIDSFILMS.
Reeds dertig jaar geleden heeft Edison aan de mogelijkheid van
een sprekende en musiceerende film gedacht.