met onderscheidene Wethouders voor de Financiën en raadsleden gevoerd. In overleg met de exploitanten uit de vier grootste steden van ons land, waarvan die uit Amsterdam, s'-Gravenhage en Rotter dam ki plaatselijke afdeelingen georganiseerd zijn, werd tot het voeren eener actie vóór belastingverlaging in de drie genoemde steden, alsmede in de gemeente Utrecht een z.g. „landelijk Comité" gevormd, bestaande uit de heeren E. V i s k o p e r S z n. en E, Alter te 's-Gravenhage, Veerman en J. ter Linden te Amsterdam, André de Jong en P. Vermeer te Rotter dam, I. C o h e n B a r n s t ij n en J. F r i s te Utrecht. Aan dit Comité werd door en namens het Hoofdbestuur als secretaris toegevoegd de Bondsadministrateur, de heer A. d e Hoop, terwijl als Voorzitter fungeerde de heer E. Vis- koper Szn. Het comité werd de volledige steun, zoowel moreel als finan cieel, van het Hoofdbestuur toegezegd. Aan de hand van het werkprogram van het Comité werd eerst een adresbeweging bij de resp. Gemeenteraden op touw gezet. waarna conferenties werden gehouden met de Wethouders voor de Financiën uit genoemde vier steden, alsmede met gezagheb bende leden van de Raden dier gemeenten. Hiervan is het resultaat geweest, dat de Wethouder van Am sterdam, de heer dr. F. M. W i b a u t, met steun van den Raad het verzoek om verlaging van de hand heeft gewezen; dat vervol gens de wethouder van Utrecht, mr. De Boe r, geen hoopvolle toezeggingen heeft gedaan*); dat daarentegen de Rotterdamsche Wethouder, de heer A. B. deZeeuw heeft aangekondigd,, een voorstel tot verlaging der Vermakelijkheidsbelasting van 20 tot 15 pet. bij den Raad aanhangig te zullen maken, hetgeen evenwel niet is gebeurd; en dat de Wethouder van 's-Gravenhage, de heer mr. De Wilde heeft laten doorschemeren, dat hij zich tegen verlaging der Vermakelijkheidsbelasting voor de bioscopen nfet zou verzetten, als uit den Raad het voorstel daartoe gedaan zou worden. Bij de behandeling der begrooting-1931 in den Haagschen Raad is dan ook een motie van den heer mr. H. P. M a r c h a n t. ge steund door alle raadsgroepen ter linkerzijde, aangenomen, waarin den Wethouder en der Commissie van Bijstand voor de financiën werd opgedragen te onderzoeken of de Vermakelijkheidsbelasting De Utrechtsche wethouder zou een prae-advies op het verzoek van den Bond uitbrengen, hetwelk bij verschijning van dit verslag in den Utrechtschen Raad aan de orde is gesteld. 19

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1930 | | pagina 19