voor de bioscopen op een lijn met de andere inrichtingen van Kunst en Ontspanning, dus op 15 pet. gesteld zou kunnen worden. Er bestaat thans een redelijke grond voor de verwachting, dat de Haagsche Raad de eerste zal zijn, die de noodzakelijkheid van eene verlaging der Vermakelijkheidsbelasting zal blijken in te zien. In de gemeente Heerlen, waar tot heden toe nog 30 pet. werd geheven, is ten slotte bereikt, hetgeen ons is toegezegd door den Burgemeester den heer M. F. G,M. vanGrunsven, wiens steun het Hoofdbestuur na herhaalde besprekingen heeft weten te verkrijgen, dat de Vermakelijkheidsbelasting met ingang van 1 Januari 1931 tot 20 pet. verlaagd werd. In de gemeente S i t t a r d werd op het dezerzijds gedaan verzoek de belasting met 5 pet. verlaagd en ook de Raad der Gemeente Gel een besloot de Vermakelijkheidsbelasting van 25 pet. tot 20 pet. te verlagen. De Gemeenteraad van G r o e n 1 o besloot de Vermakelijkheids belasting radicaal af te schaffen. Met eere dient vermeld te worden het Gemeentebestuur van Zeist, dat in de voordracht met betrekking tot de uitvoering der Financieele Verhoudingswet aanvankelijk een voorstel had opge nomen om eene belasting op tooneelvertooningen en andere ver makelijkheden, die in deze gemeente nimmer was ingevoerd, te gaan heffen, maar later dit voorstel weer introk, op grond van de zeer vele en ernstige bezwaren, welke bij de behandeling in de afdeelingen naar voren waren gebracht. Teneinde de steekhoudende motiveering van de tegenstanders uit Zeist aan de vergetelheid te ontrukken, tevens in de hoop dat een en ander den leden van andere Gemeenteraden tot leering moge strekken, wordt het volgende aan de door de meerderheid der raadsleden naar voren gebrachte bezwaren ontleend: „Verschillende andere leden achtten het verkeerd om in „eene plaats als Zeist, waarvan de bevolking voor een groot ,,deel moet bestaan van het vreemdelingenverkeer, eene der gelijke belasting in te voeren, die belemmerend zal werken „op tal van inrichtingen, die toch al moeite hebben om zonder „verliezen te werken. Zelfs meenden enkele dezer leden, dat „de grootste inrichting te Zeist (waarin ook de bioscoop „gevestigd is) met ondergang zou worden bedreigd, indien „de voorgestelde belasting er zou komen. 20

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1930 | | pagina 20