aan het bestaan der Filmliga, voor zoover zij er althans naar streeft belangstelling voor de film te wekken. De toetreding tot het lidmaatschap van het „Centraal Bureau voor Ligafilms", hetwelk films verhuurt en het Filmtheater ,,De Uitkijk" te Amsterdam exploiteert, wijst er tevens op, dat beiden, Bioscoopbond en Filmliga, elkaar op voet van vriendschap willen bejegenen. BESCHERMING VAN DE LEDEN-FILMFABRIKANTEN. Het Centraal Filmarchief. Een conflict, dat overigens niet zooveel om het lijf heeft, is in het afgeloopen boekjaar ontstaan door het hoogst onaangenaam optreden van eenige bestuurderen van de Vereeniging „Het Ne derlandsen Centraal Filmarchief", die de kunst hebben verstaan de in den Bond georganiseerde filmfabrikanten, van wier medewer king het bestaan dier Vereeniging volkomen afhankelijk is, van zich af te stooten. Niet alleen in het verslagjaar, maar ook vroeger werden de film fabrikanten herhaaldelijk door het „Centraal Filmarchief", althans door eenige leden van het Bestuur, die de leiding in deze Ver eeniging hebben, in ernstige mate in hun bedrijf bemoeilijkt. Het is steeds het streven der Vereeniging geweest om onder pressie de filmfabrikanten ertoe te bewegen hunne filmnegatieven in be waring of ten geschenke aan het Centraal Filmarchief te geven. Reeds kort na de oprichting der Vereeniging, in Januari 1920, werd. teneinde die pressie te kunnen uitoefenen, eene circulaire tot de Gemeentebesturen gericht, waarin erop aangedrongen werd. dat aan filmoperateurs geen faciliteiten verleend zouden worden, tenzij zij of hunne opdrachtgevers zich tevoren wilden verplichten het negatief van hunne opnamen aan het N. C. F. af te staan. De zich voortdurende opstapelende klachten tegen het „Film archief" veroorzaakten eene buitengemeen slechte verstandhouding tusschen het bedrijf en het N.C.F. Hierin wilde de Bondsvoor zitter, de heer D. Hamburger Jr. te Utrecht, die in het voorafgaand jaar tot bestuurslid der Vereeniging was benoemd, verbetering trachten te brengen. Teneinde daartoe te geraken, noodigde de heer Hamburger de filmfabrikanten eerst uit hunne grieven tegen het N. C. F. op papier te zetten, als gevolg waarvan hem twee memories ter hand gesteld werden, waarin een reeks van ernstige bedenkingen zoowel van 25

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1930 | | pagina 25