statutair opgelegde verplichtingen is te kort geschoten. Immers in
artikel 45, lid k, is bepaald eene bepaling, die nog dateert uit
den tijd toen het recht van hooger beroep niet bestond dat aan
de bij een geschil betrokken partijen binnen veertien dagen na de
uitspraak afschrift van de beslissing zal worden gezonden.
Zonder dat in strijd met art. 45 der Statuten gehandeld zou
worden, zou neem aan, dat eens op den laatsten dag van de
daarin bepaalde 14 dagen de beslissing zou worden verzonden
een partij de gelegenheid worden ontnomen in hooger beroep
te gaan.
Hier heeft de praktijk weer eens, zooals dit al zoovele malen is
voorgekomen en ook in de toekomst nog wel meermalen zal ge
schieden, eene statutenwijziging noodig gemaakt.
Vervolgens heeft het verloop van de in 1929 gehouden jaarver
gadering, speciaal wat de verkiezing van hoofdbestuursleden aan
belangt, het Bestuur der Bedrijfsafdeeling Filmverhuurders aanlei
ding gegeven het Hoofdbestuur te verzoeken een voorstel tot
Statutenwijziging in te dienen, ten doel hebbende de officieele
candidaatstelling van de Bedrijfsafdeeling Filmverhuurders voor de
twee plaatsen in het Hoofdbestuur, die statutair voor filmverhuur
ders gereserveerd zijn, bindend te verklaren.
Of zulk eene wijziging in dien zin moet worden aangebracht,
wordt door het Hoofdbestuur overwogen.
Ten slotte heeft de toeneming van werkzaamheden van het
Hoofdbestuur, speciaal die van den voorzitter en den administra
teur, de noodzakelijkheid doen geboren worden,* om door wijziging
der Statuten den Bondsadministrateur, die dan eventueel anders
betiteld zal worden, de bevoegdheid te verleenen in bepaalde ge
vallen den Voorzitter te vervangen en om vervolgens ter ontlasting
van den leider van het secretariaat, voor wien de vele werkzaam
heden zich dan nog meer zullen uitbreiden, eventueel een adjunct
aan te stellen.
Deze en de andere gemelde wijzigingen der statuten, welke op
het eind in het verslagjaar in voorbereiding waren, zullen weldra
aan het oordeel der algemeene vergadering onderworpen worden.
Herziening van het Huishoudelijk Reglement»
Tevens heeft het Hoofdbestuur in behandeling genomen eene
radicale herziening van het Huishoudelijk Reglement, welks ver
ouderde bepalingen meer in overeenstemming met de door de evolu
tie gewijzigde omstandigheden van het georganiseerde film- en
bioscoopbedrijf behooren te worden gebracht.
38